OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN, GEHOUDEN OP DINSDAG
20 MEI 1980, TE 20.00 UUR, TEN GEMEENTEHUIZE.
Aanwezig: de Leden van de Raad:
DRS. A.J. BEEREPOOT, C.M. DEN BROK, A.J. VAN DUN, A.J.J. VAN GESTEL, J.H.
VAN GILS, H.H.M. PLATZBEECKER, J.A. ROPS, P.H.M. TEUNISSENC.J. VERKOOIJEN,
J.C. VAN DER WESTERLAKEN, W.CH. WILLEMSEN, en P. VAN YPEREN;
Afwezig met kennisgeving: de Leden H.M.C.J. VAN GILS, F.L.M. PAULUSSEN en B.P. VAN
TETERING;
voorzitter: DRS. M.J.H. VAN DE VEN;
Secretaris: MR. TH. BOSSINK.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed, heet de
aanwezigen welkom, en stelt vervolgens aan de orde:
1. NTOULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN 3 EN 15 APRIL 1980:
De Heer WILLEMSEN zegt naar aanleiding van bladzijde 2, 3e alinea van on
deren, dat hij toen een vraag heeft gesteld waarop hij volgens de notulen géén ant
woord heeft gekregen, terwijl hij in de mening verkeert dat er wél op geantwoord is.
Hij zegt toen gevraagd te hebben wat de bedoeling was van de Mededeling over de ge
wijzigde plannen ten aanzien van de aanleg van tennisbanen op de Roosberg: was dat
een mededeling, of ging het om een nieuw besluit
De SECRETARIS antwoordt op deze opmerking dat inderdaad in de notulen geen
rechtstreeks antwoord te vinden is, maar hij wil wijzen op bladzijde 3, 5e alinea
van onderen. Daar staat "De discussie over deze Mededeling wordt hiermede besloten".
Impliciet is daarmede aangegeven dat het om een Mededeling ging, niet om een nieuw
besluit.
Op een vraag van de VOORZITTER of de Heer Willemsen een en ander meer ex
pliciet genotuleerd wil zien antwoordt laatstgenoemde dat hij accoord kan eraan met
zoals het vermeld is.
Ten aanzien van de notulen van de vergadering van 15 april 1980 merkt de
VOORZITTER op dat op bladzijde 4 onder punt 8 (4e regel van onderen) ten onrechte de
naam Teunissen is vermeld. Dit moet zijn: Van Yperen.
De Heer PLATZBEECKER merkt op dat de Voorzitter bij agendapunt 2 (bladzij
de 1 van de notulen) toezegt in de eerstvolgende vergadering van de commissie Finan
ciën aan de orde te zullen stellen de vraag of slotwijzigingen van de begroting óók
in die commissie behandeld moeten worden. Inmiddels heeft de Commissie Financiën een
maal vergaderd, maar over dit punt is niet gesproken.
De VOORZITTER zegt toe dat dit in de eerstvolgende vergadering aan de orde
zal komen.
Verder merkt de Heer PLATZBEECKER op dat er een foutieve vermelding staat
in de laatste zin van de 4e alinea op'bladzijde 8 in deze notulen.
Daar staat dat er bij de huidige stichtingen niet meer dan 6 programma's zijn, ai
worden leidingen gelegd, om daar 18 van te maken.
Deze laatste opmerking heeft betrekking op de situatie in Breda, niet op de stichtin
gen in Nieuw Ginneken.
De VOORZITTER zegt dat de vermelding in de notulen gecorrigeerd zal worden.
De Heer WILLEMSEN merkt op dat op bladzijde 8 van de notulen is vermeld
dat de kwestie van de betaling van 15,voor het ophalen van groot tuinvuil in de
eerstvolgende vergadering van de Commissie Openbare Werken aan de orde zal worden ge
steld. Tot heden is dit echter niet gebeurd.
WETHOUDER VERKOOIJEN antwoordt dat hierover in bedoelde Commissie nog ge
sproken zal worden. Overigens is de behoefte aan het ophalen van dit vuil blijkbaar
momenteel niet erg groot.
Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen van de vergaderingen van 3 en
15 april hierna vastgesteld, met inachtneming van de toegezegde correcties.