die motie(s) uit.
Gelet op de gronslag van Uw besluit van 18 januari 1980 ware in die situatie de
uitslag van het in te stellen onderzoek af te wachten,
2. Als sub 1., doch de Minister van Verkeer en Waterstaat weigert uitvoering te
geven aan de motie.
In deze situatie ware af te wachten wat het politieke gevolg is van het con
flict Minister - Tweede Kamer.
3. De Tweede Kamer verwerpt de motie(s) en stelt t.a.v. de voorgenomen doorverbin-
ding Van Rijksweg 58 het Structuurschema Verkeer en Vervoer ongewijzigd vast.
In die situatie heeft het hoogste parlementaire orgaan in ons land de eind
verantwoordelijkheid genomen voor de aanleg van Rijksweg 58 op het gebied van
Nieuw-Ginneken met voorbijgaan ten principale van de bezwaren die door een
groot aantal personen en instanties tegen de geprojecteerde aanleg van rijksweg
58 volgens het ontwerp-bestemmingsplan "Verkeerswegen" is ingediend en ook met
voorbijgaan van de eis alsnog een onderzoek in te stellen naar aangedragen al
ternatieven.
De vraag rijst dan hoe deze Kamer-uitspraak zich verhoudt tot de uitspraak van
de gemeenteraad van 8 januari 1980.
Uw Raad besloot d.d. 8 januari 1980:
1. Het belang van Nieuw-Ginneken vraagt, dat het geprojecteerde gedeelte van Rijks-
.v_ "3, gedeelte Bavel-Rijsbergen, niet wordt aangelegd;
2. om tot een evenwichtige besluitvorming te komen is het alsnog noodzakelijk dat
van rijkswege een onderzoek wordt ingesteld naar mogelijke alternatieven;
3. voor een boven-lokaal project als de aanleg van voornoemd rijksweggedeelte
behoort een bestemmingsplan te worden vastgesteld door een bestuursorgaan dat
de vele daarbij betrokken belangen vermag te beoordelen;
de procedure van het ontwerp-bestemmingsplan Verkeerswegen wordt niet verder
voortgezet.
Naar de mening van ons College en de Commissie Algemene Zaken behoort in de situatie
dat de Tweede Kamer het Structuurschema Verkeer en Vervoer t.a.v. rijksweg 58 onge
wijzigd vaststelt, de gemeenteraad uit deze beslissing de consequenties te trekken dat
het hoger belang eist dat dit rijksweggedeelte er wél komt;
onderzoek naar alternatieven niet noodzakelijk c.q. niet mogelijk, c.q. niet
gewenst is;
-- de eindverantwoordelijkheid voor de aanleg van het betwiste rijksweggedeelte
bij de Tweede Kamer berust, als gevolg waarvan voor de gemeente blijft de ver
antwoordelijkheid voor de technische inpassing van de weg in het landschap.
Verdergaand verzet door het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken tegen
het principe van de aanleg verdraagt zich alsdan niet met de democratische spel
regels die in dit land betamelijk zijn,
In verband hiermede zou de draad van het bestemmingsplan Verkeerswegen opnieuw
moeten w. opgepakt.
Zoals wij reeds vermeldden in ons raadsvoorstel d.d. 19 maart 1980 ter
zake beroep tegen de aanwijzing door Gedeputeerde Staten is in de overwegingen van
de commissie Algemene Zaken, op wier advies Uw Raad tot het besluit van 8 januari
kwam, betrokken geweest een drietal bestuurlijke maatregelen die zouden kunnen
volgen op het betwiste besluit van Uw Raad, t.w.
1. een aanwijzing door Gedeputeerde Staten, op basis van artikel 37 van de Wet
Ruimtelijke Ordening, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Verkeerswegen";
2. de vaststelling van het bestemmingsplan "Verkeerswegen" door Gedeputeerde Sta
ten, indien Uw Raad zou weigeren de sub 1. genoemde aanwijzing op te volgen;
3. een verzoek van de Minister van Verkeer en Waterstaat aan de Minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening om op basis van artikel 65 van de Wet
Ruimtelijke Ordening vrijstelling te verlenen van de voorschriften, deel uit
makende van het geldende bestemmingsplan, t.b.v. de aanleg van Rijksweg 58.
De commissie Algemene Zaken besloot tot haar advies, daarbij te ken-
po-n gevend dat het nemen van bestuurlijke maatregelen door Gedeputeerde Staten of
de Minister door haar werd voorzien, doch dat zulks niet verhinderde de negatieve
opstelling ten opzichte van de vaststelling van het bestemmingsplan "Verkeerswe
gen"
Ook thans is de opvatting van de commissie Algemene Zaken ongewijzigd.