De vragen van de Heer PAULUSSEN zijn: Waarom is dit beleid toegepast Waarom zijn er
geen 4 extra woningwetwoningen gebouwd voor de grootste categorie woningzoekenden
Waarom zijn er derhalve 4 woningen aan het woningbestand onttrokken en waarom in het
2e geval, waar van 4 naar 3 wordt teruggeschakeld, één woning aan het totale bestand ont
trokken. Waar gaat de 4e kandidaat, die er aanvankelijk was, dan onder dak komen. Welke
grondprijzen werden en worden gehanteerd en voor welke categorie grond, respectievelijk
bebouwing. Hebben andere kandidaten voor 2 onder 1 kap woningen dezelfde keuzemogelijk
heden gehad of is het college voor het blok gezet door particuliere onverenigbare wensen
om zodoende in een voordelige bouw/woonpositie te geraken.
Er waren wel meer kandidaten die een enkele woning wilden bouwen maar die om de beperkt
heid van de oppervlakte ook alleen maar 2 onder 1 kap konden bouwen. Hij vraagt onverkorte
uitvoering van het bestemmingsplan door de bouw van 4 goedkope huurwoningen danwel 4 goed
kope koopwoningen. Voordelen daarvan zijn dat de woningvoorraad toeneemt met 4 in plaats
van 3 woningen, dat de relatief lage exploitatieprij's gehandhaafd kan blijven en dat geen
rechtsongelijke behandeling ontstaat.
De Heer PLATZBEECKER merkt op dat per 1 oktober de voordeelmarkt van v/d Mosse
laar geopend zal worden. Als gevolg hiervan is er ook beweging gekomen in het winkel
bestand van de Dorpstraat. Hij vraagt daarom aandacht voor de assortimentsopbouw van het
gecentraliseerde winkelgebeuren in de Dorpstraat waarin een gat gaat ontstaan door o.a.
het wegvallen van de firma Stoopfe. Hierbij denkt hij aan nauw kontakt met het bestuur van
de Winkeliersvereniging Ulvenhout. Daarna gaat hij nog in op de grote verslagenheid welke
er heerst door de brand in de Pekhoeve-schuur en vraagt het geheel zo snel mogelijk, op
dezelfde plaats, in dezelfde vorm terug te bouwen.
Ten aanzien van deze laatste vraag antwoordt de VOORZITTER dat het college van
mening is dat de Pekhoeve-schuur een goede funktie had en daarom ter plekke moet herrijzen
en wel zo snel mogelijk. Hij wijst er daarbij wel op dat dat dan toch nog 1 tot lh jaar
zal gaan duren.
Over de ontwikkelingen in het voorzieningspatroon van de middenstand, door de komst van
de supermarkt van Van de Mosselaar zegt de VOORZITTER dat het college zowel als de Raad
slechts zijdelings invloed kunnen uitoefenen op het voorzieningenpatroon.
De mogelijkheden beperken zich tot bijsturing via het bestemmingsplan en de afgifte van
bouwvergunningen. Vestiging op dit punt wordt een slechte zaak geacht. Deze vestiging
verdraagt zich niet met het streven naar concentratie van de winkelvoorzieningen in de
Dorpstraat. Over de variatie in het voorzieningenpakket zijn indicaties verkregen vanuit
het E.T.I.N. Als bepaalde winkelvoorzieningen wegvallen zou aan Van de Mosselaar gevraagd
kunnen worden daarmee in zijn vestiging rekening te houden.
De Heer VAN GESTEL verlaat de raadszaal om eerdere afspraken na te kunnen
komen
WETHOUDER VERKOOIJEN beantwoordt de vragen van de Heer Paulussen, waarbij hij
aangeeft dat het bestemmingsplan Beekhoek II ter plaatse een bebouwingsklasse El voor
schrijft, wat inhoudt woningen van 2 onder 1 kap of rijenwoningen. Voor de bouw van de
2 onder 1 kap woningen is dus geen planwijziging nodig terwijl de desbetreffende grond
ook niet specifiek bestemd is voor de bouw van woningwetwoningen maar binnen de bestem
ming is ook bebouwing met premiekoopwoningen of woningen in de vrije sector toegestaan.
Door de provinciale directie van de Volkshuisvesting zijn in 1979 beschikkingen afgsgeven
voor de bouw van 45 woningwetwoningen, waaronder 16 bejaardenwoningen in 2 bouwlagen en
16 premiekoopwoningen. Het perceel op de hoek Steenland/Riekeschot was derhalve niet
nodig voor de bouw van woningwet- of premiekoopwoningen. Het zal echter duidelijk zijn
dat de wens, om ter plaatse 4 extra woningwetwoningen te bouwen, om exploitatie-technische
redenen -hoge huurprijs- niet zou kunnen worden gerealiseerd. Gelet op het bovenstaande
is door het college er de voorkeur aan gegeven 4 kandidaten te benaderen die ter plaatse
2 onder 1 kap woningen wilden bouwen, waarbij, gezien de verkaveling en de grondprijs,
er voor de betrokkenen mogelijkheden aanwezig waren om zelfstandig premiekoopwoningen te
realiseren. De 4 kandidaten zijn namens het college bij loting op de percelen geplaatst
en betrokkenen hebben onderhandeld over de bouwwijze en de architekt. Het is echter ge
bleken dat ondanks herhaalde bemiddelingspogingen van de gemeente de 4 kandidaten niet
met elkaar tot overeenstemming konden komen. Een en ander heeft er toe geleid dat een van
de vier kandidaten heeft besloten om af te zien van de aankoop van het perceel. Aan deze
kandidaat is inmiddels een huurwoning in Beekhoek II toegezegd, hetgeen haar tot tevreden
heid heeft gestemd. Ook deze kandidaat was zowel ingeschreven in het bestand zowel voor
woningwetwoning als voor bouwgrond. Gelet op de opgedane ervaringen en het feit dat
volgens het college momenteel geen kandidaten beschikbaar zijn die 2 onder 1 kap wensen