-8-
De Heer BEEREPOOT merkt op dat de Voorzitter gesproken heeft van het 5-jaren-
plan Stadsgewest op koers. Hij vraagt zich af of dit niet jaarlijks bijgesteld zou moe
ten worden in de vorm van een jaarlijks beleidsplan of iets dergelijks, dit om te voor
komen dat het Stadsgewest op drift geraakt.
De Heer PAULUSSEN zegt van mening te zijn dat de aanstelling van twee mede
werkers op de afdeling ordeningszaken in de toekomst toch wel zal moeten plaats hebben.
Het onthouden van goedkeuring aan de betreffende begrotingspost ziet hij meer als een
uitstel van executie.
Ten aanzien van de Jeugdtandzorg antwoordt de VOORZITTER dat het goed lijkt
dit onderwerp nog eens in de Commissie Welzijn aan de orde te stellen om de voor- en
nadelen ervan tegen elkaar af te wegen. Misschien zou dit bekeken kunnen worden met
inschakeling van scholen, ouders en docenten. De Commissie Welzijn zou dan terzake een
advies aan de Raad kunnen uitbrengen.
Ten aanzien van de logopedie staat het College op het standpunt dat het een betaling
per behandeling zou moeten zijn, terwijl het Stadsgewest een betaling per inwoner wil.
De Heren Willemsen en Van der Westerlaken bepleiten dit laatste ook. Principieel heeft
het College daar ook geen bezwaar tegen.
Het idee van de Heer Platzbeecker over de keuring van raadsleden zou bezien kunnen wor
den in het kader van het contract dat terzake van de bedrijfsgeneeskunde is aangecraan.
De bijstelling van het 5-jarenplan Stadsgewest op koers is een gedachte die in méér
gemeenten leeft. Het lijkt de VOORZITTER dat het D.B. van het Stadsgewest zelf ook wel
denkt in de richting van bijstelling van dat plan.
Aan de Heer Paulussen antwoordt de VOORZITTER dat het zeer de vraag is of werkelijk in
de toekomst niet te ontkomen zal zijn aan de aanstelling van nieuwe medewerkers orde
ningszaken. In ieder geval is het nodig dat het Stadsgewest zich hierop terdege bezint,
en als het echt noodzakelijk is dit duidelijk motiveert.
De Heer BEEREPOOT merkt op dat het zijns inziens de Raad is die beslist over
uitbreiding van de taken van het Stadsgewest; de Raad immers heeft een vetorecht. Dat
geldt dus ook voor de aanstelling van nieuwe medewerkers.
De VOORZITTER zegt dat deze visie juist is. De Stadsgewestraad heeft geen
dwingende kracht naar de gemeenten toe.
De Heer WILLEMSEN zegt er ten aanzien van de logopedie op te willen wijzen dat
deze taak lange tijd wat stiefmoederlijk behandeld is geworden omdat men de mankracht
niet had. Men kocht als het ware de dienstverlening. Hij heeft er vertrouwen in dat in
de toekomst een betere situatie kan ontstaan, en voor hem zijn er geen redenen meer de
logopedie in een uitzonderingspositie te plaatsen. Hij meent dat wel vertrouwen mag
worden gesteld in de nieuwe post van de logopedie en ook in de voorlopig nog anonieme
begeleidingscommissie
Op een vraag van de VOORZITTER blijkt dat de Raad ermede kan instemmen dat ook
voor de logopedie betaald wordt naar het inwonertal.
Met inachtneming van deze wijziging wordt verder zonder hoofdelijke stemming
besloten zoals op de agenda voorgesteld.
10. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN HET ALGEMEEN AMBTENARENREGLEMENT EN TOT VASTSTELLING VAN
EEN UITKERINGSVERORDENING VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agen
da voorgesteld.
11VOORSTEL TOT AANKOOP VAN 4 SCHILDERIJEN VAN DE VROEGERE BUITENPLAATS "DE KLEINE
YPELAAR TE BAVEL:
De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt het geheel eens te zijn met dit voorstel.
Hij spreekt zijn waardering uit jegens de Heer Brekelmans die deze schilderijen voor de
gemeente heeft kunnen verwerven. Attent blijven op dergelijke zaken in de toekomst
lijkt hem erg gewenst.
Ook de Heer PLATZBEECKER zegt de aankoop van deze schilderijen een goede zaak
te vinden. Wel meent hij dat er enkele zijn die voor een restauratie in aanmerking ko
men. Hij zou willen adviseren dit voortvarend aan te pakken.
De VOORZITTER zegt dat het College graag op zich neemt de Heer Brekelmans nog
eens extra dank te zeggen voor zijn waardevol gebleken suggestie. De door de Heer
Platzbeecker bepleite restauratie zal zeker plaats hebben.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
