gemeente nieuw-ginneken
Raadsvergadering
21 maart 1978
Agenda Nr. 17
Onderwerp:
Voorstel tot het vaststellen van de grenzen van de
bebouwde kommen ingevolge de Boswet.
Klass. nr. -1.823.2
Ulvenhout, 8 maart 1978.
Aan de Raad,
Ingevolge het vijfde lid van artikel 1 van de Boswet (Wet van 20 juli
1961, Stb. 256)houdende nieuwe regelen ter bewaring van bossen en andere hout
opstanden, zoals deze wet gewijzigd is bij de Wet van 9 mei 1963, Stb. 246, stelt
de gemeenteraad bij door het college-van Gedeputeerde Staten goed te keuren be
sluit vast, welke voor de toepassing van deze wet de grenzen van de bebouwde kom
men der gemeente zijn.
Tot op heden zijn bedoelde grenzen in onze gemeente nog niet vastge
steld.
De functie van de grenzen van de bebouwde kommen voor de toepassing
van de Boswet is tweeledig:
In de eerste plaats gelden de bevoegdheden vein het Rijk en de verplich
tingen tegenover het Rijk alleen buiten de bebouwde kommen. Deze betreffen moge
lijke kapverboden enerzijds en aanmeldingsplicht van vellingen en mogelijke her
plantplicht anderzijds.
In de tweede plaats zijn de bevoegdheden van de gemeenten en de pro
vincies binnen de bebouwde kommen in principe onbeperkt, maar buiten de bebouwde
kommen betreffen ze slechts de alleenstaande bomen, bepaalde kleine bosjes en
overigens alle houtopstanden die geen deel uitmaken van een bij het Bosschap ge
registreerde bosbouwonderneming.
Van voorgenomen vellingen van houtopstanden, anders dan bij wijze van
dunnen, buiten de bebouwde kommen, dient mededeling te worden gedaan aan de Di
recteur van het Staatsbosbeheer. Een vergunning voor het vellen, anders dan bij
wijze van dunnen, van houtopstanden binnen de bebouwde kommen moet ingevolge art.
139 van de Algemene Politieverordening worden aangevraagd bij burgemeester en wet
houders. In beide gevallen zijn bomen van bepaalde soort en bestemming aan de re
gelingsbevoegdheid van de overheid onttrokken.
In het ontwerp-raadsbesluit met bijbehorende plattegronden is rekening
gehouden met al gerealiseerde bebouwing en bestemmingen in de kommen Bavel» Galder en
Ulvenhout en ook met in de nabije toekomst vorm te geven bestemmingsplannen. Het
ontwerp is opgesteld in nauw overleg met de Hoofdingenieur-Directeur voor de Land
inrichting in Noord-Brabant.
Na bekendmaking heeft het ontwerp gedurende de wettelijke voorgeschre
ven termijn van dertig dagen (18 januari tot en met 16 februari 1978) voor een
ieder ter inzage gelegen. Er zijn geen bezwaarschriften tegen de voorgenomen vast
stelling binnengekomen, zodat Uw Raad thans kan overgaan tot vaststelling van het
besluit in de voorliggende vorm.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN,
De Secretaris, De Burgemeester,
Th. Bossink. M. van de Ven.