dat gevraagd wordt met spoed te zorgen voor de naleving van het bepaalde in artikel
28 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en om de bewijsstukken daarvan in te zenden.
Hij vraagt wat dit precies inhoudt.
De VOORZITTER antwoordt dat het hier gaat om een publicatie van de goedkeu
ring. Die heeft inmiddels plaats gehad, en ook verder is aan de wens van de provincie
voldaan.
De Heer H.M.C.J. VAN GILS zegt dat het tot vreugde stemt dat het bestemmings
plan Galder goedgekeurd is. Hij vraagt of er plannen zijn voor verdere kleine uit
breidingen.
De VOORZITTER antwoordt op deze vraag bevestigend: er is al een ontwerp-be-
stemmingsplan in een redelijk gevorderd stadium. Binnen enkele maanden komt het in de
Commissie Ruimtelijke Ordening. Er is bovendien een enquête gehouden naar de behoefte
aan woningen.
De VOORZITTER zegt voor verdere informatie te willen verwijzen naar het be
leidsplan, waarin ook een en ander over deze aangelegenheid gezegd wordt.
Zonder hoofdelijke stemming worden alle op de agenda vermelde stukken voor
kennisgeving aangenomen.
3. AANBIEDING VAN DE GEMEENTEBEGROTING 1979:
De VOORZITTER zegt dat de bedoeling is deze begroting met bijbehorende
stukken, waaronder het Beleidsplan 1979-1983, in 2 raadsvergaderingen te behandelen,
n.l. op 8 en 15 december.
De Heer VAN TETERING vraagt of het mogelijk is dat het antwoord van het
College op de algemene beschouwingen van de fracties wat eerder bij de fracties kan
zijn, b.v. tenminste één dag tevoren. Het antwoord van de fracties kan dan beter over
dacht zijn.
De VOORZITTER zegt dat dit ook een kwestie van haalbaarheid is. In het ver
leden kreeg de Raad na het antwoord van het College een uurtje gelegenheid om weer te
reageren. Dat is misschien wat kort, maar anderzijds zal het College toch ook weer
spontaan moeten reageren op de antwoorden vanuit de Raad. In zekere zin is dit dus
een verschuiving van de moeilijkheid.
De VOORZITTER meent dat het een beetje teveel zou worden nog eens een derde raadsver
gadering tussen te schuiven. In 2 avonden moet het wel kunnen.
De VOORZITTER wijst er op dat het ambtelijk apparaat het antwoord van het College moet
voorbereiden, waarna het College zich er over gaat buigen. Daarna volgt dan de uit
werking en met dit alles zijn de maandag, dinsdag en woensdag zeker gemoeid. Er zal
naar gestreefd worden het antwoord van het College uiterlijk donderdag vóór de tweede
vergadering bij de raadsleden te bezorgen.
Op een vraag van de Heer AARTS antwoordt de VOORZITTER nog dat het antwoord
van het College zeker in de raadsvergadering zal worden voorgelezen, zodat ook de pu
blieke tribune er kennis van zal kunnen nemen.
De Raad gaat zonder hoofdelijke stemming met de voorgestelde procedure
accoord.
4. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN REKENINGCOURANTOVEREENKOMSTEN VOOR HET JAAR 1979:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.
5. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN VASTE GELDLENINGEN VOOR HET JAAR 1979:
De Heer WILLEMSEN merkt op dat in het raadsvoorstel staat dat het in de
praktijk is voorgekomen dat een aanbieding voor een geldlening werd gedaan juist na
dat een raadsvergadering was gehouden. Hij vraagt of dit meermalen is voorgekomen en
of dit lang geleden is. In het voorstel wordt verder gewag gemaakt van nog te ver
wachten investeringen, welke in het beleidsplan zijn opgenomen. De Heer WILLEMSEN
vraagt of hier bedoeld wordt het beleidsplan 1978 of dat van het komende jaar.
De VOORZITTER antwoordt dat situaties zoals in het voorstel gesignaleerd
zich in het wat langere verleden sporadisch hebben voorgedaan. Een aanbieding van een
geldlening is slechts een beperkt aantal dagen geldig en zonder een besluit als hier
bedoeld zou het nodig kunnen zijn op zeer korte termijn een extra raadsvergadering