-6-
Uw bijdrage, meneer Pegel, heeft vooral gelegen in het werk dat U hebt gehad in het
Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest, aanvankelijk als lid van het Dagelijks Bestuur
van de Regioraad, 4 jaar geleden ongevormd tot Stadsgewestraad.
U zat daarin namens de Zuidfractie en U hebt dat altijd met enthousiasme gedaan,
in de overtuiging dat gemeentepolitiek niet ophoudt bij de grenzen van de gemeente,
dat het een goede zaak is om als gemeente ook óver die grenzen heen te kijken en
problemen die een meer regionaal karakter dragen aan te pakken samen met collegae
bestuurders uit andere gemeenten en op deze manier de zaken van de gemeente te die
nen op hoger niveau.
Het is goed dat een raadslid zoiets doet met een grote dosis plezier; het moet be
paald niet alleen een opdracht zijn die als een last ervaren wordt.
U hebt met name de zorg gehad voor de brandweer, voor het milieu, en daarbij denk ik
vooral aan de vuilstort Bavel. Daaraan hebt U nogal wat aandacht moeten besteden.
De realisatie van de vuilstort in Bavel en de regionalisatie van de brandweer zijn
twee erg belangrijke zaken geweest in het Stadsgewest; U hebt daarbij Uw eigen in
breng gehad. U bent iemand die vaak a l'improviste te werk gaat, die ook wel eens
ontstuimig tewerkgaat, en dat kon ook. In alle oprechtheid mag ik zeggen dat over
dat alles heen Uw zorg lag voor het meer algemene belang, niet meer het deelbelang.
U hebt geprobeerd in die jaren om dat grotere belang te dienen.
U bent een goed raadslid geweest, een plezierig collega.
Vorige week heb ik U horen zeggen dat U zelf er ook van geleerd hebt, in die zin dat
U ervaren hebt hoe moeilijk het soms is het publiek bedrijf dat gemeente heet te
dienen. Evenmin als in het pariculiere bedrijf is het hier altijd rozegeur en mane
schijn. Het is prettig op deze manier een stuk verrijking te kunnen opdoen.
Gezegd mag worden dat de gemeente geprofiteerd heeft van de inbreng van U, meneer
Pegel
Namens de Raad van Nieuw-Ginneken wil ik U daarvoor bedanken".
De VOORZITTER besluit met mede te delen dat het gemeentebestuur besloten heeft de
Heer Pegel de Erelegpenning van de gemeente toe te kennen. Hij nodigt hem uit naar
voren te komen en reikt hem de Erelegpenning uit.
Het oudste raadslid, de Heer DEN BROK, krijgt hierna het woord.
Hij zegt dat hij de Heer Pegel als raadslid, slechts enkele vergaderingen heeft mee
gemaakt en daarnaast nog enige malen in het kader van de A.R.O.B.-commissie. Aan
deze vergaderingen heeft hij ten aanzien van de Heer Pegel bijzonder prettige herin
neringen over gehouden. Hij gelooft ook namens de andere raadsleden te spreken wan
neer hij zegt dat hij respect heeft voor de wijze waarop de Heer Pegel van de Raad
afscheid neemt. De Heer Pegel neemt deze beslissing omdat hij door zijn vele werk
zaamheden genoodzaakt is vaak in het buitenland te vertoeven, waardoor hij diverse
vergaderingen (waaronder de zeer belangrijke begrotingsvergaderingen) niet zou kun
nen bijwonen. Hij wenst de Heer Pegel het allerbeste toe.
De Heer PEGEL zegt dat hij na 8 jaar toch met een zekere weemoed uit de
Raad vertrekt. Maar het is nu eenmaal zo dat hij te vaak in de vergaderingen zou
moeten ontbreken. Als men iets doet, moet men het ook goed doen. Al deze jaren heeft
hij het raadslidmaatschap met plezier vervuld en hij hoopt dat degenen die na hem
komen het met hetzelfde plezier zullen doen. Hij is blij met de ervaringen die hij
in deze periode heeft opgedaan; het is inderdaad zo dat hij er veel van geleerd
heeft. Ook heeft hij mensen leren kennen, mensen leren waarderen, veel vriendschap
ondervonden. Met genoegen zal hij op deze tijd blijven terugzien, in de hoop dat
ook de vriendschap bestendigd zal blijven.
Hij dankt de Voorzitter en de Heer Den Brok voor de vriendelijke woorden aan zijn
adres en wenst tenslotte de Raad een voorspoedige toekomst en vooral een vruchtbare
samenwerking
6. SCHRIFTELIJKE VRAGEN:
Deze zijn niet ingekomen.
7. RONDVRAAG EN SLUITING:
De Heer VAN YPEREN zegt een briefje gekregen te hebben dat hij 's avonds
op het gemeentehuis het plan De Bunder en eventuele andere stukken kan komen bestu
deren. Graag zou hij vernemen waarom hij dergelijke stukken niet mee naar huis mag