-14- 2. WELZIJNSBELEID: Meneer de Voorzitter, in het hoofdstuk welzijnsbeleid wordt de verwachting uitgesproken, dat de Rijksbijdrageregeling Sociaal-Cultureel Werk de vermoedelijke ingangsdatum zal kennen van 1 januari 1979. In verband hiermede ziet onze fractie met grote belangstelling de voorstellen van het College op korte termijn tegemoet. Het gaat immers vooral om het stellen van bepaalde prioriteiten en dan is in gevoe lige zaken als deze een rustige voorbereidingstijd noodzakelijk. In het beleidsplan staat voorts dat de Raad vóór 1 januari 1979 een opgave dient te verstrekken van de diverse aanvragen voor Rijkssubsidie. Het betreffende lijstje van 1978 is toegevoegd. Onze fractie mist op dat lijstje de naam van Scouting Ulvenhout. Bij het onderdeel onderwijs wordt ten aanzien van de integratie van het onderwijs ge steld, dat de periode tot de inwerking treding van de nieuwe wet op een andere wijze dient te worden overbrugd. Wij vragen ons af wat met die opmerking konkreet bedoeld wordt In de beleidsnota wordt in beperkte mate de integratie van het kleuter- en basisonder wijs behandeld. Maar heeft het College in de beleidsvoornemens ook gedacht aan reeële voorstellen ten aanzien van de verwezenlijking der integratie? Onze fractie, meneer de Voorzitter, is van mening dat de voorbereiding van de nieuwe wet op het basisonderwijs niet van de grond kan komen zonder een deskundige begelei ding van de onderwijsgevenden. Het is inmiddels algemeen bekend, dat het in de bedoeling van de regering ligt om in 1983 de nieuwe wet op het basisonderwijs van kracht te doen zijn. Wij missen in het beleidsplan 1979 - 1983 dan ook node de beleidsplanning in deze richting. Onze fractie, meneer de Voorzitter, zou het erg op prijs stellen als er daadwerkelijke stappen ondernomen zouden worden om te komen tot een zodanige situatie dat ook de scholen van Nieuw-Ginneken gebruik zouden kunnen gaan maken van de dienstverlening van de School- advies en begeleidingsdienst te Breda. Voorts is onze fractie ernstig bezorgd over de gehele financiële situatie van het onderwijs. Wij zijn van mening dat het dalend aantal leerlingen en de voorbereiding op de nieuwe onderwijswet een hoger bedrag per leerling vereisen dan door het College wordt voorgesteld. Ten aanzien van het onderdeel sport, meneer de Voorzitter, wil onze frac tie graag het belang van de komende sportnota onderstrepenEen goed inzicht in het totale gemeentelijke sportgebeuren en in de te verwachten ontwikkelingen zijn ons inziens onontbeerlijk voor het bepalen van een goed beleid. Wij vinden het derhalve verheugend dat het College de verwachting heeft dat de sportnota nog in 1978 in concept gereed zal zijn. De zinsnede"onmiddellijk daarna zal aan alle belangstellen den en overige belangstellenden in de gemeente gelegenheid worden gegeven commentaar te geven en aanvullende wensen kenbaar te maken", is voor ons enigszins onduidelijk. Wie zijn eigenlijk de overige belangstellenden? De ontwikkelingen rond het sportcomplex "Jeugdland" zullen door ons met grote aan dacht gevolgd worden. We spreken duidelijk het verlangen uit dat in deze zaak vol doende snelheid betracht zal worden Onze fractie meneer de Voorzitter, kan in grote lijnen meegaan met de ideeën ten aan zien van de overige sportcomplexen. Dan meneer de Voorzitter zijn we gekomen bij de maatschappelijke dienst verlening. Ten aanzien van het welzijn der bejaarden, wordt in het beleidsplan dieper ingegaan op de huisvesting. De opvatting van het College dat aan de huisvesting van de bejaar den in verzorgingstehuizen een aantal nadelen en gevaren kleeft met name ten aanzien van de gezondheid is voor ons volstrekt onduidelijk. Wij zijn wel met IJ van mening, dat de vraag naar bejaardenwoningen zal blijven stij gen. Wij hadden echter graag gezien, dat het niet bij deze konstatering was gebleven maar dat gelijkertijd de konsekwenties hiervan in het beleidsplan naar voren werden gebracht Meneer de Voorzitter, ons commentaar op het onderdeel "volksgezondheid" kan kort zijn. Wat is namelijk het geval? "Volksgezondheid" komt in het beleidsplan helemaal niet voor. Er wordt met geen enkel woord over dit belangrijk onderdeel gerept. Betekent dit nu onderwaardering of gebrek aan visie? Meneer de Voorzitter, het hoofdstuk financiën geeft ons aanleiding het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 326