plaats de kwestie van de openbare naaktrecreatie. De geschiedenis van de Galderse
Meren is in het voorstel weergegeven.
De Heer PAULUSSEN zegt dat zijn fractie akkoord kan gaan met een bijdrage
naar rato van het inwonertal in de kosten van de geklede recreatie.
Ten aanzien van de naaktrecreatie merkt hij op dat de Raad van Breda in een motie
aan Nieuw-Ginneken heeft aangedrongen op wijziging van de politieverordening van
Nieuw-Ginneken in die zin dat naaktrecreatie niet meer strafbaar zou zijn. De pri
vaatrechtelijke eigenaresse gebruikt hier de publiekrechtelijke status om meer
kracht aan dit verzoek bij te zetten.
De Heer PAULUSSEN vraagt zich af hoe de gemeente Nieuw-Ginneken zou reageren wan
neer een privé persoon een soortgelijk verzoek zou doen.
Overigens heeft een ambtelijke werkgroep voorstellen gedaan om de naaktrecreatie
in te passen in het overige recreatiepatroon bij de Galderse Meren.
Zowel door het College van Burgemeester en Wethouders van Nieuw-Ginneken als dat
van Breda zijn uitspraken gedaan die in de pers terecht gekomen zijn en die bij de
Vrienden van het vriendelijke strand de suggestie hebben gewekt dat een en ander
snel gerealiseerd zou kunnen worden.
Het voorstel van het College om NIET tot aanleg van een naaktstrand over te gaan is
in de krant verschenen en het resultaat is geweest een brief van de Commissie Jeugd,
Sport en Recreatie van de gemeente Breda aan de raadsleden van Nieuw-Ginneken om
het verzoek wat door de Raad van Breda bij motie is gedaan toch te ondersteunnen
Ook is er een brief gekomen van de Vrienden van het vriendelijke strand met opmer
kingen die niet al te plezierig zijn. Er wordt gesproken over preutsheid van de
gemeente Nieuw-Ginneken, over niet-democratisch handelen, er worden vergelijkingen
getrokken met het buitenland, zelfs met natuurvolkeren, enz.
De Heer PAULUSSEN zegt dat uitgangspunt van de gemeente altijd is geweest dat de
Galderse Meren een beperkte regionale functie zouden krijgen. De meerderheid van de
Nieuw-Ginnekense bevolking heeft kennelijk geen behoefte aan naaktrecreatie.
Zij fractie staat daarom op het standpunt dat openbare naaktrecreatie hier niet
gewenst is. Een vergelijking met b.v. het Noordzeestrand gaat helemaal niet op.
Zou aan de Galderse Meren een beperkt gebied toegestaan worden voor deze vorm van
recreatie dan zou dat een wervingseffect hebben wat niet gewenst is. De consequen
ties zijn gewoon niet te overzien.
De Heer PAULUSSEN meent tenslotte dat Breda als eigenaresse op een wat onzindelijke
manier de verantwoordelijkheid voor deze zaak geheel bij Nieuw-Ginneken legt, ter
wijl Breda zelf in haar eigen A.P.V. nog strengere maatstaven aanlegt dan Nieuw-
Ginneken. Dat is hem vanmiddag gebleken uit informatie van de gemeentepolitie van
Breda.
De Heer PAULUSSEN meent dat Breda op eigen terrein een gebied voor openbare naakt
recreatie ter beschikking zou moeten stellen.
Aan het College van Nieuw-Ginneken zou hij willen adviseren voorzichtig met uit
spraken te zijn in dit soort emotionele zaken.
De Heer PEGEL zegt dat de Galderse Meren een probleem blijven. Op warme
dagen zijn er wel duizenden mensen en het is gewenst er een geordend recreatieoord
van te maken. Hij hoopt daarom dat in overleg met Breda er een goed plan uit de bus
zal komen waarvan dan de kosten naar rato van het inwonertal zouden moeten worden
verdeeld. Jammer is dat de gemeente Rijsbergen zich inmiddels heeft teruggetrokken.
Ten aanzien van de naaktrecreanten meent hij dat het hier maar gaat om enkele tien
tallen personen. Ze mogen dan het strand schoon hebben geruimd, feit is dat een
zeer groot aantal mensen bezwaar maakt tegen deze vorm van recreatie.
De Heer PEGEL meent dat het niet aan de Raad is een oordeel uit te spreken of
naaktrecreatie goed of slecht is en evenmin om te zeggen of onze mensen preuts of
niet preuts zijn. Er zijn zoveel bezwaren vanuit de gemeente en er is zo weinig
behoefte aan openbare naaktrecreatie dat zijn fractie zich geheel kan stellen
achter het voorstel van het College om géén openbaar terrein aan te wijzen voor
die vorm van recreatie.
De Heer J.H. VAN GILS constateert dat het College enkele voorstellen
heeft gedaan die eigenlijk zijn ingegeven door de gemeente Breda. Naar zijn mening
heeft de Raad van Breda een wat eenzijdige uitspraak gedaan. Die Raad heeft n.l.
niet gezegd dat er tegen het recreëren bij de Galderse Meren in het algemeen (zo-