-4-
Open Bejaardenwerk Nieuw-Ginneken/Chaam/Baarle-Nassau/Prinsenbeek en Teteringen
deelt hij mede dat daar aanvankelijk wat misverstanden bestonden. Enkele weken
geleden is echter een brief van de Breda'se stichting ontvangen waaruit blijkt
dat zij volledig achter de nieuwe stichting staat en alle medewerking aanbiedt.
WETHOUDER VAN GILS, antwoordende namens het College, beaamt hetgeen de
Heer Willemsen heeft gezegd over de samenwerking tussen Breda en Nieuw-Ginneken
c.s.. Aan de Heer Den Brok antwoordt hij dat het krediet van 8.000,komt boven
de subsidie welke de bejaardenbonden in het verleden hebben ontvangen.
De Heer VAN TETERING wil graag weten of de aan te stellen projektleider
een achterban krijgt waarop hij kan terugvallen voor raad en overleg.
De Heer WILLEMSEN licht toe dat de aan te stellen projektleider of -leid
ster altijd terug kan vallen op het stichtingsbestuur. Daarnaast bestaan er uitste
kende kontakten met de projektleiders in omliggende gemeenten zoals Etten-Leur en
Zundert enz. en met het Gemeenschappelijk Instituut voor Maatschappelijke Dienst
verlening in Tilburg. Al deze instellingen hebben toegezegd ondersteuning te ver
lenen. Dat zal in de beginfase zeker nodig zijn want het Ministerie heeft als eis
voor de bijdrage gesteld dat iemand benoemd wordt die nu werkloos is en juist deze
groep beschikt praktisch niet over ervaring.
Aan de Heer Van Gils antwoordt WETHOUDER VAN GILS nog dat de door het Mi
nisterie van C.R.M. voor dit projekt toegekende subsidie een doorlopend karakter
heeft. Over toekomstige uitbreidingen van het takenpakket en dus méér kosten valt op
dit moment niets te zeggen. Ook het College meent dat er voor gewaakt moet worden
dat de projektleider(ster) gaat "zwemmen".
De Heer VAN TETERING spreekt zijn voldoening uit over de beantwoording van
zijn vragen waaruit blijkt dat van de voorhanden zijnde deskundigheid ook gebruik
gemaakt zal worden.
Wanneer verder niemand meer het woord verlangt wordt zonder hoofdelijke
stemming besloten zoals op de agenda voorgesteld.
8. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANLEG VAN EEN BE
VEILIGDE VOETGANGERSOVERSTEEKPLAATS IN DE MOLENSTRAAT TE ULVENHOUT
De Heer VAN DER WESTERLAKEN pleit er voor meer druk uit te oefenen op de
provincie, om tot een oplossing voor de problemen in de Dorpstraat en Molenstraat
te komen en aansluiting van de fietspaden op de Chaamseweg onafhankelijk van de even
tuele aanleg van de rijksweg. De drukte in de Dorpstraat/Molenstraat gaat de gemeen
te steeds meer geld kosten voor lapmiddelen als extra onderhoud en het plaatsen van
verkeerslichten. Overigens is hij het wél met het voorstel eens.
De Heer BEEREPOOT informeert of niet over de rente beschikt kan worden van
de gelden die de provincie voor deze weg heeft gereserveerd om daarvan dit soort
obstakels te betalen.
De Heer VAN YPEREN stelt voor dit dan ook aan de Minister van Verkeer en
Waterstaat te vragen.
De vragen beantwoordend zegt WETHOUDER VERKOOIJEN dat de verkeerveiligh€id
van de Dorpstraat/Molenstraat meermalen in de Verkeerscommissie aan de orde is oe-
weest. De aanleg van de omleiding Ulvenhout komt in het provinciaal uitvoeringsschema
voor het eerst voor in 1984. De aanleg mag zeker niet eerder verwacht worden dan de
aanleg van rijksweg 58. Het treffen van verkeersmaatregelen is nu de enige mogelijk
heid om de verkeersveiligheid te verhogen.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN blijft de mening toegedaan dat de gemeente ten
aanzien van de omleiding Ulvenhout niet lijdzaam mag afwachten maar druk moet uit
oefenen op de provincie.- Stoplichten zijn weinig dorps al zal de veiligheid iets
groter worden. Oplossing voor het drukke verkeer zijn ze zeker niet.
WETHOUDER VERKOOIJEN zegt dat het College best bereid is wat meer druk uit
te oefenen op de provincie, maar trekt wel in twijfel of dit iets op zal leveren.
Daartoe is de aanleg van de S 11 te zeer verweven met de eventuele aanleg van rijks
weg 58.
De VOORZITTER deelt nog ter aanvulling mede dat een officieel verzoek bij
Gedeputeerde Staten is ingediend om de fietspaden langs de Chaamseweg door te trek
ken tot aan de Molenstraat. Gedeputeerde De Geus heeft toegezegd deze aangelegenheid
in de commissie Verkeer en Waterstaat uit de provinciale staten te zullen brengen.
Het College heeft de indruk dat hierover nog overleg met de provincie zal volgen.