gemeente nieuw-ginneken
l X K Raadsvergadering
24 juni 1980
Agenda Nr. 10
Klass. nr. -2.07.72
Onderwerp
Voorstel tot vaststelling van de "Verordening op d«
openbaarheid van bestuur".
UIvenhout, 11 juni 1980.
Aan de Raad
Op 1 mei j.l. is de "Wet Openbaarheid van Bestuur" in werking getreden.
Anders dan de omschrijving van de wet doet vermoeden bevordert zij geen openbaar
heid van vergaderingen van welk college of commissie dan ook; de W.O.B. handelt
over het verstrekken van gegevens, neergelegd in schriftelijke of daarmee gelijk
te stellen stukken en/of materiaal.
De wet onderscheidt twee soorten verplichtingen tot het verstrekken van
informatie door de overheid. Enerzijds is er de passieve informatieplicht, waar
bij op verzoek van de burger door de overheid informatie wordt verschaft. De over
heid is op basis van de wet verplicht in beginsel dit verzoek in te willigen. An
derzijds is er een actieve informatieplicht, waarbij de overheid uit eigen bewe
ging informatie verschaft.
Passieve_informatieplicht
De belangrijkste bepaling van de wet staat vermeld in artikel 1: "ieder heeft het
recht een verzoek om informatie te richten tot een overheidsorgaan met de plicht
voor dat overheidsorgaan het verzoek, behoudens een aantal uitzonderingen, in te
willigen". Degene, die een verzoek tot een overheidsorgaan richt moet daarbij de
bestuurlijke aangelegenheid waarover hij informatie verzoekt en wenst te ontvangen,
vermelden. Een verzoeker kan niet zonder meer om een stuk of een document vragen.
Wanneer hij b.v. vraagt om de notulen van de vergadering van Burgemeester Wethouders
dan is dat op zich niet voldoende. Hij zal daarbij de aangelegenheid moeten ver
melden, waarover hij informatie wenst te ontvangen, bijvoorbeeld de behandeling
van zijn aanvrage om een bouwvergunning. Daarover zal hem informatie worden ver
schaft, zij het dan dat het in dat geval slechts kan gaan om een mededeling van
feitelijke gegevens e.d., aangezien het hier gaat om een document, opgesteld
ten behoeve van intern beraad (beraad binnen het college var. Burgemeester en
houders)
Artikel 4 van de wet vermeldt enkele algemene uitzonderingsgronden op de open
baarheidsplicht. Informatie wordt niet verschaft, indien:
1. gevaar bestaat voor de veiligheid van de staat;
2. het gegevens over bedrijven en/of fabricage betreft welke vertrouwelijk aan de
overheid zijn meegedeeld;
3. het niet-verschaffen van informatie dient ter bescherming van de persoonlijke
levenssfeer en onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegen
heid betrokken personen en derden.
Naast deze uitzonderingsgronden beperkt ook het tweede lid van artikel 1 van de
wet het recht op informatie.Voorzover het gaat om gegevens die, hoewel gereed,
op zichzelf een onvolledig en daardoor vertekend beeld zouden geven, alsmede per
soonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren en bestuurders, blijven de gege
vens of opvattingen in beginsel buiten de openbaarheid.
Actieve_informatieplicht
Artikel 2 van de wet regelt de actieve informatieplicht. Overheidsorganen dienen
uit eigen beweging informatie te verschaffen over hun beleid, waaronder begrepen