-8- houthandel, als een aardappelhandelen zo zijn er meer voorbeelden te noemen. Als de Heer Paulussen opmerkt dat er wel meer afwijkende zaken in het buitengebied zijn, dan wil de VOORZITTER toch opmerken dat hierin vanaf 1966 door de verschillende Colleges een zeer consistent beleid is gevoerd. Zou de Raad vinden dat een aardappelhandel zich wél verdraagt in het buitengebied, dan moet een nieuwe procedure gestart worden om dat in te passen in het ontwerp-bestem- mingsplan. Het College kan nu niet anders dan zich formeel opstellen en aan de hand van de voorschriften tot de conclusie komen dat de bouwvergunning geweigerd moet wor den. Zou de Raad - die immers op het beleid van het College moet toezien - tot de ont dekking komen dat het College bouwvergunningen afgeeft in afwijking van het bestem mingsplan, dan moet de Raad juist het College ter verantwoording roepen. In dit geval betekent dit dus naar het oordeel van het College: "neen" tegen de ge vraagde bouwvergunning. De vraag wat er gebeurd zou zijn ALS de nieuwe rijksweg er niet zou komen is moeilijk te beantwoorden. Dat geldt nu eenmaal voor alle "ALS"-situaties Feit is wel dat die rijksweg een rol heeft gespeeld toen het toenmalige College in 1969 slechts een tijdelijke bouwvergunning verleende. Ook in dat opzicht dus een con sistent beleid van de opeenvolgende Colleges. Duidelijk mag zijn dat het College bereid is meteen vergunning te verlenen voor een schuur die qua omvang gelijk is aan de afgebrande en ook over de situering daarvan is te praten. De Heer ROPS zegt het voorstel van de Heer Van Yperen om met de Heer v.d. Broek aan tafel te gaan zitten te willen steunen en dan graag met enige soepelheid wat betreft het aantal vierkante meters, als het maar past binnen primair agrarisch gebied De Heer PAULUSSEN wijst er op dat het hier niet gaat om een nieuwe vestiging doch om een hervestiging van een agrarische schuur, zij het in een vergrote uitvoerinc Hij zou wijziging van het bestemmingsplan willen bepleiten waardoor een dergelijke bouw mogelijk wordt. De Heer VAN GESTEL zegt dat men voorzichtig moet zijn met het wijzigen van bestemmingsplannen. In het algemeen is hij ingenomen met het beleid van het College ten aanzien van het afgegeven van bouwvergunningen in het buitengebied voert. Overigens is hij het wel eens met hetgeen de Heer Rops gezegd heeft. De Heer VAN DUN zegt dat hij geen enkele moeite heeft met een aardappelhan del in het Buitengebied. De Heer H.M.C.J. VAN GILS zegt eveneens het beleid van het College ten aan zien van het Buitengebied een goed beleid te vinden, maar in dit geval vindt hij het toch een duidelijk andere zaak. Hij wijst op het advies van Welstand, waarbij toch ook wel degelijk gekeken is naar de ruimte en de inpassing in het gebied daar. Hij blijft dus voorstander van het verlenen van de bouwvergunning en dan middels een bestemmings wijziging De Heer VAN YPEREN wil nog eens op overleg met dhr. v.d. Broek aandringen. Hij meent dat deze wel bereid is een heel eind met het Colleqe mee te gaan en dus de bouw aan te passen aan de wensen. De Heer DEN BROK zegt het hiermede eens te zijn. Hij wil er nog aan toevoe gen dat de gebroeders v.d. Broek in de gemeente begonnen zijn met de aardappelhandel. Ze zijn er geboren en hebben er steeds gewoond. Daarom wil hij pleiten voor een indus trie- of handelsterrein in de eigen gemeente. Hij meent nl. dat het niet juist is hen te verwijzen naar een industrieterrein in Breda. De VOORZITTER zegt dat hij niet veel meer toe te voegen heeft aan hetgeen hij al eerder betoogd heeft. Duidelijk is dat het College niet bedoelt de Heer v.d. Broek tegen te werken. Bestemminasplanwijziging zou in de eerste plaats in de Commis sie Ruimtelijke Ordening bezien moeten worden. Vandaag mag zo'n wijziging echter geen criterium zijn. Nu alle argumenten over en weer duidelijk op tafel gelegd zijn zou hij tot stemming willen laten overgaan. De Heer VAN TETERING vraagt of het mogelijk is de vergadering twee minuten te schorsen. De VOORZITTER voldoet aan dit verzoek. Na heropening legt de Heer VAN TETERING de volgende verklaring af: de C.D.A. fraktie steunt h«;t voorstel van het College, wil de Heer V.d. Broek adviseren een nieuwe bouwvergunning aan te vragen in de geest van hetgeen al besproken is, en zal vóór het voorstel van het College stemmen. De VOORZITTER laat hierna tot stemming overgaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 269