-6-
16. VOORSTEL TOT GOEDKEURING VAN DE BEGROTING 1979 VAN DE STICHTING OPENBARE BIBLIO
THEEK NIEUW-GINNEKEN EN TOT VASTSTELLING VAN LE 3e WIJZIGING VAN DE BEGROTING
1979:
De Heer PLATZBEECKER vraagt of de Voorzitter iets kan zeggen over het to
taal aantal betalende leden van de bibliotheek.
De Heer PAULUSSEN merkt op dat als men het exploitatietekort omslaat per
inwoner er een niet onaanzienlijk bedrag uit komt. Zou men het omslaan over het aan
tal dat door de Heer Platzbeecker bedoeld wordt dan zal het wel enorm hoog zijn.
De Heer BEEREPOOT zegt dat in een van de vorige vergaderingen gesproken is
over een andere beheerscommissiedie ook een aanzienlijk bedrag aan subsidie vergt.
Hij vindt het een moeilijke zaak telkens ad hoe te moeten beslissen over zulke aan
vragen. Verder is het zo dat in de toekomst voor de bibliotheek een behoorlijke stij
ging van kosten is te voorzien. Hoewel hiermede een uitermate goede zaak gediend is
zegt de Heer BEEREPOOT in de toekomst toch graag te willen komen tot een wat betere
beoordeling var: de subsidiegelden van de gemeente; in een van de volgende vergade
ringen hoopt hij hierop terug te komen.
De Heer H.M.C.J. VAN GILS zegt evenals de Heer Beerepoot de bibliotheek
een erg goede zaak te vinden, maar hij meent toch dat de jaarlijkse stijging van het
exploitatietekort te groot is. Hij hoopt niet dat dit zo door zal gaan.
De Heer VAN YPEREN zegt dat het inderdaad, om een groot bedrag gaat. Echter
is Nieuw-Ginneken zeker niet armlastig en naar landelijke maatstaven gemeten is het
subsidiebedrag zeker niet schrikbarend hoog.
De Heer WILLEMSEN zegt het eens te zijn met hetgeen de Heer Van Yperen ge
zegd heeft.
WETHOUDER VAN GILS antwoordt dat het totaal aantal leden afgerond 4.000
bedraagt, waarvan 2.700 jeugdleden. De jeugd krijgt een gratis abonnement, en volwas
senen betalen 10,per jaar.
De VOORZITTER zegt uit hetgeen de Heer Beerepoot opgemerkt heeft te conclu
deren dat hij met het voorgestelde subsidie accoord gaat maar dat hij inzicht wil
hebben in de verschillende subsidiestromen naar de diverse verenigingen enz.
De Heer BEEREPOOT zegt dat er naast de bibliotheek o.a. veel sportverenigin
gen zijn en andere verenigingen die subsidie krijgen. Hij meent dat de Raad hier een
overzicht van moet krijgen om een en ander goed te kunnen beoordelen. Dan kan blij
ken dat de Raad bereid is een flink bedrag als subsidie aan de bibliotheek te ver
strekken maar dan hierbij tegelijkertijd aangeven in hoeverre de bereidheid bestaat
in de toekomst stijgingen te accepteren; en dat geldt dan ook voor andere verenigin
gen.
De VOORZITTER antwoordt dat de vorige Raad een subsidieverordening heeft
vastgesteld. Toen is dus een objectief systeem bepaald voor het toekennen van sub-
fj. sidies. Die regeling is uiteraard voor aanpassing vatbaar. Zo kan wellicht dieper
worden ingegaan op de doelstelling van een vereniging, op de draagkracht enz., zodat
prioriteiten of alternatieven naar voren kunnen komen.
Het vorige college heeft een stap gezet op de weg naar het zichtbaar maken van ver
borgen subsidies zodat de subsidiestromen duidelijker naar voren komen. Met een en
ander moet echter omzichtig te werk worden gegaan omdat anders onrust bij de veren
nigingen kan ontstaan. Zo zijn b.v. de huurprijzen voor voetbal- en tennisvelden
verhoogd. Dat. vraagt een stuk informatie aan en bezinning bij de betreffende vere
nigingen. Het College is graag bereid dit verder te ontwikkelen in het kader van de
al bestaande subsidieverordening. Uiteraard zullen de Commissie financiën en de ge
hele Raad er dan bij betrokken worden.
De VOORZITTER constateert dat er bij diverse raadsleden zorg bestaat over
het steeds stijgend subsidiebedrag voor de bibliotheek.
Ook het College heeft deze zorg. Daarom ook is er overleg geweest met het bibliotheek-
bestuur om te komen tot nog betere afspraken voor de toekomst. Voorkomen moet worden
dat een bestuur door een te ruime interpretatie taken aanvat en kosten maakt waar
voor niet uitdrukkelijk toestemming is verleend. Het is nodig de vinger aan de pols
te houden.
Vorig jaar is in overleg met het vorige College van B. en W. een 5-jarenplan opgezet
voor de bibliotheek. Dat plan is ook uitgangspunt geweest bij de toetsing van de be
dragen voor 1979. Het is wellicht ook voor de leden die geen deel uitmaakten van de