(ÖJ XKX qemeente nieuw-qinneken aadsvergadering 8 januari 1980 Agenda Nr. 9 Klass. nr. -2.07.571 Onderwerp: Voorstel tot hernieuwde vaststelling van de achtste wijziging van de Regeling Stadsgewest Breda betreffende de afvalverwijdering. Ulvenhout, 19 december 1979. Aan de Raad De vuilstort te Bavel/Dorst in het bijzonder en de afvalverwijdering in het algemeen zijn onderwerpen die Uw Raad op gezette tijden bezig hebben gehou den en wellicht nog meermaals bezig zullen houden. Dat de afvalverwijdering een voorwerp van aanhoudende zorg van althans verscheidene andere stadsgewest-gemeenten is en in ieder geval een zaak is die sterk in ontwikkeling is mede naar aanleiding van de invoering van de Afvalstoffenwet op 1 oktober 1979, moge onder meer blijken uit de verwikkelingen rond de achtste wijziging van de Regeling Stadsgewest Breda. De nu voorliggende wijziging, specifiek gewijd aan de totale afvalverwijderingspro- blematiek binnen het Stadsgewest, is in feite een hernieuwde versie van het ont werp dat in meerdere instanties door Uw Raad is beoordeeld en uiteindelijk werd goedgekeurd in de vergadering van 30 januari 1979. Wij brengen U in herinnering dat de gewestraad op 25 augustus 1978 besloot de gemeenten te adviseren tot bedoelde wijziging over te gaan; dat Uw Raad op 7 november 1978 uitvoerige beschouwingen aan dit voorstel wijdde en besloot het aan te houden; dat Uw Raad op 21 december 1978 in een besloten vergadering nader werd geïnformeerd middels uiteenzettingen van de zijde van de provinciale overheid, het stadsgewestbestuur en de Grontmij, als exploitant van de vuilstort Bavel/Dorst; en dat Uw Raad na een bezoek ter plaatse op 22 januari 1979 in Uw vergadering van 30 januari daaropvolgend tot het al gemelde resultaat kwam van vaststelling van de wijziging. Bij schrijven van 14 juni 1979 stelde het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Breda ons er van in kennis dat het kon instemmen met de verzoeken van meerdere zijden om beperkingen in de bevoegdheden van het Stadsgewest aan te bren gen. Deze aanpassing op onderdelen werd verwerkt in een nieuw gewestraadsvoorstel onder bijvoeging van de inmiddels tot stand gekomen ontwerp-verordening bestuurs commissie afvalverwerking. In deze gewestelijke commissie van vijf leden hebben naast de portefeuillehouder voor milieuhygiëne van het stadsgewest-bestuur en twee gewestraadsleden ook leden zitting namens de twee meest betrokken gemeenten,' te we ten één namens Nieuw-Ginneken en één namens Zevenbergen. De wijzigingen in het voorstel, zoals de gewestraad dat op 2 november 1979 behandelde en zoals dat ook nu voor Uw Raad voorligt, behelzen met name de overdracht van bevoegdheden van het dagelijks bestuur van het Stadsgewest naar de beheerscommissie, een aanpassing aan het gestelde in de Afvalstoffenwet en een ander systeem van kosten-pooling. Achterliggend principe hierbij is dat alle ge meenten alle kosten van het transport van huishoudelijk afval, grof huisvuil, veeg- vuil en niet vaste stedelijke afvalstoffen gezamenlijk zullen dragen en wel naar rato van het eigen afvalvolume der gemeente en op basis van het zogenaamde tien kilometertarief. Bij het tienkilometertarief blijven de transportkosten over de eerste tien kilometer van de afstand van de gemeente en de verwerkingsinrichting (Nieuw-Ginneken: 9 km) buiten de vereffeningsreqeling. Voor het overige is de vereffeningsregeling gebaseerd op het gemiddelde afvalaanbod van huishoudelijk af val, grof huisvuil, veegvuil en niet vaste stedelijke afvalstoffen per jaar, per hoofd van de bevolking, dat periodiek door de Stichting Verwijdering Afvalstoffen wordt berekend en gepubliceerd. Voor 1979 is dit gemiddelde 330 kg. per inwoner. Van de mogelijkheid, ons college van de zijde van het dagelijks bestuur

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 14