-11-
De Heer PLATZBEECKER zegt het met de Heer Beerepoot eens te zijn. Hij
meent dat men moet ophouden met onderscheid te maken tussen autochtonen en alloch
tonen: allen zijn inwoners van Nieuw-Ginneken, en dan moet gelden" gelijke monniken,
gelijke kappen.
De Heren BEEREPOOT en PLATZBEECKER vragen stemming over het voorstel tot
samenvoeging van de punten 3 en 4
De VOORZITTER laat tot deze stemming overgaan. Als voorstemmer wordt aan
gewezen wethouder J.H. van Gils.
Vóór het voorstel van de Heren Beerepoot en Platzbeecker spreken zich uit de Heren
PLATZBEECKER, BEEREPOOT, VAN GESTEL, ROPSVAN TETERING en DEN BROK.
Tégen de Heren J.H. VAN GILS, VAN YPERENVERKOOIJEN, AARTS, PAULUSSEN, WILLEMSEN,
VAN DUN, en VAN DER WESTERLAKEN. Het is dus verworpen met 8 tegen 6 stemmen.
Ten aanzien van punt 6 stelt de Heer PLATZBEECKER, gesteund door de Heer
BEEREPOOT, voor van de termijn van 10 jaar 5 jaar te maken. Hij herhaalt dat geen
enkel gezin een langere periode dan 5 jaren kan overzien. Altijd kunnen zich on
verwachte omstandigheden voordoen, b.v. invaliditeit, andere werkomstandigheden,
belangrijke gezinsuitbreiding. Dan is het erg hard een termijn van 10 jaar te
blijven hanteren.
De VOORZITTER brengt het voorstel tot wijziging van punt 6 in stemming.
Er vóór spreken zich uit de Heren PLATZBEECKER, BEEREPOOT, VAN GESTEL, ROPS, VAN
TETERING en DEN BROK.
Tégen verklaren zich de Heren J.H. VAN GILS, VAN YPEREN, VERKOOIJEN, AARTS, PAU
LUSSEN, WILLEMSEN, VAN DUN, en VAN DER WESTERLAKEN. Ook dit voorstel is dus met
6 tegen 8 stemmen verworpen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda
voorgesteld.
23. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN GRONDPRIJZEN IN HET BESTEMMINGSPLAN BEEKHOEK-II
EN MACHTIGING TOT VERKOOP VAN BOUWGROND DOOR BURGEMEESTER EN WETHOUDERS:
De Heer PLATZBEECKER zegt dat volgens de 2e alinea van het voorstel de
Woningbouwvereniging St. Laurentius plannen in voorbereiding heeft genomen voor de
voor 1979 toegewezen woningwetwoningen. Hij wil in herinnering brengen de situatie
die gespeeld heeft tijdens de zittingsperiode van de vorige raad. Er waren toen
nogal wat probelemen bij de uitwerking van de plannen voor Beekhoek-I. Hij vraagt
of het College in overweging heeft genomen iemand anders dan de Bouwvereniging een
kans te geven.
De Heer WILLEMSEN zegt uit het overzicht van de grondprijzen opgemaakt
te hebben dat de prijzen die op 31 maart 1978 golden beduidend hoger lagen dan de
prijs nu. Hij vraagt wat daarvan de oorzaak is. De maximale prijs was toen f 95,
nu 88,
De VOORZITTER antwoordt dat hier de differentiatie in de grondprijzen een
rol speelt. Aan de Heer Platzbeecker antwoordt hij dat de Bouwverenigina altijd de
woningwetwoningen bouwt. De woningen die de Heer Platzbeecker bedoelt, in Beekhoek-
I, waren premiewoningen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
24. VOORSTEL TOT HET BEPALEN VAN EEN STANDPUNT MET BETREKKING TOT:
1. DE NOTA RUIMTELIJKE HOOFDSTRUCTUUR, BETREFFENDE DE HERZIENING VAN HET
STREEKPLAN WEST-BRABANT
2. DE DISCUSSIENOTA VAN HET STADSGEWEST BREDA VOOR DE ONTWERP-REACTIE OP DE
NOTA RUIMTELIJKE HOOFDSTRUCTUUR:
De Heer WILLEMSEN zegt in grote lijnen met het voorstel van het College
te kunnen meegaan. Toch heeft hij nog enkele opmerkingen en vragen.
Op bladzijde 1 zegt het College dat de onzekerheid over de aanwijzing van Dordrecht
als groeistad zal moeten leiden tot een voorzichtig standpunt met betrekking tot
de overloop. De Heer WILLEMSEN zegt dat zijn fractie deze aanwijzing van Dordrecht
erg zou toejuichen en dat eventueel al rekening gehouden kan worden met een sterke
indamming van die overlooo.
Op bladzijde 2 schrijft het College dat tijdig onderzocht zal moeten worden wat
een dergelijke verandering inhoudt voor bouwlokaties als b.v. Bavel/De Bunder.