-4- missievergadering gesproken kunnen worden. De Heer VAN YPEREN vraagt of ook commissieleden deskundigen kunnen meebren gen De Heer BEEREPOOT vraagt waarom de Voorzitter een raadgevende stem heeft. De VOORZITTER antwoordt aan de Heer Paulussen dat het standpunt van zijn fractie aan het College bekend is. Maar het College blijft op het afwijkende standpunt staan Aan de Heer van Yperen antwoordt de VOORZITTER dat volgens de ontwerpverordening Bur gemeester en Wethouders en de Commissie bevoegd zijn adviseurs aan de commissie toe te voegen. Een commissielid heeft deze bevoegdheid niet. Bij meerderheid van stemmen zou een commissie kunnen besluiten zo'n adviseur te horen. Aan de Heer Beerepoot antwoordt de VOORZITTER dat de Voorzitter van een commissie ge zien moet worden als discussieleider; dat hij een adviserende stem heeft betekent uiteraard dat hij niet meestemt over het uit te brengen advies, maar hij kan wel zijn visie en die van het College naar voren brengen. Of de commissie zich daar iets aan gelegen laat liggen, dat is een zaak van de commissie zelf. De Heer WILLEMSEN merkt op dat zijns inziens de vergaderingen van de A.R.OB-commissie óók niet openbaar zijn. De VOORZITTER antwoordt dat de hoorzitting openbaar is; daarna trekt de commissie zich in beslotenheid terug om tot een advies te komen. Hierdoor wordt bereiki dat deze commissie nog kan discussiëren over alle aspecten van de kwestie, buiten aan wezigheid van partijen en pers. In de openbare hoorzitting kan ook gediscussieerd wor den, voorzover de Voorzitter van de A.R.O.B.-commissie dat toestaat. De Heer VAN YPEREN vraagt of het juist is dat een adviescommissie in wezen elke belanghebbende bij de discussie kan betrekken door hem als deskundige uit te no digen aanwezig te zijn. De VOORZITTER antwoordt dat dit in principe wel kan, maar dat een commissie er verstandig aan doet een spaarzaam gebruik te maken van deze mogelijkheid. Dit staat ter vrije beoordeling aan de commissie. De Heer BEEREPOOT meent dat in veel gemeenten de vergaderingen van advies commissies wél openbaar zijn. Hij zou graag zien dat hierover informatie werd ingewon nen bij andere gemeenten. De VOORZITTER antwoordt dat hierover zeker ook literatuur te vinden is. Hij is ook graag bereid te bevorderen dat informatie wordt ingewonnen bij andere gemeenten maar overigens is hij van oordeel dat Nieuw-Ginneken hierin een eigen koers kan varen. Het College meent goede redenen te hebben om niet over te gaan tot openbare commissie vergaderingen. Van de kant van het College zijn geen initiatieven te verwachten om tot openbaarheid te komen, maar anderzijds zal wel informatie over de situatie in andere gemeenten verzameld worden. De Heer BEEREPOOT zegt op dit moment accoord te kunnen gaan met niet-open- baarheid, maar zich het recht te willen voorbehouden aan de hand van in te winnen informatie hierop in de toekomst wellicht terug te komen. De Heer AARTS zegt het toch wel een goede zaak te vinden dat de commissie vergaderingen besloten blijven. De behandeling van agendapunten zal bij besloten heid meer diepgaand kunnen zijn. Overigens merkt hij op dat Nieuw-Ginneken toch dui delijk aan openbaarheid doet b.v. door het organiseren van hoorzittingen. De fractie waartoe hij behoort houdt openbare voorbesprekingen. Ook de commissievergaderingen openbaar maken zou de bestuurbaarheid van de gemeente z.i. niet ten goede komen. De VOORZITTER zegt dat bij openbaarheid het College minder bereid zal zijn om met inside-informatie te komen. Hij wijst hierbij op het gebied van de ruimtelijke ordening waar men vanaf het prille begin gedachten gaat vormen over wat zou moeten gebeuren in de verschillende wijken. Niet alle gedachten van het eerste moment moeten dan meteen openbaar worden De Heer PAULUSSEN zegt dat zijn fractie met de verordening accoord kan gaan, maar graag ziet hij genoteerd dat dit niet geldt ten aanzien van de beslotenheid van de vergaderingen. Met inachtneming van dit voorbehoud, en tevens met de wijziging van "leden" in "raadsleden", wordt de verordening overigens ongewijzigd vastgesteld, zonder hoofdelijke stemming.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 239