-2-
3. VOORSTEL TOT VOORLOPIGE VASTSTELLING VAN DE GEMEENTEREKENING 1977:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming worden de rekeningen 1977 van
het gemeentelijk grondbedrijf, van de dienst sportzaal Bavel, en van de Algemene
Dienst voorlopig vastgesteld zoals ze zijn aangeboden.
4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE ie WIJZIGING VAN DE BEGROTING 1979 VAN HET GE
MEENTELIJK GRONDBEDRIJF ALSMEDE DE DAARUIT VOORTVLOEIENDE 15e WIJZIGING VAN DE
ALGEMENE DIENST:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.
5. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANSCHAF VAN EEN
NIEUWE GRASMAAIMACHINE VOOR OPENBARE WERKEN
De Heer WILLEMSEN vraagt of al een besluit is genomen wie deze machine mag
leveren.
WETHOUDER VERKOOIJEN antwoordt dat de bedoeling is dat eerst wordt proef
gedraaid vooraleer tot aanschaffing wordt overgegaan.
De Heer WILLEMSEN merkt op dat er 2 offertes zijn uitcrebracht; is al bekend
wie straks de opdracht tot levering krijgt
WETHOUDER VERKOOIJEN herhaalt dat de machines eerst geprobeerd zullen wor
den.
De Heer WILLEMSEN zegt dat het over 2 dezelfde machines gaat. Moeten ze
dan toch allebei proefdraaien voordat beslist wordt over de bestelling
De Heer BEEREPOOT interrumpeert met de opmerking dat zijns inziens de vra
gen van de Heer Willemsen te ver gaan. Hij meent dat de Raad moet beslissen over het
krediet en niet over de vraag wie zal leveren.
De VOORZITTER zegt dat de Heer Willemsen de vraag correct gesteld heeft.
Hij heeft gevraagd naar de procedure en daarop is door de wethouder een juist ant
woord gegeven. De beslissing wie de levering krijgt opgedragen moet nog door het
College genomen worden. Op dit moment is het dus nog een open zaak of v.d. Velde
uit Galder zal leveren danwel De Korte uit Breda.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten zoals op de agenda voor
gesteld.
6. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN DE "SUBSIDIEVERORDENING NIEUW-GINNEKEN 1979":
De Heer PLATZBEECKER merkt op dat hij met de verordening kan instemmen.
Wel zou hij graag vernemen aan wie het Regionaal Dienstverleningscentrum Breda ver
antwoording schuldig is. Verder zou hij willen voorstellen de Heemkundekring Paulus
van Daesdonck uit Nieuw-Ginneken een subsidie van 0,05 per inwoner toe te kennen
in plaats van een bedrag van 300, dit om de waardering voor de aktiviteiten van
deze kring tot uitdrukking te brengen.
De Heer WILLEMSEN zegt dat in de commissievergadering ook gesproken is
over het open bejaardenwerk en toen is geconstateerd dat de subsidiëring daarvan
eigenlijk vergeten was. Hij vraagt hoe dit nu gerealiseerd gaat worden.
De Heer BEEREPOOT zegt deze verordening een bijzonder goed stuk werk te
vinden. Geconstateerd kan worden dat getracht is zoveel mogelijk objectieve normen
in de verordening op te nemen. Wel zou hij de suggestie van de Heer Platzbeecker
inzake het hogere subsidie voor Paulus van Daesdonck willen steunen.
De Heer AARTS zegt zich te willen aansluiten bij hetgeen de Heer Beerepoot
gezegd heeft.
De VOORZITTER concludeert dat de Raad geheel achter de subsidieverhoging
voor de Heemkundekring staat. Ook het College kan met dit voorstel accoord gaan.
Ten aanzien van het Regionaal Dienstverleningscentrum Kleinbedrijf Breda merkt hij
op dat dit vroeger heette Borgstellingsfonds voor Westelijk Noord-Brabant. Dat Fonds
had een bestuur dat gekozen werd uit de bestuurderen van de diverse gemeenten. Elke
gemeente vaardigde een vertegenwoordiger af. Verder was de provincie er in vertegen
woordigd, het Ministerie van Economische Zaken en ook de Kamer van Koophandel.
In de nieuwe opzet is dit zo gebleven, al is er een duidelijker koppeling aan het
Ministerie van Economische Zaken.