-20-
Ten aanzien van de aansluiting op het aardgasnet merkt de Heer VAN GESTEL op dat het
bedrijf en ook het College uitgaan van het principe dat de investering rendabel moet
zijn. Hij merkt op dat gasaansluiting eigenlijk tot het normale voorzieningenpakket
behoort en dat het toch niet persé rendabel behoeft te zijn. Er zijn in de gemeente wel
méér voorzieningen die niet rendabel zijnf
De Heer ROPS merkt op dat ten aanzien van de tennisakkommodatie weer sprake
is van "enige vertraging". Het is nu voor de derde keer dat de oorzaak bij Staatsbos
beheer zit. Eerst bij de uitbreiding van de huidige twee banen, toen na de aankoop van
grond van Breda en nu kan de gemeente weer niet vooruit. Toch belooft het College dat
het zijn best zal doen. Hieraan wordt niet getwijfeld, maar de vraag is wel hoe lang
het nog gaat duren. Er staan 300 a 400 mensen te wachten om te kunnen tennissen. Het
wordt urgent dat voor hen een oplossing komt.
De Heer ROPS zegt te kunnen waarderen dat de velden in het bos komen te liggen, in
plaats van op de van de gemeente Breda gekochte grond. Maar hij vraagt wanneer de
tennisbanen gerealiseerd zullen zijn.
Verder merkt de Heer ROPS ten aanzien van de fietspaden langs de Strijbeekseweg op
dat als hij goed gerekend heeft dit fietspad uitkomt op een breedte van 6,60 meter,
exclusief de sloot. Die sloot is aan de bovenkant minimaal 3 a 4 meter. Er zal dus een
strook nodig zijn van ongeveer 10 meter breed. Dit lijkt hem onuitvoerbaar, zeker in
verband met de geplande rijksweg.
Verder wordt ten aanzien van de fietspaden opgemerkt dat er in de toekomst een gepro
grammeerd wegenonderhoud zal komen .Hij vraagt wat hier onder "toekomst" wordt verstaan.
De Heer ROPS merkt vervolgens op dat Nieuw-Ginneken wat de katecheet betreft een uit
zondering is in het Dekenaat Breda. Er wordt een bijdrage gevraagd afhankelijk van
het aantal leerlingen en het aantal leerkrachten. Volgens de begroting 1979 van het
Dekenaat zou dit voor Nieuw-Ginneken een bedrag betreffen van 11.464,
De Heer ROPS zegt dat zijn fractie graag zou zien dat ook Nieuw-Ginneken hier een
steentje bijdraagt.
Als Nieuw-Ginneken het niet betaalt moet het uit het bedrag per leerling komen.
De Heer VAN TETERING merkt op dat ook van de kant van het C.D.A. opmerkingen
zijn gemaakt over de woonwagenstandplaats. In het bijzonder is gewezen op het geven
van voorlichting terzake han de raadsleden die straks met deze problematiek gekonfron-
teerd zullen worden.
Gesproken is over voorlichting door een deskundige over vragen als: wat zijn nu eigen
lijk woonwagenbewoners, wat is hun levenssituatie, wat zijn hun gewoonten.
De Heer VAN TETERING meent dat een dergelijke voorlichting in het belang is niet alleen
van de raadsleden maar ook voor de bevolking, zeker van dat gemeentedeel waar de loka-
tie zal komen.
Bijzonder tevreden is de Heer VAN TETERING over het antwoord van het College met be
trekking tot de rijksbijdrageregeling sociaal-kulturele aktiviteiten.
Wel heeft hij nog een vraag met betrekking tot bladzijde 15 .Daar staan enkele vereni
gingen genoemd, zoals Jong Nederland, Ontspanningsclub Galder-Strijbeek enzovoorts.
Zijn vraag is: als de gemeente dit uitsluitend voor haar rekening heeft gesubsidieerd
dan akkoord met het standpunt van C.R.M. Als dat niet zo is, waarom komt er dan geen
rijksbijdrage?
Bij bladzijde 16 (verdere meningsvorming over de subsidiering) vraagt hij of ook hier
rekening wordt gehouden met ter visielegging en het eventueel maken van bezwaren.
In hoeverre kunnen plaatselijke instellingen in deze hun mening buiten een officiële
procedure om kenbaar maken?
Ten aanzien van de maatschappelijke dienstverlening zou de Heer VAN TETERING, naast de
bij de algemene beschouwingen uitgesproken waardering, toch willen opmerken, dat de
uitdrukking op bladzijde 19, dat namelijk de afdeling sociale zaken op immaterieel
gebied aan de weg timmert, niet gelukkig gelukkig gekozen is. Deze afdeling behoeft
niet aan de weg te timmeren. Het College stelt dat de kliënt uitdrukkelijk moet te ken
nen geven of hij door de overheid in zijn immateriële nood geholpen wenst te worden
De Heer VAN TETERING vraagt zich af of dit wel juist is. Meestal weet men dit meteen.
Liever zou hij daarom zien dat de afdeling sociale zaken de kliënt de mogelijkheid
biedt een keuze te doen: uit hulpverlening door de overheid dan wel door een particu
lier instituut.