-8-
teren dat in de loop van zo'n zittingsperiode er een bijzondere relatie groeit tussen
de Raad en het College. Ik heb dinsdagavond na afloop van de raadsvergadering, aan
het eind van die raadsvergadering mogen zeggen dat de verhouding van Raad en College
uitstekend was; zij was collegiaal, vriendschappelijk, loyaal, pok opbouwend, kritisch,
maar in z'n toonzetting majeur. Als Voorzitter van de Raad hoop ik op voortzetting
van deze sfeer in de nieuwe Raad en in het nieuwe College, een sfeer die zo kenmer
kend is, niet alleen voor de afgelopen 4 jaren, maar voor tal van zittingsperioden
daarvoor. Ik hoop dat we dit met z'n allen kunnen continueren, dat we met z'n allen
elkaar kunnen vinden in het bepalen van het beleid van de gemeente, waar juist toch
die onderlinge persoonlijke verhoudingen zo'n belangrijk aspect in vormen. Die goede
verhouding, die goede sfeer wordt bepaald door U individueel en daarmee ook feitelijk
mede door het viertal, waarvan wij vandaag afscheid nemen. Er is dan ook alle aanlei
ding om daar enige aandacht aan te schenken.
Meneer PlatzbeeckerU bent degene die het kortste in deze Raad zitting heeft gehad,
U bent 2 jaar geleden opgekomen als opvolger van meneer Berger. Ik herinner me dat ik
toen tegen U zei: ik hoop dat U een even goed raadslid zult zijn als Uw voorganger.
U hebt dat als een uitdaging gezien heb ik gemerkt, want ik moet U zeggen: U hebt een
goede indruk achtergelaten. U was een goed raadslid, constructief, meedenkend, kri-
tisch, maar vooral positief kritisch ten opzichte van het College-beleid. Ik vind dat
dat wel even gezegd mag worden. Ik zou afscheid van U willen nemen door de hoop uit
te spreken, dat U vroeg of laat nog eens terugkeert in deze Raad.
De Heren Huijben en Bink, beiden van dezelfde raadsfraktie, die hebben zich uit vrije
wil teruggetrokken, dit in tegenstelling tot de Heer Platzbeecker, die om electorale
redenen niet terug kon komen, maar bij de Heren Huijben en Bink is dat anders, die
hebben zich vrijwillig uit de politieke arena, uit deze Raad teruggetrokken. Het wa
ren geen van beiden barricadebestormers. Ik denk dat ik het zo mag schetsen, hoewel
meneer Huijben het ooit gewaagd heeft ons als College de gele kaart uit te delen en
dat hebben we hem in milde vorm kwalijk genomen, maar dat had je eerder verwacht van
zijn collega Bink, die een voetbalenthousiast is, maar de Heer Huijben kwam op een
gegeven ogenblik met een gele kaart en zei: College, als U dat doet, dan deel ik nu
de gele en de volgende keer de rode kaart uit. De bijdrage van U beiden, meneer
Huijben, meneer Bink, die was positief. U had vaak geen ruim betoog, maar zonder om
haal van woorden wist U toch precies datgene te zeggen wat nodig was en het College
kon in dat opzicht op U rekenen. U stond loyaal tegenover het College en dat was voor
ons heel wat waard. U was overigens beiden duidelijk in de Raad aanwezig als vertegen
woordigers van het verenigingsleven, dSSr lag Uw contact, daar lag ook eiaenlijk Uw
sterkte en Uw profiel; als U in deze Raad opkwam, en als U in deze Raad beslissingen
nam en deelnam aan de discussie, dan was het vooral ingegeven door het feit dat U
vanuit de verenigingen hier voortkwam en probeerde het geluid van die vereniging hier
in deze Raad weer te geven. In dat opzicht voor ons als College belangrijke informa
tie en we hopen dat we daar het goede ook mee hebben kunnen bereiken.
Meneer Huijben, U bent in Ulvenhout het best bekend als "Boer Piet", U bent een car
navalsvierder. U doet dat op een heel royale manier, het is U aan te zien, dat U goed
carnaval viert, in de carnavalsdagen en ook daarbuiten. U doet dat uitstekend ove
rigens, als je het hebt over carnaval Ulvenhout, dan denk je meteen aan "Boer Piet"
en dan staat hij daar in heel zijn omvang en met al zijn tressen en met al zijn me
dailles. Ik moet zeggen dat ik, toen ik de eerste keer de foto van U zag, dat ik dit
imponerend vond, als karakter; werkelijk, in dat opzicht bent U de man, "Boer Piet",
die beeldt U volledig uit. Maar ik zou U terkort doen, als ik U alleen zou karakteri
seren als "Boer Piet", de man van carnaval. U hebt nog veel meer in Uw mars en dan wil
ik meteen naast en misschien tegenover het carnavalsgebeuren stellen, datgene wat U
doet in het kader van de Lourdes-reizen. U hebt al meer dan 20 jaar daar Uw beste
krachten aan gegeven. U bent begonnen als brancardier bij de Lourdes-reizen en U bent
op dit moment landelijk coördinator. U staat naast de zieken en gehandicapten, die
jaarlijks naar Lourdes gaan. U hebt onlangs voor de 45e maal deze reis meegemaakt.
Ik denk dat dat met name toch even genoemd mag worden en dat wij om die reden erg veel
respect voor U mogen hebben, omdat U dit zo belangeloos doet. Tenslotte, meneer
Huijben, U bent ook als jeugdwerker nog bezig in onze gemeente en U zit nog in het
bestuur van Ulvenhouts Welzijn, wat dat betreft, allemaal contacten naar het vere
nigingsleven, die een ondersteuning vormen voor Uw raadslidmaatschap. Bedankt, U gaat
heen als raadslid, ik hoop dat U nog heel veel en heel lang in dit Ulvenhoutse vere-