-14-
maar van het provinciaal beleid in deze. Voor Nieuw-Ginneken is dat gemiddeld 85 wonin
gen per jaar. Echter de verdeling van deze 85 woningen over de 3 categorieën is wat de
woningwetbouw betreft afhankelijk van de Minister, die daarbij geadviseerd wordt door
Gedeputeerde Staten. Ten aanzien van de premiebouw en de vrije sector ligt de beslis
sing bij de gemeente zelf.
De Heer BEEREPOOT zegt aan te nemen dat de behoefte aan woningbouw groter is
dan het toegestane contingent.
De VOORZITTER antwoordt dat dit aantal het gemiddelde is bij een bevolkings
omvang als Nieuw-Ginneken heeft. De verdeling tussen de verschillende categorieën wo
ningen echter kan van gemeente tot gemeente verschillen.
De Heer WILLEMSEN zegt de prognose voor Galder een beetje somber te vinden,
voor wat betreft het plan 1978. Het plan 1976 kon gerealiseerd worden in 1978, en nu
lijkt het er op dat het plan 1978 in 1980 niet meer gerealiseerd zal kunnen worden.
Overigens wordt in 1981 in Galder de bouw van 10 premiekoopwoningen gepland, en in 1982
10 vrije sector-woningen.
De Heer WILLEMSEN vraagt zich af of het niet beter zou zijn deze soorten elk jaar met
elkaar te combineren, dus zowel in 1981 als in 1982 5 premiekoopwoningen en 5 vrije
sector-woningen
De VOORZITTER antwoordt dat ook het College niets liever zou doen dan al in
1980 met de bouw beginnen, maar het lijkt niet reëel dit te mogen verwachten.
Het bestemmingsplan is ter vooroverleg opgestuurd. Het wordt terugverwacht januari/
februari 1980. Daarna moet het nog ter visie komen, er kunnen bezwaarschriften tegen
worden ingediend. Het wordt zeker 2e helft 1980 voordat de Raad het plan zal kunnen
vaststellen, en daarna is nog goedkeuring van de Provincie nodig. Ook wanneer er via de
artikel 19-procedure op geanticipeerd wordt zal de werkelijke bouw toch pas in 1981
plaats kunnen vinden.
Een verdeling van de soort woningen zoals door de Heer Willemsen voorgesteld is op zich
zelf een goede zaak, maar ook dit is een kwestie van haalbaarheid. Vrije sector-wonin
gen worden individueel gebouwd, premiekoopwoningen meer en masse. Er moet dan een aan
nemer bereid gevonden worden te bouwen binnen de door de Minister toegestane bouwmaxi-
ma. In dat licht bezien lijkt het beter 10 premiekoopwoningen tegelijk te bouwen dan 5.
De in de vragenlijsten vermelde cijfers zijn uiteraard van jaar tot jaar bijstelbaar.
Zonder hoofdelijke stemming wordt deze Mededeling voor kennisgeving aangenomen.
Naar aanleiding van de Mededeling over de Gasvoorziening in het buitengebied
merkt de Heer VAN GESTEL op dat volgens de brief van het Energie- en Waterbedrijf van
Breda de gebieden buiten de bebouwde kommen van Bavel, Ulvenhout en Galder onrendabele
gebieden zijn. Hij meent dat dit ten dele onjuist is. Zo b.v. aan de Gilzeweg staat een
bedrijf waarvan alleen al het verbruik gelijk te stellen is met dat van 9 woningen, n.l.
een champignonkwekerij. Dat is een woonhuis met 8 cellen voor de champignon-kweek.
De Heer VAN GESTEL is van oordeel dat aansluiting van de Gilzeweg dus eerder een ren
dabele zaak zal zijn.
Hij vraagt of het College bereid is bewoners van straten die om gaslevering vragen be
hulpzaam te zijn om bij Breda aan te tonen dat zo'n uitbreiding wel rendabel is.
Verder merkt de Heer VAN GESTEL op dat hem bekend is dat in Gilze-Rijen en in Prinsen
beek straten in het buitengebied allemaal aangesloten zijn op het aardgasnet (niet de
super-onrendabele gebieden) en daar betalen de bewoners alleen de aansluitkosten. Waar
om kan dat daar wel Hij vraagt of het College dit eens kan nagaan.
De VOORZITTER antwoordt op de laatste vraag dat dit natuurlijk in Nieuw-
Ginneken ook kan, maar dit is niet het beleid van het College. De reden is dat er dan
veel gemeenschapsgeld naar het buitengebied moet, dus als een subsidie. Dat gaat dan
niet om kleine bedragen, integendeel om zeer forse bedragen. Gasvoorziening is een ge
heel andere nutsvoorziening dan watervoorziening. Water is een primair levensgoed, maar
bij gas geldt dat niet: er zijn alternatieve wijzen van verwarming.
Dit is géén beleidsopstelling van het huidige College. Vanuit het verleden is het be
leid constant zó geweest.
Anders zou het gaan betekenen dat de ene belastingbetaler bijdraagt in de nutsvoorzie
ningen voor een ander.
De VOORZITTER kan niet nagaan of het Energiebedrijf er rekening mee gehouden heeft dat
aan de Gilzeweg een bedrijf staat dat als grootverbruiker zou fungeren. Hij zegt toe
dat dit nagevraagd zal worden. Ook zegt hij graag de hulp van de gemeente bij aanvragen
van inwoners toe.