- 8 -
16. RONDVRAAG EN SLUITING:
De Heer PAULUSSEN vraagt hoe de stand van zaken is met betrekking tot de
omlegging UIvenhout.
De Heer ROPS zegt dat nu de Raad "neen" heeft gezegd tegen de rijksweg
de vraag rijst of de mensen die al jarenlang de dupe zijn geweest van het voor die
rijksweg gedachte tracé doordat zij in hun investeringen beperkt zijn geworden nu
een positiever antwoord van de gemeente ten aanzien van investeringsplannen mogen
verwachten.
De Heer DEN BROK zegt opgemerkt te hebben dat er een strook was van zo'n
40/50 c.m. breed van de schuur van de Pekhoeve naar het bakhuis waar de sneeuw
verdwenen was, terwijl er verder overal sneeuw lag. Hij oppert de mogelijkheid dat
de daar liggende buizen van de verwarming niet goed geisoleerd zijn. Dat zou beteke
nen dat veel warmte verloren gaat.
Verder merkt hij op benaderd te zijn door het Bestuur van de Bejaardenbond
te Bavel: men wil graag meer zekerheid over hun huisvesting.
WETHOUDER VERKOOIJEN antwoordt aan de Heer Den Brok dat hij Openbare
Werken zal vragen na te gaan of de buizen bij de Pekhoeve wel goed geisoleerd zijn.
WETHOUDER VAN GILS zegt dat de huisvestingsmogelijkheden in Bavel aan de
orde komen in de eerstvolgende vergadering van de Commissie Welzijn. Openbare Werken
beziet momenteel of er aan het gebouw misschien wat veranderingen moeten komen en
wat de kosten daarvan zullen bedragen. Ook het resultaat van dit onderzoek zal in
de Commissie Welzijn besproken worden.
De VOORZITTER antwoordt op de vraag van de Heer Rops dat het interessant
is na te gaan wat de juridische consequenties zijn van het besluit van de Raad de
procedure voor het bestemmingsplan Verkeerswegen te stoppen. Het is moeilijk hierop
nu meteen een pasklaar antwoord te geven. Ook is niet te voorspellen hoe Gedeputeerde
Staten en/of de Minister zullen reageren.
Als er niets gebeurt herleeft het bestemmingsplan 1948, en eventuele bouwaanvragen
zullen dan daaraan getoetst moeten worden. Ook is denkbaar dat de Raad een voorbe-
reidingsbesluit gaat nemen voor het gebied dat bestreken werd door het tracé van de
rijksweg.
Ook de financiële consequenties zijn niet meteen te overzien. Rijkswater
staat heeft tot dusverre met een aantal ondernemers onderhandeld en er zijn verwach
tingen gewekt. Niet beoordeeld kan worden wat Rijkswaterstaat nu verder gaat doen.
Deze onzekerheden zijn de schaduwkant van het besluit dat de Raad vanavond genomen
heeft. De grootst mogelijke zekerheid zou verkregen zijn als de Raad vandaag "ja"
had gezegd tegen de rijksweg.
Zo is ook moeilijk in te schatten of het besluit van vanavond consequenties
heeft voor de omleiding Ulvenhout. Bekend is dat de Provincie en Nieuw-Ginneken op
één spoor zaten en redelijk is te verwachten dat dit blijft. De allerlaatste infor
matie was dat Gedeputeerde Staten vasthielden aan de aanleg van de Markdalweg maar
dat zij wel af wilden wachten welk effect de rijksweg zou hebben op het verkeer door
Ulvenhout. Dit is echter tot heden geen officieel standpunt, doch een standpunt dat
bij de provincie in ambtelijke kring leeft. De provincie zou dan wel de benodigde
financiële middelen blijven reserveren.
Wanneer verder niemand meer het woord verlangt, sluit vervolgens de VOORZITTER de
vergadering met het gebruikelijke gebed.
ALDUS VASTGESTELD IN DE OPENBARE VERGADERING VAN
DE RAAD D.D. 5 FEBRUARI 1980.
DE RAAD VOORNOEMD,