ten aanzien van vestiging in De Bunder ligt dit anders. Vandaar dus dat het College
is afgeweken van het voorstel van de Commissie.
De Heer J.H. VAN GILS meent dat het College best van mening met de Commissie
mag verschillen, maar dan had dit in het raadsvoorstel toch wel beter tot uitdruk
king mogen komen. Nu leek het meer een typefout I
De VOORZITTER zegt wel te willen toegeven dat de afwijkende mening wat duide
lijker aangestipt had moeten worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
14. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER S.A.M.
VORSTIUS KRUIJFFKLEIN WOLFSLAAR 25 TE BAVEL, TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN BOUW
VERGUNNING:
De Heer VERKQOIJEN merkt op dat de beroepscommissie de man wel de gelegenheid
zou willen geven een nieuwe bouwaanvrage in te dienen voor de paardenstal, maar wel
op een andere plaats dan eerst aangevraagd.
De VOORZITTER antwoordt dat het College dit ook al aan aanvrager te kennen
heeft gegeven, n.l. voor een beperkte stallingsruimte nabij de woning. Maar kennelijk
was daaraan geen behoefte. Althans is niet op deze suggestie ingegaan.
Het College is wél in voor een bescheiden stallingsruimte voor het onderkomen van een
paard of pony en wil aan de realisering«daarvan zeker medewerken.
WETHOUDER OOMEN merkt op dat er altijd stallen gestaan hebben. Die zijn in
middels zo bouwvallig geworden dat er iets nieuws moet komen. Zoals de Voorzitter
al heeft opgemerkt is het College graag bereid aan een bescheiden stalling ter ver
vanging mee te werken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten zoals de agenda voorgesteld.
15. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER J. DE
WERD, VOGELSANCK 24 TE ULVENHOUT, TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN BOUWVERGUNNING:
Op een vraag van de Heer PEGEL of hij goed begrepen heeft dat de bouwvergun
ning geweigerd werd omdat de buren daar bezwaren tegen hadden zegt de VOORZITTER
dat het standpunt van de buren mede in de overweging is betrokken; de bouwaanvrage
was echter in strijd met de voorschriften van het bestemmingsplan. Het College pleegt
de geldende voorschriften soepel te interpreteren in de geest waarin ze bedoeld zijn.
Voorschriften die een aantal jaren geleden zijn vastgesteld worden in nieuwe plannen
vaak wat gewijzigd opgenomen. Het is echter een ondoenlijke zaak die "oude" plannen
steeds aan de veranderende inzichten aan te passen. Zoveel mogelijk streeft het Col
lege er dan echter toch naar ook de "oude" voorschriften in het licht van de latere
inzichten toe te passen. Als dat aanleiding geeft de instemming van b.v. de buren
te vragen dan voorkomt zo'n instemming later problemen.
In dit geval echter is de hier bedoelde medewerking niet verkregen.
Vandaar het afwijzende besluit van het College, waarbij de beroepscommissie zich
heeft aangesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
16. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER M. NAGT-
ZAAM, ANNEVILLELAAN 52 TE ULVENHOUT, TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN BOUWVERGUNNING
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agen
da voorgesteld.
17. VOORSTEL INZAKE BEHANDELING VAN DE BEROEPSCHRIFTEN VAN DE VRIENDEN VAN HET VRIEN-
DELIJKE STRAND EN VAN DE HEER FORTUIN TEGEN HET RAADSBESLUIT VAN 21 MAART 1978 OM
NIET OVER TE GAAN TOT WIJZIGING VAN DE ALGEMENE POLITIEVERORDENING OP HET STUK
DER NAAKTRECREATIËT
De VOORZITTER zegt dat de door de Raad ingestelde AROB-Commissie hedenmorgen de
bezwaarmakers de gelegenheid heeft geboden hun bezwaren mondeling toe te lichten.
Alleen de Heer Fortuin heeft hiervan gebruik gemaakt.
De AROB-Commissie heeft vervolgens een advies opgesteld.
De Gemeentesecretaris leest dit advies in zijn geheel voor.