-8-
De Heer ROPS zegt dat hij het fairder had gevonden als het gemeentebestuur
b.v. de aanvrager ontboden had en uiteengezet had waarom het meende te moeten hande
len zoals het gedaan heeft.
De VOORZITTER herhaalt dat het College het algemeen belang heeft afgewogen
tegen het belang van de aanvrager. De verantwoordelijkheid hiervoor liqt bij het Col
lege, niet bij de betreffende ambtenaar.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda voorgesteld.
20. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VERWEERSCHRIFT TEGEN EEN AROB-BEROEPSCHRIFT
VAN DE HEER M. DE GRAAF, CHAAMSEWEG 13 TE ULVENHOUT
De Voorzitter van de AROB-Commissiede Heer PAULUSSEN, zegt dat hij aan
het advies van de Commissie niets toe te voegen heeft.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de
agenda voorgesteld.
21. VOORSTEL TOT HET AANWIJZEN VAN WETHOUDER C.J. VERKOOIJEN ALS "LID AFKOMSTIG UIT
NIEUW-GINKEKEN" IN DE BESTUURSCOMMISSIE AFVALVERWERKING:
De Heer WILLEMSEN vraagt of de benoeming van de Heer Verkooijen inhoudt
dat dan niemand van Nieuw-Ginneken benoemd kan worden als "lid namens de Zuidelijke
fractie"
De VOORZITTER antwoordt dat de zetel waar het nu om gaat een zgn"kwali
teitszetel" is. Daarnaast kan de Zuidfractie een eigen inbreng leveren, een eigen
kandidaat naar voren schuiven. Het College heeft in deze richting al initiatieven
ontwikkeld om ook dié zetel te laten bezetten door iemand van Nieuw-Ginneken, dus
een van de leden van de Stadsgewestraad. Dit zou ofwel de Heer Beerepoot zijn ofwel
de Heer H. van Gils. Of dit haalbaar is zal vrijdag blijken.
Bij acclamatie wordt de Heer Verkooijen benoemd als "lid afkomstig uit
Nieuw-Ginneken"
Hij dankt voor het in hem gestelde vertrouwen.
22. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED:
De VOORZITTER onderstreept dat dit voorstel het eindpunt is na een proces
wat jaren heeft geduurd. De Raad is de afgelopen jaren uitvoerig betrokken geweest
bij deze zaak, en in het bijzonder de Commissie Ruimtelijke Ordening. Inzichten en
adviezen van vele deskundige instanties zijn er in verwerkt. Belangen van land- en
tuinbouw, milieu en natuurschoon hebben een belangrijke rol gespeeld, en vaak waren
die belangen tegenstrijdig. Het College meent echter dat nu een evenwichtig plan is
opgesteld dat recht doet aan al die onderscheidene functies.
Duidelijk zal zijn dat voor geen enkel belang een oplossing gevonden kan worden die
voor 100% aan de wensen voldoet.
Tegen het plan zijn 72 bezwaarschriften ingediend, en het College heeft aan al die
bezwaren aandacht geschonken en er zo mogelijk rekening mee gehouden.
De Heer H.M.C.J. VAN GILS zegt dat de VVD-fractie erg veel waardering heeft
voor hetgeen tot nu toe is gebeurd. Een woord van dank aan de ambtenaren die er vele
uren aan besteed hebben is zeker op zijn plaats.
Om de belangen van natuur en agrariër te beoordelen is er veelvuldig samenspraak ge
weest met allerlei organisaties, zoals Landbouwschap, Brabantse Milieufederatie en
allerlei plaatselijke organisaties. Het resultaat hiervan vindt de WD-fractie een
evenwichtige afweging.
Maar de oplossing die gevonden is voor de derde doelstelling, regulering van be
bouwing in het buitengebied voor andere doeleinden, kan de goedkeuring van de fractie
niet geheel wegdragen. De Heer VAN GILS bedoelt hier de belangen van meestal kleine
bedrijfjes die al jarenlang in het buitengebied gevestigd zijn.
In de nadere toelichting wordt gesproken over illegaal ontstane bedrijven.
De Heer VAN GILS meent dat ze toch ook weer niet zó illegaal zijn, want verschillende
malen werd van dit of van vorige colleges bouwvergunning verkregen.
Hij vraagt zich af of voldoende rekening is gehouden met het werkgelegenheidsaspect
en met behoud van het particulier initiatief.
Bij de behandeling van agrarische en landschappelijke bezwaarschriften wordt vaak ge
heel of ten dele daaraan tegemoet gekomen. Maar zogauw het een niet-agrarisch bedrijf