-2-
Gebleken was echter dat de afstand tussen deze centra en scholen, -zowel in
geografisch als psychologisch opzicht, te groot was om op dit terrein effec
tief werkzaam te kunnen zijn.
De landelijke centra trekken zich uit de concrete begeleiding van de scholen
voor kleuter- en lager onderwijs terug en deze funktie wordt overgenomen door
de plaatselijke en regionale onderwijsbegeleidingsdiensten.
In de vierde fase, die zich de laatste jaren heeft afgetekend, is een
toenemende aandacht zichtbaar bij de onderwijsbegeleidingsdiensten voor de
sociale omgeving van de school. Men is zich bewust geworden dat de onderwijsre
sultaten niet los gezien kunnen worden van de positie van de school in het so
ciale milieu en van de belangstelling en steun van de ouders voor het onderwijs.
In deze ontwikkeling weerspiegelt zich het inzicht in de verbondenheid van onder
wijs en samenleving en de erkenning van het onderwijs als vitale faktor in het
persoonlijke en sociale welzijn van de mens.
Uit het voorgaande wordt duidelijk dat een verschuiving heeft plaats
gevonden van een verbrokkelde dienstverlening gericht op geïsoleerde aspecten
van de school, naar een gekoördineerde dienstverlening, gericht op het gehele
schoolgebeuren
In dezelfde ministeriële diskussienota wordt de volgende funktieomschrij-
ving gegeven van de onderwijsbegeleidingsdiensten:
zij verlenen in regelmatig en direct kontakt met de school een geïntegreerde
ondersteuning bij
- de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijsleerproces in de school;
- de bevordering van een optimale schoolloopbaan van alle leerlingen;
- het optimaal funktioneren van de school in zijn sociale omgeving.
Het Werkverband van Plaatselijke- en Regionale Onderwijsadviescentra
omschrijft in zijn brochure "Onderwijsbegeleiding" een onderwijs-advies- en be
geleidingsdienst als een instituut, dat zich dienstverlenend en stimulerend op
stelt.
a. ten opzichte van de onderwijsgevenden, schoolbesturen en ouders om hen te
steunen in hun verantwoordelijkheid voor het funktioneren en ontwikkelen van
het onderwijs, mede gezien vanuit het maatschappelijk verband, waarin dit is
geplaatst, en
b. ten opzichte van de leerlingen teneinde hen te helpen binnen hun mogelijkheden
optimaal gebruik te maken van de onderwijsvoorzieningen.
Het schoolwerkplan speelt hierbij een centrale rol. In een nota van het
hiervoor genoemd Werkverband van maart 1978 wordt gesteld:
De doelstelling van een onderwijsbegeleidingsdienst dient te stoelen op één
centrale opgave, namelijk de school te helpen bij het formuleren en realiseren
van haar doelstellingen; concreter gezegd: de school te helpen bij het opstel
len, effectueren en evalueren van een adequaat en consistent schoolwerkplan".
Het bovenstaande impliceert een integratie van de zogenaamde systeem
begeleiding en de zogenaamde individuele begeleiding De "meer-poots"-conceptie,
waarbij de ondersteuning gericht op de ontwikkeling en vernieuwing van de school
(=systeembegeleiding) en de dienstverlening gericht op het voorkomen en verhel
pen van storingen in het onderwijsleerproces bij individuele leerlingen (- in
dividuele of leerlingenbegeleiding) en tenslotte de hulp bij het bevorderen van
de betrokkenheid van de school bij de samenleving sociale dimensie) als af
zonderlijke opgaven van de dienst werden gezien, is algemeen verlaten.
2. De relatie van de onderwijsbegeleidingsdienst met het onderwijs.
Aan de relatie tussen de onderwijsbegeleidingsdienst en de school liggen
de volgende uitgangspunten ten grondslag:
- de begeleiding is gebaseerd op vrijwilligheid;
- de begeleiding heeft een dienstverlenend en ondersteunend karakter
- de school behoudt zijn eigen verantwoordelijkheid voor de inhoud en vormgeving
van het onderwijs.
Het uitgangspunt van de vrijwilligheid houdt niet alleen de vrijheid