voor de afronding van de komplannen zal zijn. In Ulvenhout kan het vooroverleg
starten, maar in Bavel ligt dit veel gecompliceerder. Hij legt uit dat de plannen,
nadat vooroverleg heeft plaatsgevonden, aan een inspraakprocedure zullen worden on
derworpen. Dan volgt tervisielegging waarop bezwaarschriften kunnen worden ingediend.
Die bezwaarschriften vragen om behandeling, daarna gaat het plan naar Gedeputeerde
Staten en daarna kan nog behandeling door de Kroon volgenOp al die momenten moet
de stedebouwkundige ingeschakeld worden, en mogelijk ook anderen. Dat betekent tege
lijkertijd dat kosten gemaakt moeten worden als consequentie van onze democratie.
Hij citeert een gedeelte van de brief van de Heer Ruijs daarover: "de hierna volgende
cijfers beogen slechts een orde van grootte aan te geven van ons aandeel in de kos
ten, welke gebaseerd is op een vlotte afwikkeling van het plan". Hieraan verbindt
het College de conclusie dat zeker het einde nog niet in zicht is. Wel zegt het Col
lege toe te zullen proberen greep te houden op de kostenontwikkeling. Er is wel een
redelijke schatting te maken van wanneer de plannen in de openbaarheid gaan komen.
Voor Bavel zal dat voorjaar 1981 worden. Daarbij moet worden aangetekend dat in het
komplan voor Bavel ingrijpende stedebouwkundige maatregelen voorgesteld gaan worden.
Dat zal zeker aanleiding geven voor veel belangstelling uit de burgerij met als ge
volg veel reakties die dan weer verwerkt moeten worden. Hoe lang dat allemaal zal
gaan duren is bij voorbaat niet te zeggen.
De Heer VAN GESTEL zegt dit een duidelijk antwoord te vinden en vraagt
nogmaals naar de belangengroepen die gehoord zullen worden.
De VOORZITTER antwoordt dat de middenstand als typische belangengroep
apart gehoord zal worden maar dat daarnaast de gehele burgerij in de gelegenheid zal
worden gesteld commentaar te leveren.
De Heer H. VAN GILS vraagt of het voor het College mogelijk is een opzet
te maken waarbij alle fasen zijn voorzien van een kostenraming. Voor zover Nieuw-
Ginneken zelf niet over voldoende gegevens beschikt, kan dan geen gebruik gemaakt wor
den van vergelijkbare ervaringsgegevens uit omliggende gemeenten
De VOORZITTER antwoordt dat alleen schattingen gemaakt kunnen worden omdat
over de tijdsduur van de diverse fases tevoren niets bekend kan zijn. Van vergelijk
bare gegevens kan geen gebruik gemaakt worden omdat ieder komplan zijn eigen leven
leidt. Zo verloopt de procedure in Ulvenhout gladjes maar in Bavel liggen de zaken
veel gecompliceerder en daar mogen dan ook heel wat reacties verwacht worden. Die
reacties beïnvloeden de benodigde tijdsduur.
WETHOUDER VAN GILS merkt op dat b.v. het eerste bestemmingsplan Buitenge
bied door Gedeputeerde Staten niet is goedgekeurd. Dan ontstaan weer extra kosten.
Hij spreekt de verwachting uit dat met het nu te voteren krediet gewerkt kan worden
tot het moment waarop de komplannen in de publiciteit gebracht worden.
Hierop vraagt de Heer VAN GESTEL of het College toch wel tijdig in over
leg treedt met de P.P.C. om te voorkomen dat aan een plan wordt gewerkt wat nadien
van tafel wordt geveegd.
De VOORZITTER verzekert dat het College de intentie heeft een voor goedkeu
ring vatbaar plan op te stellen. Dat de gemeente wordt teruggefloten, zoals destijds
bij het bestemmingsplan buitengebied, is meer een theoretische mogelijkheid.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN kan zich, ondanks dat hij zoals hij zegt door
gaans allergisch is voor grote bedragen voor onderzoekingen, geheel met de krediet
verlening verenigen. Om ongewenste ontwikkelingen in Bavel en Ulvenhout te voorkomen
zijn gedegen komplannen noodzakelijk.
De Heer WILLEMSEN knoopt hierop aan en vraagt of bij bouwaanvragen in de
kommen ook vooruit gelopen zal worden op het komplan zoals dat nu in het buitenge
bied ook het geval is.
De VOORZITTER'beaamt dat dit inderdaad zo gebeuren gaat als de bestemmings
plannen vorm hebben gekregen; dan worden de komplannen als toets gebruikt bij de af
gifte van bouwvergunningen. Om nu al ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan heeft
het College een extra procedure ingebouwd om te waarborgen dat een bouwplan past in
de gewenste toekomstige ontwikkelingen. Op dit moment zijn er geen bouwaanvragen
voor Kerkstraat of Dorpstraat.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda voor
gesteld.