OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN, GEHOUDEN OP WOENSDAG
3 SEPTEMBER 1980, TE 19.00 UUR TEN GEMEENTEHUIZE.
Aanwezig: de leden van de Raad:
DRS. A.J. BEEREPOOT, C.M. DEN BROK, A.J. VAN DUN, A.J.J. VAN GESTEL, H.M.C.J.
VAN GILS, J.H. VAN GILS, F.L.M. PAULUSSEN, H.H.M. PLATZBEECKER, J.A. ROPS,
B.P. VAN TETERING, P.H.M. TEUNISSEN, C.J. VERKOOIJEN, J.C. VAN DER WESTERLAKEN
en W.CH. WILLEMSEN;
Afwezig met kennisgeving: P. VAN YPEREN;
VOORZITTER DRS. M.J.H. VAN DE VEN;
SECRETARIS MR. TH. BOSSINK.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed, heet iedereen
welkom, memoreert het bijzonder karakter van deze vergadering en stelt vervolgens aan
de orde
1. VOORSTEL BETREFFENDE DOOR GEDEPUTEERDE STATEN VERSTREKTE AANWIJZING EX ARTIKEL 37
VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING INZAKE HET BESTEMMINGSPLAN "VERKEERSWEGEN":
De VOORZITTER zegt ter toelichting op dit voorstel dat de commissie Algemene
en Juridische Zaken zich daarmee unaniem kan verenigen. Dit voorstel houdt een koers
wijziging in ten opzichte van het raadsbesluit van 8 januari. Dit vindt zijn verklaring
in het feit dat ria deze datum het Structuurschema Verkeer en Vervoer in de Tweede Kamer
aan de orde is gekomen. Dit structuurschema is bij de besluitvorming rondom de R.W. 58
van wezenlijk belang.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN feliciteert in de le plaats de voorzitter met diens
herbenoeming als burgemeester van Nieuw-Ginneken en wenst hem veel wijsheid toe in de
komende, misschien wel moeilijke, jaren. In de 2e plaats spreekt hij er zijn verbazing
over uit dat hij afgelopen zaterdag het advies van de commissie Algemene en Juridische
Zaken moest lezen in dagblad De Stem. Hoewel hij altijd een voorstander van openbaarheid
is geweest, ook van commissievergaderingen, vindt hij toch dat door deze publicatie de
discussie in de Raad een vrijwel nutteloze aangelegenheid is geworden, temeer omdat de
krant al aangegeven heeft wat waarschijnlijk besloten gaat worden. Bovendien werd de dis
cussie in de commissie niet juist weergegeven en kon het lezend publiek geen goede voor
stelling krijgen van het door de commissie ingenomen standpunt inzake rijksweg 58.
Daarom wil hij in deze vergadering zijn standpunt nog eerfe duidelijk naar voren brengen,
dit is ten opzichte van het raadsbesluit van 8 januari 1980 erg weinig veranderd. Rijks
weg 58 is niet in het belang van de gemeente Nieuw-Ginneken en zal grote schade toebrengen
de leefgemeenschappen Ulvenhout en Galder. Onherstelbare schade zal worden toegebracht
aan milieu en natuur, waardoor het welzijn van de tienduizenden mensen die jaarlijks in
dit gebied recreëren zal inboeten. Hoewel hij de problemen op en rond de zuidelijke rond
weg in Breda erkent, mede gezien de knal van de voorgaande nacht, zal de aanleg van R.W.
58 voor Breda geen afdoende oplossing van de problemen blijken te zijn. Hij betreurt dan
ook de houding van minister Tuijnman die, ondanks de uitnodiging van de Raad daartoe, geen
onderzoek wenst in te laten stellen naar alternatieven. Zo'n onderzoek heeft ook nooit
plaatsgevonden, zo blijkt uit het onlangs ontvangen rapport van het bureau Dwars, Henderik
en Vqrheij, welk rapport hij als een nieuw element in de discussie beschouwt. Het belang
van Nieuw-Ginneken vereist dat een weloverwogen beslissing wordt genomen. Hij blijft dan
ook van mening dat in deze bovengemeentelijke zaak de Tweede Kamer der Staten-Generaal
het bestuursorgaan is waar de beslissing thuishoort. Nu de behandeling pas dit najaar
zal plaatsvinden, na het verstrijken - op 13 september - van de door Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant gesteld termijn, blijft zijn antwoord op de vraag wat te doen: wachten
op de beslissing van de Tweede Kamer. Dan tekent spreker nog een fel protest aan tegen
de foutieve voorlichting zoals deze bij voortduring door dagblad De Stem wordt gegeven.
Tenslotte spreekt hij de hoop uit dat de Tweede Kamer de diverse alternatieven verantwoord
zal afwegen en daarbij geen onderscheid zal maken tussen de belangen van een Nieuw-Ginne-
kenaar en een Bredanaar.
Hierna krijgt de Heer H.VAN GILS het woord. Hij vraagt of al duidelijk is hoe