- 5 -
De Heer VAN DER WESTERLAKEN zegt dat er de laatste jaren méér kredieten zijn
uitgetrokken voor onderzoeken door het ETIN. De raadsleden worden zo langzamerhand schicl
tig van de grote bedragen die met deze enquêtes gemoeid zijn. Hij bepleit zeker een deel
van deze onderzoeken te doen uitvoeren in eigen beheer. Het inventariseren zou wellicht
door de gemeente zelf kunnen gebeuren, en het uitwerken van de verkregen gegevens door
mensen die daar wat meer inzicht in hebben.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN wijst er verder op dat we nu leven in een dermate
turbulente periode in de economie dat hij zich afvraagt hoe lang de gemeente nog van
dergelijke gegevens zal kunnen profiteren. Overigens vraagt de Heer VAN DER WESTERLAKEN
of de kosten der enquêtes niet te verrekenen zijn in de exploitatieopzettenwat de wonin
onderzoeken betreft dus in de exploitatie van het plan De Bunderdie voor wat betreft
het bedrijvenonderzoek in de exploitatie van het bedrijventerrein.
De Heer PLATZBEECKER zegt voorop te willen stellen dat het College met het doer
van deze voorstellen tegemoet komt aan meerdere malen door de Raad zelf geuite wensen.
De kosten van de enquête onder de bedrijven worden door zijn fractie zonder meer geaccep
teerd.
De kosten van de enquêtes bedoeld in punt 10 zijn echter zeer hoog.
De Heer PLATZBEECKER meent dat de daarmede te verkrijgen gegevens op andere
wijze véél goedkoper zouden kunnen worden verkregen. Dat zijn fractie toch met dit
krediet instemt is gebaseerd op de bezorgdheid dat anders vertraging zou ontstaan. Het
belang van de inwoners eist dat zo snel mogelijk de bedoelde gegevens beschikbaar zijn.
De Heer PLATZBEECKER zegt wel te verwachten dat het college bij het ETIN op
spoed zal aandringen en dat de onderzoeken dus binnen afzienbare tijd afgerond zullen
zijn.
De Heer TEUNISSEN zegt dat ook zijn fractie de voorstellen steunt, alhoewel de
kosten nogal hoog zijn. Zij fractie heeft al meerdere jaren gevraagd de groep spijtop
tanten méér mogelijkheid tot herhuisvesting binnen de gemeente te geven. Daarom is zij
verheugd over de onderzoeken die nu gedaan gaan worden, en zij hoopt dat de uitslag van
de enquête er toe zal bijdragen dat er in de toekomst inderdaad reële mogelijkheden voor
hen komen. v
De VOORZITTER constateert dat de bezwaren van de Heer Teunissen meer van finan
ciële aard dan van inhoudelijke aard zijn. Ook de Heer BEEREPOOT heeft zich afgevraagd
of de kosten niet te hoog zullen zijn tegenover het te verwachten resultaat.
Het college meent te mogen stellen dat deze kosten inderdaad verantwoord zijn. Hij noemt
in dit verband de onderzoekingen die eerder hebben plaats gehad, zoals in het kader van
het ontwikkelingsplan of van het plan buitengebied enz. In toenemende mate is het nodig
bij de hogere overheid goed geargumenteerde besluiten voor te dragen. Goed bestuur vraagt
nu eenmaal goede toelichting op en verdediging van genomen besluiten. Er worden dus hoge
eisen gesteld aan de argumenten en aan de wijze waarop die argumenten naar voren worden
gebracht. Zo hebben de gegevens van het ontwikkelingsplan een flinke rol gespeeld bij de
aanpak van de onderwijsproblematiek.
Nu streeft het college er naar een goed woningbouwbeleid te voeren, aangepast aan de wer
kelijke behoeften. Dat kan echt niet meer met de natte vinger.
De laatste 5 tot 10 jaren is die veronderstelde behoefte onderhevig geweest aan veelsoor
tige maatschappelijke invloeden. De VOORZITTER wijst in dit verband op deelgroepen als
de bejaarden, de alleenstaanden, de groep van gescheiden mannen en vrouwen, de gebroken
gezinnen, de jongeren die zelfstandig gaan wonen. Ieder van deze groepen legt een claim
op de huisvesting.
Juist vandaag heeft men op de televisie kunnen zien tot welke dramatische uitbarstingen
het kan komen als vraag naar en aanbod van huisvesting ver uit elkaar ligt. Het is abso
luut noodzakelijk in te spelen op de in de gemeente bestaande behoeften. Nieuw-Ginneken
is geen geïsoleerde gemeenschap in Nederland. Ook Nieuw-Ginneken moet inspelen op verand
rende verlangens. Kwantiteit en kwaliteit van de diverse verlangens zijn niet bekend en
daarop moet adequaat ingespeeld kunnen worden: vandaar de noodzaak van onderzoekingen in
die richting. Nieuw-Ginneken heeft zijn eigen bevolkingsstructuur, zijn eigen inkomens
structuur, enz., en dat speelt allemaal mee bij de woningbouwprogrammering.
Vandaar ook het onderzoek ten aanzien van de groep van oud-inwoners, waarvoor trouwens
vanuit de Raad bij herhaling gepleit is.
Zo'n enquête kan niet met 4, 5 of 10 vragen worden afgedaan. Fundamenteel zal onderzocht
moeten worden wat men voor woningen wil, wat men denkt te kunnen betalen, of men eigen
bouw prefereert dan wel huurwoningen.
