Breda aan te kopen had de fractie Leefbaarheid een ander voorstel. Toen is uit drukkelijk beloofd dat de zaak eerst in de Raad zou komen in een totaal plan vóór dat besloten zou worden er tennisvelden aan te leggen of iets anders. Verder wordt er veel gepraat over U.T.V.T.C. Breda en ook T.C. Ulvenhout, maar daarnaast is ook uitdrukkelijk gesteld dat er ook gelegenheid moet zijn om vrij te tennissen en dat het niet zo moet zijn dat één vereniging alles voor het zeggen krijgt. De VOORZITTER zegt dat ook iemand die wil tennissen buiten verenigings verband daartoe gelegenheid zal hebben. Met de opvatting dat het de Raad is die bepaalt wat voor velden er komen is de VOORZITTER het geheel eens: het College weet heel goed dat het de Raad is die de benodigde kredieten moet voteren. Ander zijds is toch voor iedereen wel duidelijk dat het College denkt aan tennisvelden en niet aan b.v. rugbyvelden. Straks zal een ontwerp-inrichtingsplan aan de Raad worden voorgelegd en dan is de beslissing verder aan de Raad. Zou een en ander wat langer gaan duren dan nu gehoopt wordt dan ongetwijfeld tussentijds verslag worden gedaan aan de Raad. De VOORZITTER concretiseert dit door toe te zeggen dat zo ongeveer om de 2 maanden een overzicht van de stand van zaken zal worden gegeven; de raadsleden zullen hun informatie dan niet meer uit de krant behoeven te halen. De Heer VAN DER WESTERLAKEN igerkt op dat hij toch niet zo gelukkig is met de tennisaccommodatie tegen de bosrand aan. Een voetbalveld zou er minder afbreuk doen aan het aanzicht van het bos. De VOORZITTER antwoordt dat het College ook liever de tennisbanen in het bos zou willen leggen. Dan kunnen veel bomen behouden blijven. Met Staatsbosbeheer is hier al over gesproken, en daarbij is tot uitdrukking gebracht dat het niet mo gelijk is de van Breda gekochte grond voor andere dan sportdoeleinden te gebruiken. Zoals al eerder gezegd bestaat er nog een kans dat in deze iets bereikt zal kunnen worden Ten aanzien van de openbare kleuterschool antwoordt de VOORZITTER aan de Heer Platzbeecker dat nog dit voorjaar een beslissing van het ministerie wordt verwacht. Er zal nog eens geïnformeerd worden hoe de stand van zaken is. Aan de Heer Vefkooijen antwoordt de VOORZITTER dat de pers herhaaldelijk en uitvoerig aandacht besteedt aan de Markdalweg en speciaal dan de aanleg daarvan in de omgeving van de Bieberglaan. Voor wat betreft het tracé op Nieuw-Ginnekens gebied heeft de Provinciale Waterstaat een aantal studies verricht, o.a. is de Grontmij er bij betrokken geweest. Eerst zal de Statencommissie (de Commissie Ver keer en Wegen), er nog een principe-uitspraak over moeten doen. Wel is informeel overleg gevoerd met het College. Officieel kan er nog niets over gezegd worden. Inderdaad bestaat een goede kans dat de gemeente D.A.C.W.-subsidie zal krijgen voor de reconstructie van de riolering in de Dorpstraat. Nagegaan wordt nog of samen hiermede een verkeerstechnische aanpassing van deze straat mogelijk is. Ongetwijfeld zullen de werkzaamheden een zekere overlast betekenen voor de midden standers, maar die zal zoveel mogelijk beperkt gehouden worden door telkens slechts een gedeelte af te sluiten. De Heer VERKOOIJEN wijst er op dat de ervaring met de Strijbeekseweg, die ook als D.A.C.W.-object verbeterd is, niet zo geweldig gunstig is. Hij zegt te hopqn dat zoiets in de Dorpstraat niet zal gebeuren. WETHOUDER OOMEN merkt op dat de Strijbeekseweg toch wel aanzienlijk beter is geworden; dit neemt niet weg dat voor de Dorpstraat een goede aannemer moet wor den gevonden die zo snel mogelijk werkt. Naar aanleiding van de opmerking van de Heer Paulussen over de richtlij nen bij verkoop van bouwgrond zegt de VOORZITTER dat het door hem gesignaleerde probleem ook aan het College bekend is. Het komt inderdaad voor dat iemand juist niet in aanmerking komt en ook de volgende keer niet geholpen kan worden. Alleen rekening houden met de datum van inschrijving is echter ook niet de juiste oplos sing; dit zou mogelijk maken dat men zich alvast maar laat inschrijven om dan over enkele jaren vooraan te staan. Het College zal zich hier nog eens over beraden. De Heer PAULUSSEN zegt het echt gewenst te vinden dat hierop gestudeerd wordt; nu komt het voor dat men gefrustreerd raakt als men voor de tweede keer ge passeerd wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 69