met dien verstande dat aan de benoemden wordt medegedeeld dat een toekomstig be
sluit van de Raad wellicht verandering kan brengen in de samenstelling van de
commissie.
Als over enige tiid de nieuwe verordening in de raad komt kan ieder toch zijn in
breng hebben, ook als dat gevolgen zou hebben voor thans te benoemen leden.
Het zal ook de beheerscommissie vreemd over komen dat ondanks het met haar gepleeg
de overleg en de door haar gedane voordrachten vanavond niet tot benoeming wordt
overgegaan volgens de geldende verordening.
De Heer BEEREPOOT zegt dat het helemaal niet de bedoeling is de bestaan
de samenstelling te wijzigen; wel voelt hij veel voor een eventuele aanvulling.
Er zijn alleen wat problemen met de representativiteit, en hij meent dat het veel
moeilijker is een organisatie die er eenmaal is te wijzigen dan nu te volstaan met
de zittende commissie.
Men .zal'dan ook niet zo gauw iemand voor het hoofd stoten.
De VOORZITTER merkt op dat het hier niet om een principe-kwestie gaat.
Vanuit het overleg wat het College met de beheerscommissie heeft gevoerd komt het als
logisch over vanavond tot benoeming over te gaan. Volgens de beheersverordening zijn
de leden aftredend op het moment dat ook de Raad aftreedt en aan de geldende verorde
ning moet toch zoveel mogelijk de hand worden gehouden.
De Heer H.M.C.J. VAN GILS zegt eveneens van mening te zijn dat het een
goede zaak is vanavond tot benoeming over te gaan, wel met de kanttekening dat bin
nen niet al te lange tijd tot aanvulling kan worden gekomen.
De Heer AARTS, lid van de beheerscommissie, zegt dat er binnen de commissie
al verschillende malen is gesproken over de^wijziging die in de beheersverordening
zou moeten worden aangebracht. Hij meent dat het goed is dat de nieuw te benoemen
commissie de laatste hand gaat leggen aan die wijziging. Ook hij verklaart zich voor
stander van benoeming in déze vergadering.
De Heer BEEREPOOT vraagt of de vergadering een minuut geschorst kan wor
den.
De VOORZITTER voldoet aan dit verzoek.
Na heropening deelt de Heer BEEREPOOT mede met het voorstel van het Colle
ge te zullep meegaan onder het voorbehoud dat hij op deze zaak bij de presentatie
van de definitieve verordening kan terugkomen.
De VOORZITTER zegt dat die mogelijkheid uiteraard bestaat.
De Heer VAN GESTEL merkt op dat iemand uit Gilze op de voordracht staat;
hij vraagt of dit kan.
De VOORZITTER antwoordt dat dit niet in. strijd is met de verordening of
wet.
Hij wijst er verder op dat de door elke groepering naar voren gebrachte voordracht
er vanuit gaat dat de eerstgeplaatste wordt benoemd. Maar uiteraard zijn de raads
leden hierin vrij
Bij de Stichting Katholiek Onderwijs draagt men dus in feite de Heer Teunissen voor,
bij de Bibliotheek MevrHorward-De Morée van Lierde, bij Bavels Belang Mevr. de Graaf-
van Alphen en bij de Jeugdraad 2 personen de Heren van der Veeken en Leppens.
Daarnaast komen dan de 3 personen .die door het College worden voorgedragen, te weten
de Heren Blokdijk, van Gestel en Mevr. van Noesel-van Bergen.
Hierna wordt tot schriftelijke stemmming overgegaan.
Na opening der stembriefjes blijkt dat zijn uitgebracht 15 stemmen op de
dames Mevr. Howard-de Morée van Lierde en van Noesel- van Bergen, alsmede op de
Heren Teunissen, Blokdijk en van Gestel. Verder 13 stemmen op de Heren van der Vee
ken en Leppens, 8 op de Heer Boomaars, 7 op Mevr. de Graaf- van Alphen, 2 op Mej
Wouters en 2 op de Heer Adriaansen.
Benoemd zijn dus de dames en Heren die 15, 13 respectievelijk 8 stemmen hebben be
haald.
Ter benoeming van de raadsleden wordt door de Heer PEGEL kandidaat gesteld de Heer
H.M.C.J. van Gils.; de Heer van Yperen stelt voor de Heer Aarts.
Na opening der stembriefjes blijkt dat 14 stemmen zijn uitgebracht op
de Heer H.M.C.J. vin Gils en 15 op de Heer Aarts. Beiden zijn dus benoemd; zij nemen
hun benoeming aan.