-3-
De Heer BEEREPOOT zegt zich in grote lijnen te kunnen vinden in het voor
stel van het College en ook in hetgeen de Heer Aarts naar voren heeft gebracht. Bij
zonder plezierig vindt hij het dat in het voorstel nogal duidelijk is aangegeven wat
in het verleden afgesproken is betreffende het functioneren van'dit Instituut. Toch
is zijn fractie geschrokken van de hoogte van het bedrag van het gemeentelijk aan
deel in de kosten van dit Instituut. Hij zou duidelijk aangegeven willen zien hoe
de kosten voor de gemeente afhankelijk worden gesteld van zoals het voorstel zegt:
het budgettair haalbare in de gemeentebegroting. Bijvoorbeeld kan gedacht worden aan
een bepaald bedrag voor uitbreiding van aktiviteiten en een bedrag dat aangeduid
zou kunnen worden als aanpassing aan de inflatie. Ook zou gerelateerd kunnen worden
aan de stijging van de uitkering uit het gemeentefonds.
Verder wijst hij er op dat dit soort werkzaamheden veelal met veel idealisme in de
vrije tijd moet worden uitgeoefend; hij vraagt óf het niet mogelijk is hiervoor wat
méér ambtelijke steun te verlenen als de beheerscommissie dat op prijs zou stellen.
Hij vraagt zich verder af of wellicht de verordening moet worden aangepast om b.v.
tot uitdrukking te brengen dat jaarlijks naast de begroting ook een jaarverslag ter
inzage wordt gegeven. Het functioneren van de commissie blijft voor veel raadsleden
vrij onoverzichtelijk. Zo zou het ook gewenst zijn dat de verslagen van de commissie
vergaderingen ter visie worden gelegd.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt eveneens in grote lijnen met het voorstel
te kunnen instemmen. Zijn fractie is ook altijd voorstander ervan geweest te stre
ven naar het behoud, zo lang mogelijk, van een zelfstandige school voor muzische
vorming. Ook zou hij willen pleiten voor méér financiële ruimte dan alleen uit hoof
de van de inflatiecorrectie. Hij meent dat rekening moet worden gehouden met uit
breidingen van de taken in de toekomst. Het creatief bezig zijn en het daarin ge
schoold willen zijn zal in de toekomst zeker méér gevraagd worden.
De VOORZITTER zegt dat hij zal ingaan op de opmerkingen en vragen die meer
in het financiële vlak liggen, waarna wethouder Van Gils meer op het inhoudelijke
zal ingaan. Hij zegt dat het College een onderhoud heeft gehad met het Dagelijks Be
stuur van de beheerscommissie. Daarbij zijn aan de orde geweest de 4 voorwaarden die
tot uitdrukking zijn gebracht op bladzijde 2 van het voorstel van het College.
Zo is ten aanzien van de groepsgrootte 15 de norm. 10 is een bodem, hetgeen betekent
dat bij een kleiner aantal cursisten dan 10 een cursus als regel niet doorgaat.
Het 2e punt betreft het onderscheid in lesgeld tussen kinderen en volwassenen. Het
College meent dat dit bij bepaalde cursussen groter zou moeten zijn. Het College
heeft niet concreet willen aangeven bij welke cursussen, omdat het niet wil gaan
zitten op de stoel van de beheerscommissie. Wel is dus de tendens aangegeven. Mu
zische Vorming is het daar in beginsel mee eens.
De derde voorwaarde, het instellen van een afzonderlijke tak van dienst, is een ad-
ministratief-technisch gegeven. Nu loopt de hele exploitatie via de gemeentebegro
ting, dus verspreid tussen de andere begrotingsposten. Bij aanwijzing als tak van
dienst krijgt muzische vorming een complete eigen begroting, zodat veel duidelijker
is welke uitgaven er voor gedaan worden en welke inkomsten er tegenover staan. Ook
het Verificatiebureau dringt hier op aan. Bij Muzische Vorming ontmoet dit geen be
zwaren. De 4e voorwaarde betreft de limiet die financieel aan Muzische Vorming moet
worden gesteld. Het College wil Muzische Vorming graag een eigen beleid toestaan,
maar toch afgepaald door de financiële mogelijkheden van de gemeenté. Hiervoor moe
ten spelregels opgesteld kunnen worden waarbinnen dan toch het eigen beleid gestalte
kan krijgen. Het is dus zeker niet de bedoeling dat het College wat het beleid be
treft gaat zitten op de stoel van de beheerscommissie. Uitgangspunt is dan dat in
ieder geval de inflatie opgevangen moet kunnen worden, en dat daarnaast nog ruimte
is voor een uitbreiding van bestaande aktiviteiten of het ontwikkelen van nieuwe ak
tiviteiten. Hier kan b.v. gedacht worden aan muziekonderwijs op de scholen. In het
overleg met Muzische Vorming is genoemd een stijging van b.v. 5% van het totale bud
get om die nieuwe aktiviteiten mogelijk te maken. Blijkt op een bepaald moment dat
bepaalde aktiviteiten zó aanslaan bij de bevolking dat die 5% ontoereikend zijn, dan
zal de beheerscommissie tijdig bij de Raad gemotiveerd een extra krediet moeten aan
vragen. Zoiets moet bespreekbaar zijn en van geval tot geval bekeken moeten worden.
In die situatie komt het dan, en trouwens toch jaarlijks bij de goedkeuring van de
begroting door de Raad, tot een afweging van de subsidie-omvang in relatie tot de
andere subsidies die de gemeente verleent. Ook het College is dus voor een "gewogen"