-5-
10. VOORSTEL TOT GOEDKEURING VAN DE JAARREKENING 1977 VAN DE STICHTING OPENBARE
LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK NIEUW-GINNEKEN
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.
Op voorstel van de VOORZITTER wordt na dit agendapunt eerst aan de orde gesteld
agendapunt 14
14. VOORSTEL TOT VASTSTELLING EN TOT WIJZIGING VAN VERORDENINGEN INGEVOLGE DE WINKEL
SLUITINGSWET 1976:
Op een vraag van de Heer VAN DER WESTERLAKEN of ook banken onder de Winkel
sluitingswet vallen antwoordt de VOORZITTER dat hij zich dit nauwelijks kan voorstel
len.
De SECRETARIS voegt hier aan toe dat banken in ieder geval op zaterdag niet
open zijn, winkels daarentegen wel.
De Heer VERKOOIJEN merkt op dat A.B.N., Amrobank en Rabobank afgesproken
hebben op donderdagavond open te zijn. Ook in Breda is dat zo.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
15. VOORSTEL TOT VOORLOPIGE VASTSTELLING VAN DE BEDRAGEN, ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL
55TER, le EN 2e LID DER LAGER ONDERWIJSWET 1920:
De Heer WILLEMSEN zegt dat in het voorstel aan de Raad staat dat het advies
van de Commissie Welzijn ter inzage is gelegd; hij heeft het echter niet kunnen ont
dekken. Verder merkt hij op dat hij - hoewel lid van deze Commissie - géén uitnodiging
voor de vergadering gekregen heeft en dus ook geen bericht van verhindering heeft kun
nen sturen.
De Heer WILLEMSEN vraagt waarom de gemeenteraad niet reeds de beslissing genomen heeft
zoals bedoeld is in artikel 55quater. In dat artikel wordt gewezen op een bedrag per
leerling als vergoeding van de kosten bedoeld in het le lid van artikel 55bis.
In artikel 55bis staat dus welke kosten dat zijn. De Heer WILLEMSEN meent dat ook de
kosten van artikel 55 onder 1. hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen.
De Heer H.M.C.J. VAN GILS zegt het op zichzelf helemaal met het voorstel
eens te zijn. Niet echter met de toelichting. Het is voor iemand die niet in het onder
wijs zit en ook de wetten niet ter beschikking heeft een onleesbaar stuk.
De Heer VAN TETERING zegt eveneens veel moeite met dit voorstel gehad te
hebben, voordat hem duidelijk werd waar het om ging.
WETHOUDER VAN GILS antwoordt dat het advies van de commissie wél ter inzage
heeft gelegen. Maar waarschijnlijk is het pas wat later in net agendadossier gekomen.
Dat de Heer Willemsen geen uitnodiging voor de commissievergadering heeft gekregen is
hem onbegrijpelijk. Er zal voor gezorgd worden dat zoiets in de toekomst niet meer
gebeurt.
Van 2 raadsleden heeft de WETHOUDER begrepen dat zij het voorstel van het College erg
moeilijk en technisch vonden. Zo echter is de opmerking van de Heer Willemsen over
artikel 55quater enz. hem óók overgekomen.
De Heer WILLEMSEN zegt te hebben willen doen uitkomen dat het een erg moei
lijk geformuleerd voorstel is.
WETHOUDER VAN GILS antwoordt dat het stuk inderdaad voor niet-insiders wat
onleesbaar over kan komen. Het gaat er echter om dat in de eerste plaats de Raad dient
vast te stellen wat de werkelijke kosten van het openbaar onderwijs in 1977 geweest
zijn, blijkend uit de gemeenterekening; verder wat volgens de begroting 1977 voor het
openbaar onderwijs uitgegeven mocht worden en tenslotte het verschil tussen beide be
dragen. Zoals uit het voorstel blijkt is er minder uitgegeven dan geraamd was en dit
heeft verder geen consequenties. Zou er méér uitgegeven zijn dan geraamd was dan zou
dit wél consequenties gehad kunnen hebben voor het bijzonder onderwijs; dit op grond
van het beginsel van de financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder alge
meen vormend lager onderwijs.
De Heer H.M.C.J. VAN GILS vraagt in de toekomst bij d:' soort min of meer
technische zaken een meer begrijpelijke toelichting te willen hanteren met vermelding
van zo min mogelijk wetsartikelen.