-10-
als je zelf een stukje bijdrage daartoe geeft. Ik denk dat U het van Uw vader en van
Uw grootvader hebt overgenomen. Het verwonderlijke is overigens, dat U, terwijl U al
zo lang bezig was in die gemeenschap, dat U eigenlijk pas zo laat in de voetsporen
trad van vader en grootvader, want U was ruim 50 jaar, toen U raadslid werd en tege
lijkertijd wethouder. U hebt dat overigens dubbel en dwars goedgemaakt, want toen
Harry eenmaal op de wethouderszetel zat, toen kreeg je hem er helemaal niet meer van
daan, hij heeft 16 jaar hier als wethouder gefunctioneerd en hij gaf het niet gemak
kelijk prijs. Hij had er de smaak van te pakken, het was wederkerig ook een aangenaam
gebeuren, want tot 3 keer toe heeft hij het genoegen mogen smaken dat hij werd herbe
noemd als wethouder met een zeer ruime meerderheid. Dat is wel een bewijs dat zijn
stijl van werken, dat zijn stijl van besturen door iedereen werd gewaardeerd. Die stijl
van werken, daar is met name in de laatste weken nogal wat over gezegd. We weten, we
kennen hem, het is een man die het hart op de tong heeft. Harry, je zegt veel, nooit
te veel, want je weet dat altijd met een kwinkslag te doen, je weet het zodanig te
doen, dat het voor niemand kwetsend is. Dat betekent nogal wat en dat gaf jou juist
een eigen accent. Jij mocht die dingen ook zeggen, die gezegd moesten worden, die ge
zegd mochten worden, maar het was altijd zo, dat je, als je een opmerking maakte, nie
mand kwetste en dat het een bijdrage was in de discussie, want als we eens een keer
een zware discussie hadden, dan was er altijd wel een goéde grap of gevatte opmerking,
die ons als collegeleden of als raadsleden weer met de beide benen op de grond terug
bracht en dat is iets wat je erg nodig hebt in de Raad, in een College, dat juist toch
ook de relativiteit, de betrekkelijkheid van hetgeen waar je mee bezig bent in acht
moet nemen om te voorkomen dat je met je hoofd in de wolken loopt. Nou, Harry Oomen,
Wethouder Oomen, was de man die ons in dat opzicht aan de grond hield, en dat deed
hij met een flair en met een enthousiasme, die voor ons in ieder geval erg aangenaam
waren. Hij was een collegiaal bestuurder, hartelijk in de omgang met het hart op de
tong. Het koste hem geen moeite om zijn mening onder woorden te brengen. Hij had de
lachers op zijn hand. Hij was overigens zo collegiaal dat als hij eenmaal in het Col
lege een besluit had genomen, hij dat ook in de Raad wist over te brengen naar ande
ren, desnoods tegen de mening van zijn fraktie of zijn achterban in. Niet om daarmee
een breuk te forceren, wel om de zelfstandigheid van die dagelijks bestuurder toch weer
te geven, wel om te laten kenmerken, dat je als dagelijks bestuurder een heel eigen
plaats hebt en dat je dus als dagelijks bestuurder ook desnoods tegen achterban en
raadsfrakties in een mening moet kunnen ventileren. Welnu, dat was bij hem in goede
handen, niet in de polariserende zin, integendeel, hij wist dan toch altijd nog ande
ren te overtuigen en anderen achter zijn standpunt te brengen.
Dat, Harry, dat zijn allemaal gaven, kostbare gaven, die jouw stijl van werken een
eigen karakter hebben gegeven. Je hebt in al die jaren veel, zeer veel voor de Nieuw-
Ginnekense gemeente gedaan, maar je bleef een Bavelaar en dat, met recht, en met trots
want je bent er geboren en getogen, je hart lag in Bavel; je hebt het ook nooit onder
stoelen of banken gestoken, maar altijd op een zodanige manier, dat het ook voor de
Ulvenhouters en ook voor de Galder/Strijbekenaren aanvaardbaar was. Wanneer er een
beslissing genomen moest worden, dan was je geen Bavelaar, dan was je een Nieuw-
Ginnekenaar. Jij kon afscheid nemen en afstand nemen van je Bavelse herkomst, maar
tegelijkertijd bleef jij toch een volbloed Bavelaar, die het niet kon nalaten, om de
afgelopen vier jaren een ezel naar Ulvenhout te sturen, die overigens per kerende post
is teruggekomen. Je bent een echte verenigingsmens. Je stond altijd klaar om te luis
teren naar wat de verenigingen je te vertellen hadden, je ging er helemaal in op, je
was er voor de verenigingen, maar ook daar schrok je er niet voor terug, om op tijd
de waarheid te zeggen tegen de verenigingen. Je was een goed vertegenwoordiger boven
dien, en ik wil daar even de aandacht op vestigen, van het type boerenwethouderwat
steeds minder voorkomt. Niet omdat die boerenwethouders het zo slecht hebben gedaan,
het tegendeel is waar, tientallen jaren hebben juist de boerenwethouders hun kracht
gegeven aan het gemeentebestuur, vanuit een stuk realiteit, de benen op de grond, van
uit een stuk realiteitszin, vanuit nuchterheid, maar vooral vanuit de wil om hard te
werken en dat was jou ook gegeven. Jij verdwijnt vandaag. Wij zwaaien vandaag een boe
renwethouder uit, maar dat moet gezegd zijn, vóór jou hier in onze gemeente, waren er
heel veël boerenwethouders, die hun steun hebben gegeven aan ons gemeentebestuur en
ook in andere gemeenten was het zo dat de boerenwethouder vaak de kern uitmaakte van
het gemeentebestuur. Dat is aan het veranderen, daar doet niemand iets aan, in onze
plattelandsgemeente, daar neemt de boerenstand relatief gezien, qua aantal, niet meer