OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKENGEHOUDEN OP DINSDAG
24 APRIL 1979, TE 20.00 UUR, TEN GEMEENTEHUIZE.
Aanwezig: de leden van de Raad:
M.P.A. AARTS, DRSA.J. BEEREPOOT, C.M. DEN BROK, A.J. VAN DUN, A.J.J.
VAN GESTEL, J.H. VAN GILS, F.L.M. PAULUSSEN, H.H.M. PLATZBEECKERJ.A.
ROPSB.P. VAN TETERING, P. VAN YPERENC.J. VERKOOIJEN, J.C. VAN DER
WESTERLAKEN en W.CH. WILLEMSEN.
Afwezig met kennisgeving: het lid H.M.C.J. VAN GILS
VOORZITTER: DRS. M.J.H. VAN DE VEN
SECRETARIS: MR. TH. BOSSINK.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed, heet
iedereen welkom, en stelt vervolgens aan de orde:
1. NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD P.P. 13 MAART 1979:
De Heer VAN DER WESTERLAKEN merkt bij bladzijde 8, ongeveer midden, op
dat hij ook nog gezegd heeft dat het aantal verkeersborden afbreuk zal doen aan het
dorpse karakter van Ulvenhout. Hij zou dit graag toegevoegd zien.
Verder is toen ook een vraag gesteld over het aantal borden dat geplaatst gaat wor
den, nl. of de wethouder kon mededelen hoeveel er zouden komen. Hij zegt deze vraag
nu opnieuw te willen stellen.
De VOORZITTER zegt dat hij tegen de aangegeven toevoeging geen bezwaar
heeft.
Op de vraag over het juiste aantal borden antwoordt WETHOUDER VERKOOIJEN dat hij dit
nog niet kan opgeven. Over enige tijd zal dit wel mogelijk zijn.
De Heer WILLEMSEN vestigt er de aandacht op dat genotuleerd is dat Wet
houder Verkooijen geantwoord heeft dat "een en ander in overeenstemming is met de
mening in de verkeerscommissie"Hij meent dat als de wethouder dit gezegd heeft dit
toch niet helemaal met de mening in de verkeerscommissie in overeenstemming is.
De VOORZITTER zegt dat het antwoord van de wethouder wel juist in de notu
len is weergegeven. Daarover gaat het nu.
Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen vastgesteld conform het ont
werp, echter met inachtneming van de door de Heer Van der Westerlaken beoogde toe
voeging.
2. INGEKOMEN STUKKEN:
Bij punt d. (intrekking verzoek schoolbestuur Ulvenhout ten aanzien van de
ombouw van de centrale verwarming) vraagt de Heer ROPS wat de oorzaak van de intrek
king is.
WETHOUDER VAN GILS zegt dat in een gesprek met het schoolbestuur is mede
gedeeld, dat het verzoek niet voor inwilliging vatbaar was omdat vervanging van ver
sleten apparatuur niet kan plaats hebben op grond van artikel 50 van de Kleuteronder
wijswet of artikel 72 van de Lager Onderwijswet. Het schoolbestuur was het met deze
visie eens.
De Heer ROPS zegt dat de gasleiding toch tot binnen is aangelegd.
De WETHOUDER antwoordt dat dit niet wegneemt dat het verzoek niet valt on
der de genoemde onderwijswetten. Het schoolbestuur zou op eigen kosten tot de om
schakeling kunnen overgaan. Uit het bedrag per leerling dient qereserveerd te worden
voor eventuele vervangina als gevolg van slijtage.
Zonder hoofdelijke stemming worden alle op de agenda vermelde stukken voor
kennisgeving aangenomen.