heel wat commissievergaderingen worden geconfronteerd met complete raadsvoorstellen
die derhalve geen keukenwerk meer bevatten. Deze voorstellen kunnen gerust in het
openbaar behandeld worden omdat dat 2 weken later in de Raad ook wordt gedaan. Met
de Heer Van Yperen is hij van mening dat dit voorstel als een eerste aanzet tot to
tale openbaarheid beschouwd kan worden waarop terug gekomen kan worden zodra met de
andere commissieswat ervaring is opgedaan. Met de Heer Platzbeecker is hij van me
ning dat de fraktie eigenlijk de taak heeft om informatie over te brengen aan de
burgers. Dat gebeurt ook regelmatig, maar dat houdt nog niet in dat zijn fraktie toch
niet voor openbaarheid van commissies is.
Namens het College geeft de VOORZITTER een eerste reactie. Hij begint met
de constatering dat er door de leden van de Raad heel genuanceerd wordt gedacht over
openbaarheid, waarbij twee termen naar voren zijn gekomen, n.l. openbaarheid en open
heid. Het College neemt deze terminologie graag over waarbij dan onder openheid
wordt verstaan een gesteldheid, een persoonlijke instelling, en bij openbaarheid
wordt gedacht aan een vastgestelde regel, een formaliteit dus. De motivering voor
openheid is dat je zoveel mogelijk de informatie brengt daar waar die thuishoort. Ga
je dit formaliseren dan krijg je openbaarheid. Het College heeft er dan ook niets op
tegen dat die informatie, die functioneel is, wordt gebracht, daar waar hij terecht
moet komen. Dat kan zijn in een commissievergadering of in een raadsvergadering, maar
ook via de fraktie, de pers of door een stuk eigen voorlichting. Dan is er ook nog de
Wet Openbaarheid van Bestuur. Een stuk bij wet geregelde actieve openbaarheid, open
baarheid dus in formele zin. Eigenlijk moet de openheid gedragen worden door de be
stuursorganen om zo open mogelijk te zijn. Daarbij gaat het om de afweging: wat dien
je met openbaarheid De laatste 10 jaren zien we in toenemende mate een betrokken
heid van de burgers bij het bestuur. Een ontwikkeling die positief beoordeeld moet
worden. Daarbij moet wel de vraag gesteld worden, hoever moet je daarmee gaan, moet
de burger in de keuken komen Hiermee wordt bedoeld, moet de burger ook betrokken
worden bij deelprocessen, is de besluitvorming daarmee gediend Het is zaak dat op
gemeentelijk niveau de Raad in samenwerking met het College op verantwoorde wijze
tot een besluitvorming komt. Het College is van mening dat openbaarheid daarbij niet
altijd in het belang is van een goede besluitvorming. Voor bepaalde zaken kan een te
grote openbaarheid een nadelige invloed hebben op een goede besluitvorming. Er moet
gezocht worden naar een evenwicht waarbij zoveel mogelijk zaken toch openbaar behan
deld kunnen worden. Tot een goede besluitvorming behoort niet alleen een bekrachtiging
door de Raad van voorstellen van het College, maar ook een deelname aan het keuken
werk in de verschillende commissies. Op die manier wordt de Raad betrokken bij een
stuk dagelijks bestuur, besluitvoorbereiding, waardoor wordt voorkomen dat er een
afstand komt tussen dagelijks bestuur en Raad. Op die manier weet het College of het
de goede koers aanhoudt die gedragen wordt door de politieke stromingen en daarmee
door de bevolking. Aan besluitvorming zijn echter ook kanten verbonden die zich niet
altijd verdragen met openbaarheid. Er zijn aspecten aan de besluitvorming die zelfs
beter niet in de openbaarheid komen in het belang van het onderwerp zelf, maar ook
terwille van een stukje bescherming van de parlementariër zelf. Openbaarheid brengt
een stuk politisering met zich mee doordat het individuele raadslid zich voor het
publieke forum politiek zal moeten opstellen. Een raadslid moet in het voorbereidend
werk in alle vrijheid zijn mening kunnen vormen en zonodig kunnen wijzigen. Het Col
lege is van oordeel dat hem die vrijheid ontbreekt op het moment dat hij als poli-
tiekeling, in alle openbaarheid, voor het publiek een deelbesluit neemt. Vandaar dat
het College zegt: wees voorzichtig met volledige openbaarheid. Het College wil geen
geheimhouding terwille van de geheimhouding maar een openbaarheid die functioneert
terwille van de besluitvorming. Waar het kan is het Collége voor openbaarheid. Als
het belang van de besluitvorming daarom vraagt vindt het College, dat in besloten
heid een meningsvorming moet kunnen plaatsvinden en dat dus door het keukenwerk in
de commissies wordt medegewerkt aan een stuk besluitvorming met het College. Natuur
lijk is het zo dat het raadslid verantwoording moet afleggen naar de achterban maar
dan pas in de laatste fase. In de beginfase moet het besluitvormingsproces niet
gehinderd door openbaarheid tot stand kunnen komen.
Het College heeft er geen enkel bezwaar tegen dat besluiten die een zekere groei
hebben doorgemaakt in de openbaarheid komen; die verantwoording naar buiten kan in
derdaad ook in een commissie plaatshebben. De grens tussen openbaarheid en besloten
heid is niet exact weer te geven, dat zal van geval tot geval beoordeeld moeten wor
den, afhankelijk van het onderwerp en het stadium waarin het besluitvormingsproces
zich bevindt. In de commissie Algemene en Juridische Zaken is daarover ook al gespro-