-11-
de plaats in, die 10, 20, 30 jaar en langer geleden die boerenstand dat deed. Dat be
tekent wellicht.ook dat er minder kans is dat er nog boerenwethouders op collegezetels
komen, maar als dat zo is, dan zijn ze er van harte welkom, want een eresaluut aan al
degenen, aan jou in de eerste plaats, maar al je voorgangers ook, die als boerenwet-
houder gefunctioneerd hebben. Het was een goede zaak dat zij deelnamen aan het gemeen
tebestuur.
Wethouder Oomen, liever Harry, want zo kennen wij jou het beste, bedankt voor het vele
goede dat jij voor de gemeente en de gemeenschap hebt gedaan, bedankt namens al die
mensen, waarvoor jij in die voorbije 16 jaar je zorg hebt gehad. Bedankt voor de
vriendschap vooral in de Raad, de vriendschap ook, persoonlijke vriendschap, in het
College, een hele plezierige verhouding, bedankt voor dat alles. We willen die dank
heel graag ook tegenover jou tot uitdrukking brengen, als gemeentebestuur op de eerste
plaats. Het College heeft gemeend aan Harry Oomen toe te kennen de erelegpenning in
goud. Het is het hoogste en beste eremetaal wat wij in onze onderscheidingen kennen
als gemeente. Het komt hem van harte toe, hij verdient het om dit eremetaal, dit gou
den eremetaal om dat te aanvaarden. Ik leg het even voor hem neer, want op de tweede
plaats, dames en heren, moet ik U zeggen dat - en dat doet me erg veel genoegen - dat
voor de vele verdiensten die Harry Oomen heeft gehad in de gemeente Nieuw-Ginneken,
maar ook daarbuiten - voor zijn aandeel in het verenigingsleven, in en buiten Nieuw-
Ginneken, regionaal, provinciaal en landelijk, Hare Majesteit de Koningin aan Harry
Oomen een onderscheiding heeft toegekend, een zeer hoge onderscheiding. Hij is benoemd
tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Harry, ik heb dat met heel veel genoegen gedaan, ik heb er heel wat uitgereikt de af
gelopen 4 jaar, maar dit was de mooiste. Proficiat.
Harry Oomen, Dames en Heren, kon dit overigens niet waarmaken zonder de steun, de hele
royale steun, de liefdevolle steun denk ik, of weet ik zeker, van zijn vrouw. Als
iemand bereikt wat hij bereikt heeft, dan betekent dat, dat je dat alleen maar kan
doen, als je daarin volledig gesteund wordt door je vrouw en U, Mevrouw Oomen, willen
wij ook in deze huldeblijk betrekken door het aanbieden van dit boeket. Bedankt voor
het vele wat U hebt gedaan, voor de manier waarop U Uw man hebt gesteund en voor de
wijze waarop U klaar hebt gestaan om hem het wethouderschap te laten uitvoeren.
Bedankt
Dames en Heren, ik zou graag nu het woord willen geven aan het oudste raadslid, de
Heer Verkooijen.
Deze zegt:
Meneer de Voorzitter, Meneer Oomen, Mevrouw, het doet me genoegen dat ik als oudste
lid van de Raad na U, meneer de Voorzitter, het woord mag voeren. Allereerst gaan onze
felicitaties uit, namens de Raad, naar de juist geridderde wethouder, meneer Oomen.
Wij vinden dan ook dat deze onderscheiding zeer terecht is verleend voor het vele
werk dat U voor het belang van de gemeente Nieuw-Ginneken gedaan hebt en ook op aller
lei maatschappelijk terrein binnen onze gemeente. De onderscheiding is dus ten volle
verdiend, de kroon op Uw werk. Ook onze felicitatie, Meneer Oomen en Mevrouw, met de
zojuist uitgereikte erelegpenning in goud van onze gemeente. Het is op de dag van van
daag schering en inslag, in het dagblad De Stem, wat betreft aftredende raadsleden en
wethouders, maar er zijn er weinig, Meneer Oomen, die zo'n staat van dienst hebben.
Raadslid en wethouder vanaf 1962 tot 1978. Van 1962 tot 1966 met de Heer Geerts, van
1966 tot 1971 met de Heer Westerterp, van 1971 tot 1974 met ondergetekende en van 1974
tot en met nu met de Heer Willemsen. Van 1962 tot 1974 met burgemeester de Kort en de
laatste 4 jaar met onze huidige burgemeester, van de Ven. U was de enige, Meneer
Oomen, die als lid van het College al die jaren bleef. U bent in al die jaren dezelfde
gebleven. Eerlijk, openhartig, eenvoudig en gemoedelijk, een gewoon man. De deur bij
U aan huis stond voor iedereen open, voor jong en oud, rijk en arm. U wilde o zo graag,
liefst iedereen persoonlijk kennen en daarom bent U altijd, tot op de dag van vandaag
toe, zo nieuwsgierig gebleven, want iedereen kennen, dat lukt in onze gemeente niet
meer en daarom vroeg U wel eens aan mensen die bij U warerv die een ander wel kende;
wie is dat nou ook alweer U zult echter moeten erkennen dat U sprak met die typische
agrarische opmerkingen. U had het altijd over: van voren vastpakken of ze tussen de
burries houden, en wat dacht U van die mensen, die zich zonder kledij soms in en rond
de Galderse Meren bevonden. U werd ook wel eens de Burgemeester van Bavel genoemd, ook
al kon dat natuurlijk niet. Te begrijpen was het wel, want U was overal en altijd aan
wezig bij welke gelegenheid dan ook en dat is altijd bijzonder op prijs gesteld.
