-7- te laten duren moet de Raad vandaag het besluit tot eventuele onteigening nemen. De Heer PAULUSSEN blijft van mening dat er nu géén onteigeningsbesluit ge nomen moet worden: dit zal door de belanghebbenden niet begrepen worden. Hij vindt het geen goede gang van zaken dat de krant morgen vermeldt dat de Raad tot onteige ning heeft besloten, terwijl velen nog niet eens benaderd zijn om langs minnelijke weg tot overeenstemming te komen. De VOORZITTER meent dat de journalist van De Stem begrepen zal hebben dat er nog een informatieve brief uit zal gaan en eventueel ook daarop wel zal wijzen. Overigens is het toch nodig nu een besluit te nemen om straks eventueel over een onteigeningstitel te beschikken. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda (punten 15. en 16.) voorgesteld, met dien verstande dat de Heer Paulussen de aantekening krijgt dat hij geacht wil worden te hebben tegengestemd. 17. VOORSTEL TOT AANKOOP VAN GROND VAN DE HEER J.F.G. OPMEN, KERKSTRAAT 46 TE BAVEL, TEN BEHOEVE VAN DE REALISERING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "DE BUNDER": De Heer TEUNISSEN zegt blij te zijn met dit voorstel. Hij vraagt of voor de schuur wellicht elders in Bavel een plaats kan worden gevonden. De VOORZITTER antwoordt dat het College al het voornemen had de gebinten en alles wat waardevol aan deze schuur is te conserveren en na te gaan waar wellicht deze schuur opnieuw gebouwd zou kunnen worden en welke bestemming die dan zou kunnen krijgen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld. 18. VOORSTEL TOT AANKOOP VAN EEN PERCEELTJE GROND VAN DE HEER M.P. BROEKHUIJSEN ANNEVILLELAAN 120 TE ULVENHOUT: Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld. 19. VOORSTEL TOT ONGEGRONDVERKLARING VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER N.F.C. ROPS CHAAMSEWEG 10A TE ULVENHOUT, TEGEN NIET-ONTVANKELIJK VERKLARING VAN EEN AANVRAAG OM BOUWVERGUNNING: De Heer PAULUSSEN, Voorzitter van de beroepscommissie, zegt dat gebleken is dat de aanvrage van de Heer N. Rops niet voldeed aan de voorschriften met betrek king tot hetgeen daarbij moest worden overgelegd. De beroepscommissie heeft daarom geadviseerd het besluit van het College tot niet-ontvankelijk-verklaring te handhaven. De Heer ROPS zegt heel goed te begrijpen dat de bouwaanvrage bij het Col lege niet erg welkom was. Toch valt het hem tegen dat het College zich beroept op ar tikel 15 van de bouwverordening om aldus tot de niet-ontvankelijk-verklaring te ko men. Het is immers zo dat wanneer een aanvrage binnenkomt waarbij niet alle stukken die nodig zijn worden overgelegd de betreffende ambtenaar de telefoon pakt en op de onvolkomenheid wijst zodat voor aanvulling kan worden gezorgd. Waarom is dat ditmaal niet gebeurd De VOORZITTER antwoordt dat de Raad op 8 januari 1980 besloten heeft het bestemmingsplan Verkeerswegen niet verder voort te zetten. Aangenomen kan worden dat daardoor de werking van het bestemmingsplan 1948 herleefde, en zekerheidshalve heeft de Raad daarom in februari besloten een voorbereidingsbesluit te nemen voor het ge bied dat door het bestemmingsplan Verkeerswegen bestreken werd. Gezien de onzeker heid omtrent de verdere ontwikkeling in dit gebied was het in elk geval gewenst dat te beschermen tegen ongewenste bebouwing. In de periode tussen 8 januari en de datum van het voorbereidingsbesluit is deze bouwaanvrage binnengekomen. Op de inhoudelijke mérites van die aanvrage is niet ingegaan. De aanvrage had getoetst moeten worden aan de bepalingen van het plan 1948; ook zou advies van de Agrarische Adviescommissie nodig zijn geweest. Maar het College heeft zich formeel opgesteld en heeft geconstateerd dat de nodige bescheiden ontbraken en daarom aanvrager niet-ontvankelijk verklaard. Dit omdat het College het algemeen be lang dat er in dit gebied vooralsnog NIET gebouwd zou worden liet prevaleren boven het belang van aanvrager. Dit neemt niet weg dat Openbare Werken bij onvolkomen aanvragen vaak de aandacht daar op vestigt en gelegenheid geeft ontbrekende stukken bij te voegen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 184