gemeente nieuw-qinneken
JJ
Raadsvergadering
21 maart 1978
Agenda Nr. 16
Klass. nr. -1.75
Onderwerp:
Voorstel inzake de recreatiemogelijkheden nabij de
Galderse Meren.
Ulvenhout, 8 maart 1978.
Aan de Raad,
Aanleiding.
Sinds het ontstaan van de Galderse Meren vindt er in en om het water
recreatie plaats.
Hoewel niet in deze fase van zandwinning al bedoeld tot een recreatief
object, oefent de in de loop der ja~ren ontstane waterplas, gelegen nabij een fraaie
bosrijke omgeving, kennelijk een dermate grote aantrekkingskracht uit op het pu
bliek dat allengs steeds meer vormen van recreatie zich ter plaatse manifesteren.
In dit verband kunnen onder meer worden genoemd het zonnebaden, het varen met
speedboten, het surfen en het zwemmen.
Telkenjare neemt de stroom van recreanten toe. Hun herkomst is niet
alleen Breda en omgeving; ook de in Brabant recreatie zoekende randstedeling
heeft in grote getalen de Galderse Meren ontdekt.
Hoewel niet geheel ongevaarlijk - alle vormen van recreatie vinden
plaats op eigen risico - voorziet het gebied van de Galderse Meren kennelijk zo
danig in een behoefte, dat het publiek de onvolkomen accommodatie van de Galderse
Meren voor lief neemt en in steeds grotere omvang gebruik maakt van de aanwezige
mogelijkheden.
De eigenaresse van de grond, de gemeente Breda, heeft nimmer maatrege
len genomen om de aanwezigheid van publiek van haar eigendom te weren. Dit is in
zoverre verklaarbaar omdat in de oorspronkelijk opzet van het plan "De Galderse
Meren" de bedoeling heeft voorgezeten om na de voltooiing van een vrij omvang
rijke - centrale - zandwinning ten behoeve van de aanleg van een tweetal gedeel
ten van rijkswegen aan het betreffende gebied een (dag-) recreatieve bestemming
van formaat te geven.
Een in opdracht van de bij de planontwikkeling betrokken gemeenten
Breda, Nieuw-Ginneken en Rijsbergen door de Grontmij uitgebracht rapport dat ver
dere vorm gaf aan de plannen tot zandwinning en recreatieve inrichting van dit
gebied werd de bas^s voor het bestemmingsplan "De Galderse Meren". Door elk van
de 3 deelnemende gemeenten werd voor zover het hun grondgebied betrof het bestem
mingsplan vastgesteld. Een en ander geschiedde medio 1970.
Door opgetreden stagnatie in de aanleg van het wegvak Bavel-Rijsbergen,
deel uitmakende van rijksweg A 58 is de door Rijkswaterstaat ter plaatse van de
Galderse Meren bedoelde zandwinning eveneens in de toekomst verschoven. Dit feit,
de mededeling in 1972 van de toenmalige Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie
en Maatschappelijk Werk dat dit recreatieproject niet subsidiabel kon worden ver
klaard wegens het ontbreken van een basisplan voor de openluchtrecreatie dan wel
van een voorstudie voor de recreatiestreek Baronie van Breda, het ontbreken van
zekerheden ten aanzien van de bestuurlijke achtergronden, dekkingsmiddelen en
prioriteiten in het recreatiebeleid voor genoemde streek, benevens de sindsdien
opgetreden inzichten in de behoefte aan dergelijke grootschalige openluchtrecrea
tieprojecten, hebben ertoe bijgedragen dat het recreatiegebeuren aan en nabij de
Galders'e Meren vanuit een ander perspectief moet worden bezien.