-22- WETHOUDER VERKOOIJEN zegt dat hij dit met Openbare Werken zal overleggen; ook zal er in een bijeenkomst met schoolhoofden over gesproken worden. De Algemene Beschouwingen worden hiermede beëindigd. De VOORZITTER constateert dat de Raad het beleidsplan, afgezien van enkele details, geheel kan onderschrijven. Waar nodig zal het College per onderdeel in de loop van het komende jaar voorstellen aan de Raad voorleggen om tot concretisering te komen. Hierna stelt hij de begroting 1980 aan de orde. De begroting van het gemeentelijk grondbedrijf wordt zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming ongewijzigd vastgesteld. Bij de begroting voor de sportzaal Bavel zegt de Heer BEEREPOOT te willen bepleiten dat ook de overdekte luchtballen betrokken worden in de studie over de mo gelijkheden om te komen tot een overdekte sportaccommodatie. WETHOUDER VAN GILS zegt dit toe. Zonder hoofdelijke stemming wordt de begroting sportzaal Bavel hierna ongewijzigd vastgesteld. Bij de behandeling van de begroting van de algemene dienst merkt de Heer H.M.C.J. VAN GILS op dat gesproken wordt over een winstuitkeringsregeling terzake van waterlevering, welke regeling zou ingaan per 1 januari 1978. Hij zegt niets gevonden te hebben over een uitkering over de jaren 1978 en 1979. De VOORZITTER antwoordt dat in principe overeenstemming is bereikt met Breda over de door de Heer Van Gils bedoelde winstdelingsregeling. Inderdaad is de bedoeling dat die regeling terugwerkende kracht krijgt. Bedoeling is terzake aan de Raad een voorstel te doen in de januari-vergadering. Inkomstramingen kunnen bij be grotingswijziging worden aangepast. De Heer VAN GESTEL merkt op dat in de Commissie Financiën is gesproken over hogere raming van de leges bouwvergunningen. De VOORZITTER zegt dat ook deze raming bij begrotingswijziging kan worden verhoogd; straks kan blijken dat bepaalde uitgaafposten eveneens verhoogd moeten wor den en dan kan deze post daarvoor worden gebruikt. In volgende jaren zou deze inkomst post meteen hoger geraamd kunnen worden. De Heer BEEREPOOT constateert dat van de kosten van de reinigingsdienst bijna 63% wordt terugontvangen in de vorm van reinigingsrecht. De Heer COPPENS beaamt dit: bij de vaststelling van het reinigingsrecht is de Raad uitgegaan van een percentage van 60%. De Heer WILLEMSEN informeert of het College weer vóór 1 maart 1980 komt met een voorstel tot vaststelling van het bedrag per leerling. De Heer COPPENS antwoordt dat de Raad inderdaad vóór genoemde datum moet vaststellen wat het bedrag per leerling is voor de openbare school. Dat bedrag geldt dan ook voor het bijzonder onderwijs. Er komt dus een afzonderlijk raadsvoorstel voor De Heer H.M.C.J. VAN GILS merkt op dat de huurprijzen van de voetbalvelden erg drastisch met ruwweg 40% zijn verhoogd. Hij vraagt of dit kan in het kader van de prij sbeschikking. De Heer COPPENS antwoordt dat de Minister van Binnenlandse Zaken bericht heeft dat de verhoging maximaal 3^% mag zijn. Als de gemeente echter kan aantonen dat de exploitatie van de velden een groot tekort oplevert kan ontheffing van deze be schikking worden aangevraagd. De Heer VAN YPEREN merkt op dat de raming van de hondenbelasting uitgaat van een aantal van 1.200 honden. Hij meent dat dit aantal veel hoger is. De VOORZITTER antwoordt dat elk jaar bij de mensen aan huis wordt nage vraagd of zij houder van een hond zijn. Dit betekent echter niet dat er een soort heksenjacht op honden wordt gehouden. De opnemer gaat niet in of achter het huis kij ken of er nu wel of niet een hond is. Het is dus een kwestie van vertrouwen in wat de mensen opgeven. Er zijn gemeenten waar het tarief van de hondenbelasting veel hoger is dan in Nieuw-Ginneken. Het oordeel over de hoogte van het tarief is aan de Raad. Van de kant van het College is terzake geen initiatief te verwachten. Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad hierna accoord met de begroting 1980 van de algemene dienst (zowel gewone als kapitaaldienst)zoals zij door het Col lege is aangeboden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 394