van wijlen architekt Siebers, die de ontwerper is geweest van deze hoofdbouw en wij
hebben de Heer Ruys gevraagd om in de geest van wat de Heer Siebers hier heeft ge
creëerd, uitbreidingsvoorstellen aan het gemeentebestuur te doen. Er is daarna druk
overleg geweest, intensief overleg tussen college, architekt en ook, heel uitdrukke
lijk, het ambtelijk apparaat. Ook het ambtelijk apparaat heeft een mogelijkheid ge
kregen om zijn mening te doen kennen, vooral ook om de praktische bruikbaarheid van
de nieuwbouw zoveel mogelijk te combineren met een goede vormgeving. Daarnaast hebben
wij'ook heel uitdrukkelijk naar onze buren teruggekoppeld. We hebben onze overburen
van het Wilhelminaplein erbij betrokken. Er waren wat mogelijkheden voor uitbreiding
aan de zuidzijde, aan de noordzijde en aan de oostzijde. We hebben uitvoerig overleg
gepleegd met onze buren en wij zijn, dacht ik, in een heel goede verstandhouding tot
de conclusie gekomen, dat maar 1 model in alle opzichten het beste uitbreidingsmodel
had en ik denk dat de goede buurverhoudingen na deze uitbreiding er niet onder gele
den hebben. Er is veel gestudeerd en in december 1976 kon de Raad besluiten om het
krediet beschikbaar te stellen voor de uitbreiding. Als je die periode overziet vanaf
de eerste discussie in B W, dat was eind 1974, tot vandaag, nu we dus de uitbreiding
in gebruik nemen, dan moet ik zeggen dat dankzij de inbreng van zeer velen en vooral
dankzij de plezierige en voortvarende besprekingen en een goede samenwerking, dit ge
bouw tot stand is gekomen. Aanvankelijk was het voor ons een schone droom, maar op het
ogenblik is het een zichtbare werkelijkheid. Voor de Raad wellicht interessant om te
weten, dat we er in geslaagd zijn om nauwelijks het krediet wat U beschikbaar hebt ge
steld, te overschrijden. Ik zeg uitdrukkelijk nauwelijks, we zitten niet beneden het
plafond, maar bij een gebouw van een dergelijke omvang en bij een krediet van een
dergelijke omvang, mag je dat ook nauwelijks verwachten. Wij veronderstellen, maar de
eindcijfers kennen we nog niet, dat het in ieder geval blijft beneden de 1% van de to
tale stichtingskosten en dat vinden wij, wat ons betreft in ieder geval, erg beperkt.
Overigens komen we op een andere keer nog te prfcten over de zgn. 1%-regeling, dat is
een regeling waarbij ook aan de kunstzinnige vormgeving van het gebouw en omgeving
aandacht wordt besteed. Ongeveer 1% van de stichtingskosten mag daarvoor beschikbaar
zijn. Dat zat niet in de begroting, wij durven nog een keer bij de Raad aan te komen,
een van de komende vergaderingen, om een kredietje voor een project, waarvan het Col
lege dacht dat het heel wel zou passen in deze uitbreiding en in deze omgeving. Wij
veronderstellen, dat een fontein hier in het plantsoen, tegenover het gemeentehuis,
dat dat een aardig projekt zou zijn om als totaliteit bij dit gebouw en dez» omgeving
te voegen. Wij komen daarover nog met voorstellen bij U terug.Het College enhet anbtelijk
apparaat zijn erg blij met deze oplevering.De eerste indrukken zijn positief, er is
voldoende ruimte geschapen voor het ambtelijk apparaat, hoewel we nu al"zeggen:hoe
heeft dat ooit in de bestaande bouw ondergebracht kunnen zijn. Het bestaande gemeente
huis heeft 15 jaar uitstekend gefunctioneerd als bestuurscentrum. In zijn totaliteit
nu hopen wijdat het én als bestuurscentrum én als werkcentrum voor het ambtelijk
apparaat tot zijn recht zal komen en vooral ook, dat het naar de bevolking toe goed
zal werken. Wij hopen ook in de toekomst het met het verenigingsleven en met de be
volking bestaande contact te kunnen uitbreiden.
Dit gemeentehuis moge dan ook steeds meer het huis van de gemeentevan de bevolking
worden. Als administratiekantoor is het belangrijk dat je goede werkruimte aanbiedt.
Als de werkomstandigheden goed zijn, dan is het werk ook goed. De nieuwbouw kan een
bijdrage zijn tot het behoud van de goede sfeer, die er binnen het ambtelijk apparaat
is. Er zijn plezierige en collegiale verhoudingen, zowel in de binnen- als in de bui
tendienst. Er is een uitstekende verhouding tussen het gemeentebestuur en het ambte
lijk apparaat en wij vinden dat het behoud van die goede werkomstandigheden een voor
waarde is voor een goed werkklimaat. We stellen er prijs op om zowel onderling, binnen
het apparaat, als in de relatie van het apparaat naar het bestuur toe, die goede ver
houdingen te continueren.
Dames en Heren, heel velen hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit gebouw.
Op de eerste plaats de architekt. Hij is al genoemd en aan hem komt de eer toe om te
constateren, dat de bestaande hoofdbouw, naar onze opvatting althans, geen schade
heeft ondervonden, omdat die nieuwbouw zich goed. voegt bij de bestaande hoofdbouw.
Complimenten aan de Heer Ruys als architekt.
De aannemer, met zijn mensen en onderaannemers, die op een bijzonder vlotte manier de
bouw hebben verwezenlijkt. We hebben als College helemaal niet te maken gehad met
strubbelingen of met problemen, het is wat ons betreft allemaal erg vlot verlopen en