De VOORZITTER herhaalt dat een zwembad géén regionale voorziening is; het College
erkent graag dat het schoolzwemmen er niet de dupe van mag worden. Uit de ontvangen
antwoorden van de schoolbesturen blijkt trouwens nog helemaal niet dat men "in" is
voor schoolzwemmen in plaats van gymnastiek. Daar moet de Inspecteur nog over ge
hoord worden en overleg met de schoolbesturen en schoolhoofden is nodig. Het College
wil dus zeker ook ten aanzien van het schoolzwemmen verdere stappen ondernemen.
De Heer AARTS zegt door het antwoord van de Voorzitter gerustgesteld te zijn.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN blijft bij zijn mening dat de verhoging van de bij
drage aan Breda gefaseerd zou moeten gebeuren.
Verder meent hij dat schoolzwemmen niet in de plaats van gymnastiek moet komen; het
lijkt hem gewenst hierover in Breda informatie te trekken.
De Heer PEGEL zegt van mening te blilven dat het nu niet het juiste moment is
aan Breda een hogere bijdrage voor het zwembad Wolfslaar aan te bieden; misschien
kan het over een jaar nog eens bekeken worden, of eventueel bij de behandeling van
de begroting 1979. Hij wil niet zeggen dat er gefaseerd moet worden; het bedrag is
arbitrair, hoewel zijns inziens toch ook weer niet te hoog.
De Heer VERKOOIJEN herinnert er aan dat ook in de Commissie Financiën het een
en ander te doen is geweest over de verhoging van deze bijdrage. Zijn fractie is
uiteindelijk met het bedrag van 25.000,accoord.
De Heer PEGEL zegt er een initiatiefvoorstel van te willen maken om de beslis
sing over dit punt uit te stellen tot december. Door enkele raadsleden wordt dit
voorstel gesteund.
De VOORZITTER zegt dat het College aanneming ervan ontraadt. Het vindt geen
essentiële argumenten er aan ten grondslag liggen.
Hij laat tot stemming overgaan.
Vóór het voorstel van de Heer Pegel stemmen de leden PEGEL, VAN DER WESTERLAKEN,
HUIJBEN, PAULUSSEN en PLATZBEECKER; tégen de leden AARTS, H.M.C.J. VAN GILS, BINK,
OOMEN, WILLEMSEN, VAN DUN, J.H. VAN GILS en VERKOOIJEN.
Het is dus verworpen met 5 tegen 8 stemmen.
Nu is opnieuw aan de orde het voorstel van het College om de bijdrage aan Breda te
verhogen tot 2,50 per inwoner.
De Heer PEGEL, gesteund door enkele andere raadsleden, vraagt hierover stemming.
Vóór het voorstel van het College verklaren zich de leden AARTS, H.M.C.J. VAN GILS,
BINK, OOMEN, WILLEMSEN, VAN DUN, J.H. VAN GILS, VERKOOIJEN en PLATZBEECKER; tégen de
leden PEGEL, VAN DER WESTERLAKEN, HUIJBEN en PAULUSSEN.
Het is dus aangenomen met 9 tegen 4 stemmen.
De VOORZITTER schorst hierop de vergadering voor drie kwartier.
Na heropening stelt hij aan de orde:
5. VOORSTEL TOT VERGOEDING ONROEREND-GOED-BELASTING AAN BESTUREN BIJZONDER ONDER
WIJS IN NIEUW-GINNEKEN:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda
voorgesteld.
6. VOORSTEL TOT WIJZIGING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING HYPOTHEEKFONDS NOORD-BRABANTSE
GEMEENTEN
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agen
da voorgesteld.
7. AANBIEDING GEMEENTEREKENING 1976:
Deze aanbieding wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming voor ken
nisgeving aangenomen.