-19-
Wanneer het stadsgewest het beheer overneemt komt er nog een verantwoordelijkheid
dragend orgaan bij: ook het Stadsgewest moet dan trachten bestuurlijk greep te krij
gen op hetgeen daar gebeurt.
Voor de Galderse Meren is er momenteel geen totaalplan. De feitelijkheid is DAT er
gerecreëerd wordt. Daar zullen in overleg met de andere betrokken gemeenten maatrege
len voor getroffen moeten worden. Maar er wordt nog voortdurend zand gewonnen en er is
dus maar een klein gedeelte echt voor recreatie beschikbaar.
Onsluiting van de Galderse Meren zal de recreatie zeker doen toenemen. De vraag is
of de tijd daar nu al rijp voor is. Het is echter wel juist dit mee te nemen in het
overleg met de gemeente Breda.
De politie patrouilleert regelmatig in dit gebied, maar zoals bekend is optreden tegen
naaktrecreatie niet zo gemakkelijk.
De VOORZITTER wijst er de Heer Platzbeecker op dat in de gemeente uitstekende wandel
paden bestaan. Staatsbosbeheer heeft flinke wandelroutes uitgezet; kaarten daarvan
zijn verkrijgbaar.
De Heer Van der Westerlaken heeft gepleit voor regelmatig contact met de gemeente
Breda, b.v. over de fietspaden. In dit verband wijst de VOORZITTER er op dat Breda
in de Ulvenhoutselaan geen fietspaden kan aanleggen. Dan heeft het ook weinig zin om
dit te doen op de 150 meter tot aan de grens met Breda. De oplossing zal moeten wach
ten op de aanleg van de Markdalweg. Men heeft wel eens gesuggereerd de fietspaden
aan te leggen achter de Ulvenhoutselaan, maar ook dat kan pas aan de orde komen bij
de aansluiting van de Markdalweg op de Allerheiligenweg. Tekeningen daarvan zijn uit
gewerkt door Provinciale Waterstaat. Breda zal niet bereid zijn die fietspaden te
realiseren los van de omleidingsweg.
Aankopen van grond in het buitengebied om daarmede een ruilobject te hebben doet het
College als er maar enige kans toe is, maar hierbij dient bedacht te worden dat de
Provincie niet gemakkelijk bereid is aan zulke aankopen goedkeuring te verlenen.
De VOORZITTER zegt dat het College het geheel eens is met de opvatting van de fractie
Gemeentebelangen Galder/Strijbeek dat een onwillige grondeigenaar géén hogere prijs
moet ontvangen dan iemand die wél bereid is tot verkoop.
Hij wijst in dit verband op De Bunder. Nu ongeveer een jaar geleden is daar de eerste
grond gekocht en onlangs zijn er weer grondstukken gekocht. Het College is er in ge
slaagd klaar te komen voor dezelfde prijs.
Overigens betekent dit niet dat bij een plan als De Bunder de laatste grond die daar
gekocht zal worden óók dezelfde prijs zal kosten als de grond van de eerste jaren:
naarmate de periode van zo'n plan langer duurt is het duidelijk dat er prijsstijgin
gen zullen optreden.
Het College is van oordeel dat in De Bunder plaats is voor eventuele woonwagenwonin
gen. Hierbij staat het voorbeeld van de gemeente Deurne voor ogen. Zekerheid is er
echter nog allerminst. Het zijn in ieder geval woningen die niet zullen misstaan.
Door het Woonwagenschap is een enquête gehouden onder de woonwagenbewoners. De uit
slag daarvan is nog niet voorhanden. De VOORZITTER zeat dat dit een aangelegenheid
van het D.B. van het Woonwagenschap is, en dat het hem niet vrij staat hier nu iets
méér over te zeggen.
Over al of niet openbaarheid van commissievergaderingen is met het seniorenconvent
afgesproken dat zo omstreeks het najaar 1980 daarover opnieuw van gedachten gewisseld
zal worden.
Sinds enkele maanden gaan enkele agenten te voet of met de fiets patrouilleren, zonder
dat nu gezegd kan worden dat ze "wijkagent" zouden zijn. In de Dorpstraat is hierme
de een begin gemaakt, overigens tot verdriet van enkele burgers.
Het is zeker niet de bedoeling een soort heksenjacht te openen op b.v. verkeerd ge
parkeerde auto's. Duidelijk is echter wel dat van een agent te voet een preventieve
werking uitgaat.
De VOORZITTER zegt verder graag bereid te zijn in de eerstvolgende vergadering van de
Commissie voor Georganiseerd Overleg het functioneren van dit overleg in het kader van
het personeelsbeleid aan de orde te stellen.
De VOORZITTER constateert verder dat bij de diverse fracties veel waardering bestaat
voor het ambtelijk apparaat. Hij sluit zich hierbij graag aan, want alle lof die de
Raad aan het College toezwaait komt voor een groot deel toe aan de ambtenaren die
hun werkkracht op een voortreffelijke manier ten dienste van de gemeente stellen.
Het antwoord aan de Heer Beerepoot over de financiële ruimte in de begroting laat de