qemeente nieuw-qir rieken
V^X y jRaads vergadering
26 juni 1979
Agenda Nr. 7
Klass. nr. -1.851.2.01
Onderwerp
Voorstel tot het aanstellen van vakonderwijzers voor de
openbare school voor gewoon lager onderwijs en tot het
bepalen van het getal wekelijkse lesuren vakonderwijs
aan deze school voor het schooljaar 1979/1980.
Ulvenhout, 14 juni 1979.
Aan de Raad,
Door het hoofd van de openbare basisschool "De Klokkebei" te Ulvenhout
en de beide besturen uit deze gemeente ten behoeve van de bijzondere basisscholen
in de kerkdorpen Ulvenhout, Galder en Bavel zijn vorig jaar op onderscheidene data
verzoeken tot het gemeentebestuur gericht tot het aanstellen van vakonderwijzers,
respectievelijk tot het uitbreiden van het aantal wekelijks te geven klokuren vak
onderwijs. De belangstelling gaat, voor wat betreft de openbare basisschool, uit
naar in totaal 3 klokuren handwerken/textiele werkvormen. De bijzondere scholen
wisten zich de laatste jaren op grond van lid 4 van artikel 101 bis van de Lager-
onderwijswet 1920 reeds verzekerd van vakonderwijs in handwerken tot het niveau
van nagenoeg één klokuur per verplichte leerkracht. Het aantal in het schooljaar
1978-1979 gegeven uren handwerklessen per week bedraagt aan bedoelde scholen:
Rosmolenschool Ulvenhout 9 uren - 11 verplichte leerkrachten
Mariaschool Ulvenhout 9 uren - 9 verplichte leerkrachten
De Tweeschaar Bavel 8 uren - 9 verplichte leerkrachten
Brigidaschool Bavel 7 uren - 8 verplichte leerkrachten
Mattheusschool Galder 4 uren - 5 verplichte leerkrachten.
Een besluit tot het aanstellen van vakonderwijzers ten behoeve van de
openbare school voor gewoon lager onderwijs in onze gemeente in de zin van artikel
lOlbis, lid 1, van de Lager-onderwijswet is tot op heden nog niet genomen. De be
hoefte aan vakonderwijs handwerken werd gedeeltelijk ondervangen door de drie leer
krachten met ondersteuning van bereidwillige ouders van leerlingen.
Op het punt van de in aanmerking komende specifieke vakken en op dat
van het voor te schrijven aantal wekelijkse lesuren - de zgn. factor - is onlangs
op ons verzoek advies uitgebracht door de Inspecteur van het kleuter- en het lager
onderwijs in de inspectie Breda. Naar het oordeel van de Inspecteur komen het meest
in aanmerking de vakken zingen (art.2.1.h L.O.-wet) en creativiteit (combinatie
van tekenen, handwerken en handenarbeid, genoemd in art. 2.1. en 2 onder ik en
r) en in sommige situaties eventueel lichamelijke oefening (2.1.j). Als "factor"
ziet hij maximaal één uur per verplichte leerkracht - voorlopig - als meest aan
gewezen rekeneenheid. Deze factor houdt in dat er per week evenveel uren vakonder
wijs worden gegeven als er "gewone" onderwijzers zijn aan elke school voor gewoon
lager onderwijs, want op grond van de wet is er ook hier een normatieve doorwer
king naar het bijzondere onderwijs. Lid 3 van artikel lOlbis van de Lager-onderwijs-
wet schrijft immers voor dat het bestuur van elke bijzondere school in een bepaald
jaar voor beloning van vakonderwijzers aanspraak kan raken cp een vergoeding welke
wordt bepaald met inachtneming van het voor het openbare onderwijs vastgestelde
aantal wekelijkse lesuren vakonderwijs, vermenigvuldigd met het aantal onderwij
zers, wat dat jaar aan de school moet zijn verbonden én een beloning tot een be
drag wat in overeenkomstige situatie in gemeentedienst zou worden betaald.
In zijn advies t.a.v. de "factor" heeft de Inspecteur zich onder meer
laten leiden door de overweging dat de huidige graad van opleiding inclusief spe
cialisaties voor de klasseleerkrachten rechtvaardigt de creativiteitslessen
slechts voor een deel door een vakleerkracht te laten verzorgen, wat in mindere
mate geldt voor het muziek- of zangonderwijs.
Hoewel de besturen van de bijzondere scholen voor g.l.o. denken aan