OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKENGEHOUDEN OP DINSDAG
13 MAART 1979, TE 20.00 UUR TEN GEMEENTEHUIZE.
Aanwezig: alle leden van de Raad, te weten:
M.P.A. AARTS, DRSA.J. BEEREPOOT, C.M. DEN BROK, A.J. VAN DUN, A.J.J.
VAN GESTEL, H.M.C.J. VAN GILS, J.H. VAN GILS, F.L.M. PAULUSSENH.H.M.
PLATZBEECKER, J.A. ROPSB.P. VAN TETERING, C.J. VERKOOIJEN, J.C. VAN DER
WESTERLAKEN, W.CH. WILLEMSEN EN P. VAN YPEREN.
VOORZITTER: DRS. M.J.H. VAN DE VEN
SECRETARIS: MR. TH. BOSSINK
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed, heet allen
welkom, en stelt vervolgens aan de orde:
1. VASTSTELLING NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN 10 EN 30 JANUARI 1979:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming worden deze notulen ongewij
zigd vastgesteld.
Verder merkt de VOORZITTER op dat elk raadslid een correctie op de notulen
van de raadsvergadering van 8 december zal hebben aangetroffen, n.l. betreffende het
midden van bladzijde 13, onder H, van die notulen. De bewuste alinea zou als volgt
gewijzigd kunnen worden:
"Dezeweek is namelijk gebleken dat er van gemeentewege opmetingen zijn verricht.
Kennelijk was de wethouder van Openbare Werken daarvan niet op de hoogte. Kunt U mij
mededelen, meneer de voorzitter, of deze opmetingen zijn verricht om tekeningen te
maken of om tekeningen te controleren
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gaat de Raad hiermede accoord.
2. INGEKOMEN STUKKEN:
Bij punt h. vraagt de Heer VAN GESTEL hoe het komt dat dit zo laat aan de
Raad wordt medegedeeld. Verder vraagt hij of personen die misschien bezwaren hebben
tegen deze vergunning nog de kans krijgen om hun bezwaren in te dienen. Hij zegt
vandaag opgebeld te zijn door iemand uit de omgeving die zag dat er opmetingen wer
den gedaan en die zich afvroeg wat er gaande was. De Heer VAN GESTEL vraagt of de
gewone burger nog kans heeft om bezwaren in te dienen.
De VOORZITTER antwoordt dat eenieder in de gelegenheid is geweest inder
tijd bezwaren te maken tegen de voorgenomen ontgronding, nadat een publicatie ter
zake had plaats gevonden. Het College zelf heeft bezwaren bij Gedeputeerde Staten
kenbaar gemaakt. Door het stellen van diverse voorwaarden zijn Gedeputeerde Staten
aan deze bezwaren op aanvaardbare wijze toegemoet gekomen. Dit dan duidelijk in re
latie tot de omvang van deze ontgronding. Vergeleken bij de ontgronding die door de
Grontmij wordt gepleegd is déze ontgronding immers erg klein; bovendien zou ze vóór
juni 1979 eigenlijk al afgerond moeten zijn.
Degenen die ook in eerste instantie al bezwaren bij Gedeputeerde Staten hebben inge
bracht zullen ongetwijfeld bericht hebben ontvangen. Heeft men toen géén bezwaren
ingediend, dan kan dit nu niet meer.
De Heer VAN GESTEL constateert dat het voor particulieren dus zaak is de
krant steeds goed bij te houden. Hij vraagt of het niét mogelijk is als een ontgron
dingsvergunning wordt aangevraagd daarvan steeds direct betrokkenen op de hoogte te
stellen.
De VOORZITTER zegt dat moeilijk uit te maken is wie direct betrokkene is.
Men kan zich:als milieu-bezwaarde b.v. daartoe rekenen. Wel wil hij toezeggen in de
toekomst via Ons Blad en Nieuw Geluid bekend te laten maken dat er een aanvrage om
ontgronding is binnengekomen.
Alle op de agenda vermelde stukken worden hierna voor kennisgeving aangenomen.