-15- ningen. Hij meent dat niet nagelaten moet worden voortdurend naar voren te brengen dat Nieuw-Ginneken niet méér kan bouwen dan voor de behoefte van de eigen bevolking. Bavel moet toch al de bevolkingsgroei van Ulvenhout en ook Galder opvangen. Al er van uitgegaan wordt dat een extra contingent van 1.000 woningen voor Bavel een min of meer geaccepteerde zaak is dan lijkt hem dat voorbij gegaan wordt aan de huidige ontwikkelingen. Hierbij denkt hij aan het feit dat de politiek van Breda enigszins gewijzigd is en dat de overloop meer wordt ingedamd. Er wordt over gesproken ook in Westen van het land meer woningen te bouwen. Dat alles lijkt hem genoeg reden nog eens te overwegen of het in ruimtelijk verband nodig is zo'n extra contingent woningen bij Bavel te projecteren. Wat hem betreft zou nu of in het kader van het streekplan duidelijk aangegeven moeten worden dat zo'n extra uitbreiding niet nodig is. Wat de inspraak voor de eigen bewoners betreft meent de Heer BEEREPOOT dat juist het feit dat gebouwd wordt voor de eigen inwoners een duidelijker inzicht geeft .in de personen die er straks komen te wonen. Hij heeft willen benadrukken de wens ora in elk geval zo vroegtijdig mogelijk ook de toekomstige bewoners inzicht en inspraak te geven in de ontwikkeling van de eigen, directe, woonomgeving. Hij gelóóft dat er genoeg voorbeelden zijn van andere gemeenten waaruit blijkt dat dit soort experimen ten erg nuttig kan zijn voor het scheppen van een goed karakter van een nieuwe wijk. De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt dat hij toch vraagtekens zet over het mee vallen van de geluidshinder. Geprobeerd zou moeten worden daarop in te spelen. De VOORZITTER vraagt hoe hij dat ziet.. De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt het als een taak van de overheid te zien een oplossing te zoeken voor dergelijke problemen. De VOORZITTER wijst er op dat ook de Raad "overheid" is. HOE zou ingespeeld moeten worden De Heer VAN DER WESTERLAKEN antwoordt dat naar zijn mening deskundigen daar een oplossing voor moeten aangeven. In tweede instantie de sprekers beantwoordend zegt de VOORZITTER dat het Col lege met de Heer Paulussen van mening verschilt over de kwestie van de rondweg. Of men de wijkweg Noord-Zuid legt dan wel Oost-West maakt niets uit voor het aanbod vanuit de wijk. Het College ziet in de huidige situering wel een ontlasting van de Kerkstraat. Het College voelt er echter niets voor nu al ruimte te reserveren voor een toekomstige omleidingsroute. Wel wil de VOORZITTER er op wijzen dat komende vanuit Breda, vanaf het viaduct, onmiddellijk voorbij de ambachtelijke bestemming die daar ligt een ruimte gereserveerd is die een opening geeft voor een afleiding in Noordelijke richting. Dat kan een aansluiting zijn voor een buurtweg, misschien voor een wijkweg en in theorie misschien ook wel voor de door de Heer Paulussen be doelde omleidingsweg. Volstaan zou nu dus kunnen worden met de constatering dat de ze opening er is. Aan de Heer Van Yperen antwoordt de VOORZITTER dat veehandel een aktiviteit is die valt onder een agrarisch bedrijf en niet onder een ambachtelijk bedrijf. Garanties als door de Heer Van Yperen bedoeld voor de bedrijfsuitoefening van Oomen en Boomaars zijn feitelijk niet te geven. Uiterste limiet is; de totstandkoming van de woonwijk, dus van de bebouwing achter deze bedrijven. In de komende onderhande lingen zal zeker getracht worden afspraken te maken over de nodige afbouw. Waar in de Bunder begonnen wordt hangt overigens af van de vraag waar de gemeente er het eerst in zal slagen de grond in eigendom te verkrijgen. Evenals de Heer Beerepoot is het College in feite tegen een extra groei van de ge meente. Het is niet zo dat het College zich al gegeven heeft wat die extra 1,000 woningen betreft. Maar getracht is duidelijk te maken vanuit de ontwikkeling in het verleden dat Nieuw-Ginneken de bereidheid moet hebben een aandeel te leveren in een extra groei in een groter gebied. Nieuw-Ginneken heeft zelf als het ware een voor zet gedaan bij de provincie, maar met het hogere doel een nog groter aantal wonin gen te voorkomen. Dan is het niet mogelijk opeens te zeggen dat er helemaal geen extra woningen naar Bavel moeten komen. In het kader van: 1.000 woninqen, of 4 5.000 woningen, zal de keuze wel voor niemand moeilijk zijn. Over de detaillering van het plan dat straks in fasen zal worden uitgevoerd merkt de VOORZITTER op dat de vaststelling van de detailplannen formeel een bevoegdheid van het College is maar het College is graag bereid de Raad en ook uiteraard de Commissie Ruimtelijke Ordening te informeren over de stand van zaken,.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 66