-2-
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
4. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING INGEVOLGE ARTIKEL 50 VAN DE KLEUTER
ONDERWIJSWET VOOR DE AANSCHAFFING VAN NIEUW MEUBILAIR TEN BEHOEVE VAN DE MARIA-
KLEUTERSCHOOL TE ULVENHOUT:
De Heer H.M.C.J. VAN GILS zegt dat het hem bevreemdt dat de Inspectie pas
achteraf advies uitbrengt.
WETHOUDER J.H. VAN GILS antwoordt dat de Inspecteur zich hier precies aan
de wet houdt. De wet schrijft voor dat de gemeenteraad besluit tot het verlenen van
medewerking en dat pas daarna advies wordt uitgebracht over de begroting. Inspecteur
Nielen heeft altijd een ander systeem gevolgd en éérst advies uitgebracht; dat was
voor de gemeente uiteraard veel gemakkelijker. Het systeem van de wet is echter an
ders
De Heer WILLEMSEN merkt op dat voor de Raad moeilijk te beoordelen is of
iets versleten is. Misschien had in het raadsvoorstel kunnen staan wanneer die meubels
zijn aangeschaft.
WETHOUDER VAN GILS antwoordt dat hij het met deze opmerking wel eens kan
zijn, maar hij wijst er op dat deze handelwijze van de Inspecteur toch niets nieuws
is. De vorige Inspecteur van het kleuteronderwijs, Mr. Bottinga, volgde ook precies
het wettelijke systeem en adviseerde pas nadat de Raad beslist had.
De Heer VAN GESTEL merkt op dat de Raad zich ten aanzien van vele zaken
laat adviseren door deskundigen; waarom moet dan in dit geval zonder zo'n advies be
slist worden
De Heer PEGEL zou in overweging willen geven uit te spreken dat de Raad in
principe bereid is medewerking te verlenen, mits de Inspectie als deskundige er mee
instemt.
WETHOUDER VAN GILS herhaalt dat de wet nu eenmaal eerst een medewerkingsbe-
sluit van de Raad voorschrijft en daarna pas het advies van de Inspecteur over het
op de begroting uit te trekken bedrag.
De Heer DEN BROK informeert waar de opbrengst van het niet meer te gebruiken
meubilair naar toe gaat. In Breda b.v. komt het wel voor dat het afgedankte meubilair
naar een vlooienmarkt gaat en de opbrengst voor jeugdverenigingen is. Het lijkt hem
dat de opbrengst ook hier ten goede zou moeten komen aan de gemeenschap.
WETHOUDER VAN GILS antwoordt dat het versleten meubilair op het moment van
buiten gebruik stelling eigendom van de gemeente wordt; de opbrengst is dan ook voor
de gemeente.
De VOORZITTER vat samen dat het vandaag gaat om een besluit tot medewerking,
en dat tezijnertijd nadat de Inspecteur advies zal hebben uitgebracht de aanpassing
van de begroting in de Raad zal komen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de gevraagde medewerking te ver
lenen
5. VOORSTEL TOT HET BENOEMEN VAN WETHOUDER J.H. VAN GILS ALS LID VAN DE BEHEERSCOMMIS
SIE SPORTZAAL BAVEL EN ALS LID VAN DE BEHEERSCOMMISSIE MUZISCHE VORMING NIEUW-
GINNEKEN
De Heer WILLEMSEN merkt op dat er staat vermeld: "wethouder van Onderwijs
en welzijn (incl. jeugd, cultuur sport, bejaardenwerk en recreatie) en Sociale Zaken".
In verband met het woord "incl." vraagt hij wat er bij "welzijn" nog meer bijkomt dan
de tussen haakjes vermelde onderdelen.
De VOORZITTER zegt dat het misschien beter is het woordje "inclusief" te la
ten vervallen. Er zou beter kunnen staan: "onder andere".
De Heer BEEREPOOT vraagt of Wethouder van Gils een bijzondere plaats in
neemt in de beheerscommissie, d.w.z. daar in een bepaalde kwaliteit zitting in heeft.
Dit dan in het licht van de komende nieuwe verordening.
De VOORZITTER antwoordt dat die verordening hier nog geen rol speelt en ook
niet kan spelen; het ontwerp ervan is er nog niet. Denkbaar is wel dat dit straks een
kwaliteitszetel zou kunnen worden, maar op dit moment is het nog een gewone zetel, net
als van de andere leden van de beheerscommissie.
Bij acclamatie wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.