-15- De Heer Beerepoot vindt verder een termijn van 10 jaren voor de herziening van het streekplan te lang. De VOORZITTER wijst er echter op dat dit een wettelijke ter mijn is. Overigens gaat er erg veel tijd in zo'n plan zitten, en een termijn van 5 jaren is dan ook nauwelijks haalbaar. Het College voelt er echter ongetwijfeld voor om meer mensen er bij te betrekken om op die manier tot een zo groot mogelijke inspraak te komen. Verder merkt de VOORZITTER nog op dat de desbetreffende beheerscommissie van het stadsgewest ongetwijfeld aandacht zal besteden aan andere manieren van vuilverwer king, zoals verbranding en recycling. De Heer WILLEMSEN betuigt zijn dank voor het uitvoerige antwoord van de Voorzitter. Hij is het geheel eens met de visie zoals de voorzitter die voorgedra gen heeft, maar hij is toch bang dat die visie niet helemaal blijkt uit de gevolgde' redactie van het voorstel aan de raad. Daarom is zijn vraag of deze nota nu aange past wordt, of dat die in déze vorm naar het stadsgewest gaat. Verder zou de Heer WILLEMSEN nog graag vernemen de relatie tussen de ligging van de bouwplaats en de overloop vanuit de Randstad, en wat verstaan wordt onder het bundelen van de laagste groeiklassenWordt daarmede bedoeld dat de kleine kernen een vereniging moeten vormen De VOORZITTER antwoordt op dit laatste dat hij bedoeld heeft het laten samensmelten van de groeiklassen 1, 2 en 3 tot één groeiklasse. De Heer VAN YPEREN vraagt of met het antwoord gewacht kan worden totdat zekerheid bestaat over de S 11. De VOORZITTER antwoordt dat dit niet mogelijk is: vóór 1 mei moet geant woord worden. De Heer BEEREPOOT constateert dat tussentijdse herziening van een streek plan wettelijk niet mogelijk is. Hij meent dat het toch ook van belang is, met na me voor de regio West-Brabant, dat er aandacht wordt besteed aan allerlei andere sectoren. Hij denkt hierbij aan sociale, maatschappelijke en economische ontwikke lingen, die van essentieel belang kunnen zijn voor de ontwikkeling in de komende jaren. Hij heeft willen pleiten voor een meer geleidelijke beoordeling van de ruimtelijke ontwikkelingen in het kader van die andere ontwikkelingen. Wat hem betreft mag er in de toekomst aan een wijziging van het streekplan best wat minder papier besteed worden. Hij blijft van mening dat meer fase-gewijs uitvoeren beter zou zijn. De VOORZITTER antwoordt aan de Heer Willemsen dat de nota in elk geval gewijzigd zal worden ten aanzien van hetgeen is gezegd over het dorpsgezicht van Bavel. Voor het overige ziet hij geen aanleiding de nota te wijzipen. Zover hij heeft begrepen zegt de Heer Willemsen niet dat er fouten in staan. Over de redactie is natuurlijk altijd te twisten, maar het College meent dat de gevolgde redactie een goede en acceptabele is. Over de relatie tussen de ligging van de bouwplaats en de overloop zegt de VOORZIT TER dat als bouwlokaties zijn genoemd Teteringen, Oosteind, Bavel enz. Die zijn al lemaal bedoeld om een stuk overloop op te vangen. Het College is nu van mening dat de bouwlokatie bij Bavel niet zonder meer bestemd moet worden om de overloop op te vangen. Hij wijst in dit verband op de oud-inwo ners. Misschien kan het gewenst zijn de redactie op dit punt nog wat te verduide lijken. De bijstelling van het streekplan, zoals de Heer Beerepoot die bedoelt, dus omdat maatschappelijke of economische toestanden zich wijzigen, moet uiteraard kunnen. Het nieuwe instrument wat daarvoor gaat gelden is het.stadsgewestelijk structuur plan. Er zijn ook afspraken tussen provincie en stadsgewest dat het structuurplan ook inderdaad meer volgend zal zijn ten aanzien van ontwikkelingen als door de Heer Beerepoot bedoeld. Daar zal dus het instrumentarium gevonden kunnen worden om tijdig in te spelen op wijzigende omstandigheden. Na deze uitvoerige discussie wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld, met dien verstande dat de passage omtrent het dorpsgezicht van Bavel beter geredigeerd zal worden, en dat ook de redactie van punt 4 op bladzijde 3 wat verduidelijkt zal worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 152