-7-
vorige raad aan te bevelen kennis te nemen van dat 5-jarenplan.
De Heer PLATZBEECKER merkt op dat de kosten van de bibliotheek neerkomen
op ongeveer 18,--- per inwoner. Naar het aantal abonnementen komt het op 40,S
f 45,per lid. Dat is een aanzienlijk bedrag. Het positieve oordeel over het werk
van de bibliotheek neemt niet weg dat er naar gestreefd moet worden het subsidie bin
nen de perken te houden.
De Heer PAULUSSEN vraagt of het niet mogelijk is het abonnementsgeld voor
de volwassenen vast te stellen op een bedrag dat hoger ligt dan 10,
WETHOUDER VAN GILS antwoordt dat dit bedrag wordt bepaald door de provin
ciale bibliotheekcentrale.
Nadat de VOORZITTER heeft opgemerkt dat in de komende maanden met de Com
missie Financiën ongetwijfeld over het subsidiebeleid zal worden gesproken wordt zon
der hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda voorgesteld.
12. VOORSTEL TOT VERKOOP VAN BOUWGROND VOOR 31 WONINGWETWONINGEN AAN DE WONINGBOUW-
VERENIGING SINT LAURENTIUS:
De Heer VAN TETERING merkt op geiezen te hebben dat binnen het complex 12
bejaardenwoningen zullen worden gebouwd. Als het een goed beleid is dat ouder worden
de mensen zolang mogelijk zichzelf kunnen zijn, door o.a. zelfstandige huisvesting,
dan vraagt hij zich echter af of het niet wenselijk zou zijn dat enkele van die be
jaardenwoningen als "gekwalificeerd" zouden worden aangemerkt, waardoor een nog lan
gere zelfstandigheid zou kunnen worden bereikt. Van de kant van de rijksoverheid be
staat hiervoor de mogelijkheid van een extra subsidie.
De Heer DEN BROK zegt dat de bedoeling is dat van de 12 bejaardenwoningen
er 4 in Galder komen en 8 in Bavel. Hij vraagt of de behoefte hieraan gepeild is.
Anders zou het kunnen gaan zoals b.v. in Ulvenhout waar ook anderen dan bejaarden in
een bejaardenwoning gehuisvest zijn. Als er jongeren in komen kan dat betekenen dat
dergelijke woningen voor langere tijd niet meer voor bejaarden beschikbaar zullen
zijn. Hij vraagt daarom: is er zoveel behoefte aan bejaardenwoningen, en sluit het
aantal van 8 resp. 4 aan op die behoefte.
De Heer WILLEMSEN zegt aansluitend op de vraag van de Heer Den Brok te
willen vragen hoe deze bejaardenwoningen gebouwd zullen worden. De ervaring bij bouw
in 2 lagen is b.v. dat juist de bovenwoningen de meeste problemen gaan scheppen. De
plannen voor de bouw in Galder zijn hem bekend, maar niet die in Bavel: wordt dat
één laag of twee lagen
Verder spreekt de Heer WILLEMSEN zijn verbazing uit over de eigenmachtige wijziging
van de grondprijzen door het Ministerie van Volkshuisvesting. Voor de bejaardenwo
ningen wordt de grondprijs nu 40,in plaats van 32,en voor de woningwetwo
ningen wordt het 28,per m2.
De Heer VAN YPEREN vraagt of in de toekomst bouw van bejaardenwoningen in
2 lagen voorkomen wordt.
WETHOUDER VERKOOIJEN antwoordt, aan de Heer Van Tetering dat de behoefte aan
gekwalificeerde woningen voor bejaarden nog niet gepeild is. Met de Bouwvereniging
moet nog gesproken worden en het is wel de bedoeling daarbij de lijst van kandidaten
voor bejaardenwoningen af te checken. De behoefte die in dit opzicht in Galder be
staat is via een enquête gepeild. Ook wat Ulvenhout en Bavel betreft zijn er lijs
ten van gegadigden. Toch is het in het verleden soms niet mogelijk gebleken bejaar
den te huisvesten in een bovenwoning. Dan zijn er inderdaad woningen toebedeeld aan
jonge echtparen en ook aan alleenstaanden.
De Heer VAN TETERING meent dat het bij bejaardenwoningen niet meer toege
staan is in 2 lagen te bouwen zonder dat er een mechanische opgang is.
WETHOUDER VERKOOIJEN zegt dat hij een en ander in het gesprek met de Bouw
vereniging zal meenemen.
Aan de Heer Willemsen antwoordt hij dat de grondprijs door het Ministerie wordt be
paald. De gemeente streeft er naar de prijs voor de sociale bouw laag te houden wat
wel tot gevolg heeft dat de prijs van de grond voor andere woningen hoger wordt.
De Heer WILLEMSEN zegt dat de prijs per m2 voor de bejaardenwoningen
40,bedraagt en voor de woningwetwoningen 28,Hij vindt dit vreemd en vraagt
of dat consequenties heeft voor de huurprijs van de bejaardenwoningen, die immers
lager zou moeten zijn.