-7-
10. VOORSTEL TOT: A. INVOERING VAN DE MINI-HUISVUILCONTAINER;
B. AANKOOP VAN DEZE MINI-HUISVUILCONTAINERS
C. VASTSTELLING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING VAN REINIGINGSRECH
TEN IN DE GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
De Heer BEEREPOOT zegt veel waardering te hebben voor de manier waarop het
College deze zaak heeft aangepakt: het heeft de moed gehad als een van de eerste ge
meenten in Nederland over te gaan op deze vorm van huisvuilophalenHij meent dat hier
van veel voordelen te verwachten zijn én voor de gebruikers én voor degenen die het
huisvuil moeten ophalen. Ongetwijfeld zullen er ook problemen rijzen, met name wat be
treft het ophalen van huisvuil in het buitengebied, maar de Heer BEEREPOOT hoopt dat
dergelijke problemen soepel zullen worden opgelost.
Ook wijst hij er op dat zijns inziens een goede voorlichting ter introductie van deze
containers nodig is.
De Heer PLATZBEECKER zegt dat over dit voorstel door zijn fractie levendia
met de achterban is gediscussieerd. Er is met name een opmerking gemaakt over het ae-
bruik van de minicontainers in het buitengebied. Er is op gewezen dat de wieltjes rela
tief smal zijn. Het zou daardoor moeilijk kunnen zijn b.v. door mul zand te rijden.
Verder bestaat de vrees dat het ophalen van grofvuil na afroep volledig uit de hand
zal lopen als daar geen vaste dag voor bepaald wordt.
De Heer PLATZBEECKER wijst er verder op dat de containers, vooral de grote, een zodani
ge aantrekkingskracht op kinderen zouden kunnen uitoefenen dat zij zich er b.v. in
gaan verstoppen en er dan niet meer uit kunnen komen, wat tot verstikking zou kunnen
leiden. Hij vraagt of het niet verstandig is in zo'n container 1 of 2 gaten te laten
aanbrengen.
Met de Heer Beerepoot is hij het eens dat een goede voorlichting nodig is. Dit zou met
veel zorg moeten gebeuren, waarbij ook gewezen zou moeten worden op de risico's bij
verkeerd gebruik.
Verder is hem opgevallen dat er een Duitse tekst op de containers staat. Hij vraagt of
dit niet in het Nederlands zou kunnen.
De Heer PAULUSSEN zegt van mening te zijn dat de nieuwe containers een uit
stekend systeem van vuilophalen zullen zijn. Toch heeft ook hij van de achterban enkeli
bezwaren beluisterd. Voornamelijk betreffen die het meteen dwingend invoeren van deze
containers: eerst was immers sprake van een proefperiode, waarna inspraak mogelijk zou
zijn. Hij vraagt of het toch niet beter is eerst een proefperiode van 3 maanden aan te
houden en daarna via een enquête te beoordelen of dit systeem definitief ingevoerd moet
worden.
De Heer WILLEMSEN zegt dat zijn fractie gelukkig is met het invoeren van de
containers. Hij vraagt de mensen goed duidelijk te willen maken wat nu eigenlijk onder
"grof vuil" wordt verstaan.
Verder is hem opgevallen dat de grotere containers smallere wielen hebben dan de klei
nere. Zijns inziens zou dit eerder andersom moeten zijn.
Hij vraagt of de containers een nummer zullen krijgen, zodat elke bewoner zijn exem
plaar kan terugkennen.
In tegenstelling tot de Heer Paulussen is hij er juist heel gelukkig mee dat er géén
proefperiode komt; dit scheelt ook nog aanzienlijk op de kosten.
De Heer VAN YPEREN zegt blij te zijn met de invoering van de containers. Oo)
hij zou een goede voorlichting zeer op prijs stellen. Daarbij zou er zeker op gewezen
moeten worden dat glas en papier feitelijk niet in deze bakken thuishoren.
Verder vraagt hij of het mogelijk is voor de zomermaanden een extra bak te krijaen om
die daarna weer in te leveren.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN merkt op dat in het overleg met de achterban ge
wezen is op de enorme kostenverhoging die invoering van de containers met zich brengt
voor kleine gezinnen en bejaarden. Is daar een oplossing voor
De Heer VAN GESTEL wijst er op dat er in het buitengebied belangrijke delen
zijn, waar de huisvuilwagen niet komt. Is het nu zo dat als men daar de containers wil
aanvaarden er een mogelijkheid is om bij de ophaaldienst aan te sluiten Hij meent da
hier een grote behoefte aan is.
De Heer AARTS vraagt met het oog op de belangen van bejaarden en alleen
staanden of er qua recht verschil is tussen het hebben van een grote danwel van een
kleine container.
De Heer DEN BROK zegt vóór invoering van de containers te zijn. Maar, zoals