-7-
Als de Raad meegaat met het voorstel betekent dat een tolereren van een vuilhoogte van
17 meter, en dat terwijl officieel niet boven maaiveld gestort mag worden.
Verder is de controle op het storten nauwelijks geregeld; de contracten die met de
verschillende gemeenten afgebouwd moeten worden worden nauwelijks vermeld; ook is niets
bekend over het totaal wat er gestort zal worden. Er wordt gezegd dat als de stadswijk
bij Dorst-Bavel er niet komt in ieder geval de vuilstort gewaarborgd is.
De Heer VAN YPEREN vraagt zich af of het niet nodig wordt voor het gebied waar de vuil
stort zich op het moment bevindt een bestemmingsplan vast te stellen.
Volgens het voorstel wordt gedacht aan een beheerscommissie van het Stadsgewest, waar
in het Stadsgewest vertegenwoordigd zal zijn, verder de Grontmijde gemeente Zeven
bergen, en als laatste pas de gemeente Nieuw-Ginneken. Het Stadsgewest wordt dan ver
gunninghouder en de eerste verantwoordelijke. Maar de vuilstort zelf wordt ook blij
kens het voorstel dan toch beheerd door de Grontmij. Voor wat dat betreft draagt het
Stadsgewest de uitvoering dus helemaal over aan de bestaande maatschappij
Al met al vraagt de Heer VAN YPEREN zich af of het niet beter is dit voorstel van het
Stadsgewest in zijn geheel te verwerpen.
De Heer BEEREPOOT zegt dat er voorzichtigheid moet worden betracht bij de
uitbreiding van de taken van het Stadsgewest. In versterkte mate speelt dit zijns in
ziens bij de nu voorgestelde regeling.
De Heer BEEREPOOT vraagt waarom dit onderwerp, gezien de ruimtelijke consequenties,
niet is behandeld in de Commissie Ruimtelijke Ordening. Verder vraagt hij hoe het komt
dat een aantal raadsleden het betreffende rapport van het Stadsaewest niet toegezonden
heeft gekregen.
Op het voorstel zelf ingaande, merkt de Heer BEEREPOOT op dat hem niet duidelijk is
wat met deze wijziging van de Stadsgewestregeling nu eigenlijk bereikt wordt. Er komt
in ieder geval een kostenverhoging voor de gemeenten, ook voor Nieuw-Ginneken.
Verder zou de Heer BEEREPOOT graag iets meer willen weten over het provinciale plan
in deze: is het zo dat men in de toekomst moet komen tot 2 locaties, 3 locaties met
Waalwijk mee Zijns inziens zou hét plan ook kunnen bestaan uit meerdere locaties.
De Heer BEEREPOOT meent dat in ieder geval geprobeerd moet worden te komen tot een in
richtingsplan voordat bepaalde bevoegdheden worden overgedragen aan het Stadsgewest.
Men zou zich ook af kunnen vragen of niet eerst gekomen zou moeten worden tot een be
stemmingsplan, waarbij dan de bevoegdheden in eigen hand blijven.
Over het rapport wat ter visie heeft gelegen merkt hij op dat er al bepaalde besluiten
door het Stadsgewest zijn genomen. Hij vraagt zich af of dit consequenties heeft voor
de gemeente. In het rapport wordt o.a. gesteld dat de vuilstort sterk zal uitbreiden.
Dat vindt de Heer BEEREPOOT uitermate moeilijk te accepteren.
Zijn fractie is van oordeel dat er in ieder geval uitzicht moet zijn op een afbouw
van de vuilstort.
Verder vraagt zijn fractie zich af waarom niet gesproken wordt over een reeds nu be
ginnen met een landschappelijke inpassing van de bestaande vuilstort. In het verleden
is dit al eens ter sprake geweest, maar een plan is er nog niet.
Dan is er nog het probleem van de controle. Er gaan verhalen dat gemeenten van ver
buiten de regio hier hun vuil storten.
Resumerende meent de Heer BEEREPOOT dat eerder gedacht moet worden aan afbouw van de
vuilstort Bavel dan aan uitbreiding.
De Heer H.M.C.J. VAN GILS zegt dat zijn fractie de stukken die ter inzage
hebben gelegen verre van compleet vindt. In de inleiding van het voorstel van het
Stadsgewest wordt gezegd dat het een vervolgvoorstel is op een eerdere beslissing
inzake de afvalverwerking, met name de aanwijzing van 2 regionale stortplaatsen in
Bavel en Zevenbergen.
De Heer VAN GILS zegt dat dit besluit en het rapport Afvalverwerking en Afvallocaties
bij zijn weten niet in de Raad en ook niet in de Commissie Ruimtelijke Ordening bespro
ken is. Ook vindt hij dat bij de stukken nog 2 andere rapporten horen, n.l. het rap
port Afvalstoffenberging Bavel, landschappelijk bekeken, en het rapport Bodemgesteld
heid en Grondwaterhuishouding in de omgeving van de vuilstort Bavel.
Verder merkt hij op dat de fractie Gemeentebelangen Bavel bij de algemene beschouwingen
over de gemeentebegroting in december 1976 en 1977 haar zorg heeft uitgesproken over
de ontwikkeling van de vuilstortplaats Bavel.