m
gemeente nieuw-ginneken
Raadsvergadering
2 oktober 1979
Agenda Nr. 16
Klass. nr. -1.778.511
Onderwerp
Voorstel tot het ongegrond verklaren van het beroep
schrift van de Heer J. v.d. Broek, Chaamseweg 7c te
Ulvenhout tegen weigering van een bouwvergunning.
Ulvenhout, 19 september 1979.
Aan de Raad,
Door de Heer J. v.d. Broek, Chaamseweg 7c te Ulvenhout is een beroep
schrift ingediend, gedateerd 11 juli 1979 en ingekomen 12 juli 1979, tegen het
besluit van ons college d.d. 31 mei 1979, waarbij een vergunning voor het oprich
ten van een schuur aan de Chaamseweg 10 te Ulvenhout, op het perceel kadastraal
bekend gemeente Nieuw-Ginnekensektie E nr. 2230, werd geweigerd.
De aangevraagde schuur is gelegen op een perceel wat in het vigerende
bestemmingsplan bestemd is tot agrarische bebouwing II, zijnde bebouwing ten be
hoeve van agrarische bedrijven en in het ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied be
stemd is tot Primair Agrarisch gebied waarin bebouwing is toegestaan t.b.v. een
bestaand agrarisch bedrijf en een nieuw te vestigen volwaardig agrarisch bedrijf.
De aangevraagde schuur zal gaan dienen als opslagloods voor aardappelen
in het kader van een aardappelhandelwat strijdig is met zowel het vigerende als
het ontwerp-bestemmingsplan.
Het beroepschrift is om advies in handen gesteld van de "beroepscommissie"
die appellant heeft gehoord. Voornoemde commissie heeft Uw Raad te dezer zake ge
adviseerd en het advies is in het agendadossier ter inzage gelegd.
Zoals uit het advies blijkt is de commissie niet tot een unaniem advies
kunnen komen.
Gelet op het bovenstaande menen wijevenals een gedeelte van de com
missie heeft gedaan, U te moeten adviseren om het beroepschrift van de Heer J. v.d.
Broek, voornoemd, ongegrond te verklaren. Het beroepschrift van appellant, het
weigeringsbesluit van ons college, het advies van de beroepscommissie, alsmede de
bouwaanvraag met bouwkundige tekeningen zijn in het agenda-dossier ter inzage ge
legd.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN,
De Secretaris, De Burgemeester,
Th. Bossink.
M. van de Ven.